Herinneringen
“Misschien vind je wel iemand met wie je tienduizend keer gelukkiger bent dan met Annemarije”, aldus mijn moeder die me op de terugweg van de IKEA probeerde op te peppen. Het was goedbedoeld, maar ik kon het me eigenlijk niet voorstellen dat er ooit nog een nieuwe Annemarije in mijn leven op zou duiken.
De appartementen in Hilversum waren inmiddels al opgeleverd. Halverwege oktober werd de in een strik verpakte flat door twee lintjesdoorknippers officieel geopend. Tegelijkertijd kreeg ik de sleutel van mijn nieuwe woning, die ik meteen in kon richten. Allereerst werden de muren gewit en daarna werd de vloer gelegd. Vervolgens werd de toko ingericht met het meubilair uit Amstelveen dat al een paar maanden in een loods stof liep te verzamelen.
Mijn ouders kenden via via andere bewoners in het appartement. Op de kennismakingsdagen had ik met enkele buren contact gehad. Het was allemaal wat onwennig. Die klik die ik met Annemarije had gehad, had ik met hen niet. Ik miste Annemarije. De wereld was zo kleurloos zonder haar.
Wel kreeg ik nog een souvenir van Stumass mee. Vlak voor mijn vertrek had ik gehoor gegeven aan hun oproep om contact te zoeken met een in autisme gespecialiseerde psycholoog of psychiater. Ik nam daarom maar contact op met mijn vroegere psycholoog. Jarenlang kwam ik elke zoveel tijd bij hem op bezoek, maar na verloop van tijd had ik steeds minder te bespreken. Ik zag wel genoeg psychologen, terwijl alles goed ging in mijn leven, dus stopte ik de behandeling.
Doordat ik niet meer in behandeling bij de psycholoog was, moest ik eerst een verwijzing van de huisarts krijgen. Ik deed m’n zielige verhaal maar bij hem, waarna ik de verwijzing kreeg. Vervolgens duurde het lang voordat ik een reactie van mijn oude psycholoog had en ik een keer naar de Bijlmer mocht komen.
Ik verwachtte dat mijn psycholoog door Stumass haarfijn was uitgelegd wat er allemaal was gebeurd, maar kennelijk was dat niet het geval, dus mocht ik het zelf gaan vertellen. De herinneringen aan mijn tijd in Amstelveen kwamen weer terug. Ik beleefde de pijnlijke momenten, het machteloze gevoel en de vernederingen van toen weer opnieuw.
Twee weken later mocht ik opnieuw komen. Mijn psycholoog had telefonisch navraag gedaan bij Savannah, mijn begeleidster bij Stumass. Die had in niet omfloerste bewoordingen verteld wat er (volgens haar) tussen Annemarije en mij was gebeurd. Ik hoorde het verhaal maar aan. Heel veel meer kon mijn psycholoog op het moment ook niet voor mij doen. Wel repte hij over een cursus intimiteit, seksualiteit en relaties die binnenkort gegeven zou worden. Daar besloot ik me dan maar voor op te geven, in de hoop er toch nog iets van te leren. Daarmee dacht ik dat ik mijn verplichtingen aan Stumass wel voldaan had.
Wel had het vreemde psychologenintermezzo mijn gedachten aan vroeger weer omgewoeld. Ik werd steeds weer met mijn verleden geconfronteerd, terwijl ik liever verder wilde in mijn leven. Ik wilde die hele Amstelveense episode liever zo snel mogelijk vergeten. Het lukte niet. Aan alles was te zien dat ik niet gelukkig was met mijn leven. Alles bleef maar misgaan.
Zo draaide een snelschaaktoernooitje uit op een persoonlijk fiasco na een vermeende onreglementaire zet. Het was een behoorlijk intimiderende aangelegenheid en bang om als partijdig weggezet te worden, hield ik mij op de vlakte. Het gevolg was dat de arbiter, die de partij aanvankelijk in remise wilde laten eindigen, de partij als verloren verklaarde voor mijn teamgenoot, die daarop meteen zijn spullen pakte en vertrok. De sfeer was verpest en na afloop schreef ik de frustratie van me af, waardoor ik zelf de kwade pier werd. Het was een nieuw dieptepunt in een toch al erg mistroostig jaar.
Op Facebook kon ik ook nogal korzelig uit de hoek komen. Het was een vorm van frustratie afreageren, maar ook van aandacht trekken. Waar ik in mijn begintijd op Facebook weinig moeite hoefde te doen om de aandacht van mijn vrienden te trekken, lukte me dat nu steeds minder goed. Het verschil had waarschijnlijk te maken met de afname van de zogenaamde organic reach, waardoor maar heel weinig vrienden en kennissen je statusupdates te zien kregen. Het betekende dat ik me alleen nog maar geïsoleerder voelde. Ik wilde het tij graag keren, maar ik had geen idee hoe. Het was net alsof iedereen me als de pest meed nu ik flink in het leven had verloren. De kans dat een nieuwe Annemarije in m’n leven op zou duiken, was dan ook nihil.