Eerste weekend: slechtste toernooi ooit?
Afgelopen weekend werd het eerste weekend van het Persoonlijk Kampioenschap van de SGS gespeeld. In dit toernooi, dat ooit een kwalificatietoernooi was voor een kwalificatietoernooi voor het NK (de zogenaamde “halve finales”), is nu slechts een suf dertien-in-een-dozijntoernooi waarbij het om het prijzengeld en de elopunten draait. Na mijn gemakkelijke winst in de competitiewedstrijd tegen SMB dacht ik wel klaar te zijn voor het echte werk. Hoogmoed komt voor de val, zo bleek. Werkelijk waar niks lukt dit toernooi. Als een echte gokker heb ik de winst van die competitiewedstrijd er alweer dubbel en dwars doorheen gejaagd.
Vrijdag
Het toernooi begon vrijdag al. Niet voor mij, want ik had een bye aangevraagd.
Zaterdag
Het toernooi begon voor mij dus op zaterdag. Er stonden twee duels op het programma en toen ik me ’s ochtends haastte om op tijd de trein te kunnen pakken, had ik nog wel even tijd om te kijken tegen wie ik zou spelen: het was CM Drost, die remise had gespeeld tegen de titelloze CM Lenaard. Het toeval wilde dat hij mijn reispartner was. Om tien over half acht stond ik doorweekt en wel op Naarden-Bussum, waar ik een kaartje kocht en vervolgens op Ptr wachtte. Ik ontdekte een klein probleem: voor de busreis had ik geld nodig op mijn chipkaartje en het oplaadpunt op het station zat in een Albert Heijn die pas om acht uur open ging. Dat deed ik daarom maar op Utrecht Centraal, waarna we met de bus naar een verlaten wijk aan het Amsterdam-Rijnkanaal reden. We hadden geen idee waar de speelzaal kon zijn. Ptr vroeg het maar aan een oude man die aan een lolly zat te likken. Volgens hem zaten we helemaal verkeerd, maar toen we de instructies hadden opgevolgd, waren we er zo.
Ik speelde dus tegen Ptr met zwart. Hij verraste me niet echt met 1.d4, maar daarna speelde hij het een beetje apart. Ik beging al snel een onnauwkeurigheid. Het kwam niet doordat ik wits “combinatie” niet had zien aankomen, maar doordat ik de stelling die ontstond volledig verkeerd had ingeschat.
Dit was de stelling na 14.Lc3. Nu pas zag ik dat de koningsstelling echt zwak was: op het geplande 14…Lxc3 komt 15.Dh5+ en 16.Pg5 en kassa. Daarom deed ik maar 14…g6, waarna ik erg slecht stond. Ik moest me verdedigen, maar uiteindelijk kon wit afwikkelen naar een gewonnen eindspel:
Na 24.Pxe6+ kan wit in een gewonnen eindspel komen. Hij kan er ook voor kiezen om de dames op het bord te houden, maar als je een eindspel kunt winnen, waarom zou je dat dan nalaten? Achteraf is het natuurlijk makkelijk praten (zelfs voor 1300-spelers), maar ook 24.h4, wat Ptr deed, is vanuit een theoretisch oogpunt niet verkeerd. Wel vanuit een praktisch oogpunt: Ptr begon lang na te denken hoe hij in de aanval zou winnen, maar zag daarbij zijn voordeel verdwijnen en verloor in de tijdnoodfase naar de veertigste zet nog bijna. Uiteindelijk redde hij zich nog net en bood remise aan, wat ik maar aannam.
We gingen nog analyseren, waarbij veel winnende varianten voor wit werden gevonden, hoewel het vaak niet zo makkelijk was. Het bleek inmiddels alweer twee uur te zijn en ik mocht aantreden tegen Tim Lammens, een (zwakke) FM die bij Dr. Max Euwe speelt. Hij speelde Spaans met 3…Pge7, wat ik niet kende. Ik deed maar 4.c3, waarna 4…d5?! kwam. Volgens Ewood was het dubieus. Hoewel ik het niet helemaal vertrouwde, kwam ik wel goed te staan.
Hier had ik vrolijk 13.Pc4 gedaan. Het paard is op weg naar e3 en de loper op b5 is indirect gedekt. Zwart is in moeilijkheden, omdat zijn stukken enorm met elkaar verstrengeld zijn geraakt. In de partij besloot zwart met 13…Lg6 14.Pe3 De6 15.d5 Txd5 16.Pxd5 Dxd5 17.Tad1 maar een kwaliteit te offeren, wat wel zijn beste kans is. De stelling is niet zo eenvoudig te winnen. Dat roept overigens wel de vraag op of ik niet beter 13.Pb3!? had kunnen doen, om met c3-c4 en d4-d5 te kunnen voortzetten. Daarnaast kan het paard naar c5 (of eventueel a5) gaan. Zwart staat al bijna verloren.
