Het is eind april en dat betekent dat ik inmiddels alweer ruim 10 jaar in Naarden woon. Tijd om terug te gaan naar 2015!
Ergens eind 2014 kwam ik erachter dat ik mijn inschrijving bij Woningnet was vergeten te verlengen. Gelukkig was ik er nog net op tijd bij, waardoor ik na het betalen van de abonnementskosten weer ingeschreven was. Kort daarna ging ik op woningjacht. Ik wilde echt op mezelf wonen en ik wilde een wat groter hok dan ik toen in Hilversum had.
Op een maandag in februari 2015 kreeg ik ineens een bericht waar mijn hart harder van ging kloppen. Ik was de eerste keus om een hokje in Naarden te bekijken. Ik moest wel voor woensdag 12 uur ’s middags beslissen. Stress! De bezichtiging was een verhaal op zich, maar toen we weer buiten waren, was mijn moeder vooral heel enthousiast. Ik besloot het hokje dus te accepteren, niet wetende dat ik er ruim 10 jaar zou wonen.
Sowieso had ik me in die tijd nauwelijks een voorstelling kunnen maken van de wereld nu. In het nieuws ging het bijna doorlopend over de Griekse schuldencrisis, een slap aftreksel van de ellende waar we tegenwoordig elke dag mee bestookt worden. En dat 2015 achterafgezien een goede tijd was om een huis te kopen (als ik de centen had gehad), wist ik toen ook niet.
Aan de andere kant had ik toen ook niet kunnen denken dat ik een baan zou vinden in Den Haag, dat ik de redacteur van ons clubblad zou worden, dat ik naast mijn promotie twee Formule 1-artikelen zou publiceren (het tweede artikel is deze maand gepubliceerd) en dat ik een Chinese vriendin zou hebben.
Hoewel… In die tijd werd ik vooral door Jamie, mijn collega aan de VU, in de watten gelegd. Ze schepte graag over me op. Zo vroeg ze hoe oud mijn kat in mensenjaren was. Bounder was toen nog geen 2 jaar oud (zo jong nog!), dus antwoordde ik dat ze omgerekend 24 jaar was. Vervolgens ging ze dan trots tegen iedereen zeggen dat ik een vriendin van 24 had. Mooie tijden waren dat.
In de lange lentedagen van 2015 verkende ik de omgeving geregeld per fiets en zat ik de rest van de tijd een Pokémon-spel te spelen (tegen de computer en met gruwelijk slechte decks, bestaande uit beesten die ik totaal niet kende). In de zomer van dat jaar speelde ik in Gent mijn (tot dusver) laatste schaaktoernooi en in dat najaar besloot ik aan de interne competitie mee te doen. Ik bereikte de play-offs, waarin ik al mijn partijen won, zodat ik gelijk clubkampioen was (meteen daarna werden de play-offs afgeschaft). Dat ik ’s avonds niet de hei over hoefde om een potje te schaken, vond ik een groot pluspunt aan mijn nieuwe hokje.
En toch miste ik de hei ook. Of de grote berging die ik in Hilversum had. Of de gemeenschappelijke tuin. Of de mensen om me heen. Of dat mijn vorige hokje aan twee kanten ramen had. Ik vond het al gauw tijd worden voor de volgende stap. Een groter huis. Een echt huis, zoals een pas verhuisde buurvrouw het ooit noemde (en dan had zij nog een extra kamer). Inmiddels is zelfs mijn bovenbuurman, die man met een Land-Rover van ruim een halve eeuw oud, verhuisd. Maar ik zit hier dus nog.
Mijn directe buren zijn al drie of vier keer verhuisd. Slechts een paar mensen van vroeger wonen hier nog, waaronder een best lekkere buurvrouw, die vermoedelijk vanwege Koninginnedag helemaal in het oranje was uitgedost. Tradities zijn er immers om in stand gehouden te worden, helemaal als ze al ruim een eeuw oud zijn. De laatste echte Koninginnedag werd natuurlijk in 2013 gevierd, enkele dagen na mijn overigens goed bezochte housewarming. Mooie tijden waren dat.
Ten opzichte van toen ben ik er in woonoppervlakte in ieder geval maar weinig op vooruitgegaan, terwijl ik mijn hokje nu ook met een kat (en soms een klein Chineesje) moet delen. Het wordt dus tijd voor een nieuwe housewarming. De wil is er al jaren, maar het geld om het doel te verwezenlijken is er nog altijd niet.
Misschien komt de zoektocht naar een nieuwe woning in een stroomversnelling als het kleine Chineesje eindelijk een felbegeerde postdoc-positie weet te bemachtigen. Helaas zit het tij ook daarin niet mee en met de riemen die wij hebben, blijkt het erg lastig om ertegenin te peddelen. Wie weet zit ik hier over 10 jaar nog. Ben benieuwd welke rampen ons in de tussentijd zullen treffen. En of die best lekkere buurvrouw zich dan op Koninginnedag nog steeds in het oranje uitdost, of dat ze dan ook verhuisd is.