Hoe dan ook, in de partij kon ik na 17…Dc5 maar geen manier bedenken om te winnen. Er is maar één open lijn en de loper op g3 staat bijna ingesloten:
Ik vond 18.b4 Db6 19.Dc4 Pe5 20.Lxe5 Lxe5 niet overtuigend. Na lang nadenken koos ik maar voor het matige 18.Lxc6 Dxc6 19.f3, om zodoende de loper weer mee te laten doen. Dat plan was zo slecht nog niet, maar 18.b4! Db6 19.a4! was heel sterk. Er dreigt 20.a5, dus moet zwart 19…Pe5 doen, maar na 20.a5 De6 21.Lxe5 Lxe5 22.a6 b6 23.Dc4 komt wit vernietigend binnen. Zo had het dus gemoeten. In de partij kon ik echter nog steeds “voor twee resultaten spelen”, maar al spoedig nam de partij een vreemde wending:
Hier had ik 21.Dg4+ gespeeld, met de bedoeling om na bijvoorbeeld 21…Kb8 22.Dxg5 te doen met matdreiging. Zwart deed echter 21…f5 en ik dacht dat ik in de maling werd genomen, want 22.exf5?? wint op slag: welke loper gaat zwart verliezen? Na 22…Lh5 zag ik wat ik had aangericht: zo’n beetje al m’n stukken hingen. Ik dacht lang na en probeerde nog 23.f6+ Lxg4 24.fxg7 Te8 25.Tde1 (op 25.Tf8 volgt rustig 25…Lxd1) 25…Td8 26.Tf8 Le6. Hier had ik nog 27.Lf2 kunnen proberen, maar in tijdnood greep ik mis met 27.T1f1? en na 27…hxg3 kon ik er wel mee ophouden.
Het was een nederlaag die hard aankwam. Zo denk je te winnen en zo verlies je ineens keihard. Voor de omstanders kwam het ook als een verrassing. In één zet vergooide ik de hele partij. Wat een kutspel. :S
Ik vertrok met Ptr, die snel klaar was en snel naar huis wilde, maar uit nieuwsgierigheid bleef kijken. We liepen door de regen naar buiten, naar de bushalte, waar Lenaard zich bij ons voegde. De titelloze CM kon zich na twee nullen op een aangevraagde rustdag verheugen. De BSG’ers deden het belabberd, want zelfs Large verloor van een Paul Keres-speler. Terwijl de Oetoes een vrije zondag hadden, moest ik die dag nog een potje spelen. Ik kwam pas om een uur of acht thuis, waarna ik maar wat boterhammen naar binnen werkte en m’n partijen ging analyseren. De conclusie was dat de analyses met Ptr vrij goed waren, de meeste ideeën overleefden de kritische blik van de engine. Dat stelde me gerust.
Zondag
Na een rustig nachtje was ik goed uitgeslapen om mijn volgende tegenstander een lesje te leren: namelijk Pascal Boittin. Natuurlijk baalde ik van mijn onnodige nederlaag van de dag ervoor, want met zwart zou het niet zo makkelijk worden om te winnen. Toch baalde ik nog meer van het weer: het regende constant. Mijn moeder wilde me daarom wel naar het station brengen. Dat had ze achteraf gezien niet hoeven doen, want toen we op de bus wachtten, werden we alsnog kletsnat. We reden met Bus 12 richting de Uithof, om ergens halverwege uit te stappen. Ik herkende de route, waardoor ik wist waar we moesten uitstappen. Was dat jaartje studeren in Utrecht toch niet voor niets geweest. Ptr, die de routeplanner aan het werk had gezet, schrok wakker, waarna we gauw uitcheckten en de bus verlieten.
We waren al om half twee in het Rode Kruis-gebouw, waar een stel bejaarden carnaval zat te vieren. In het kille speelzaaltje zaten we gelukkig ver weg van het kabaal, maar wanneer de deur van de speelzaal open ging, hoorde ik die goedkope Hollandse prulliederen toch. Langzaam maar zeker druppelden er mensen binnen. Mijn tegenstander was er eveneens vroeg bij. Later kwamen de toppers en Arend van Oosten, die op blote voeten liep. Om twee uur zijn er nog twee plaatsen leeg: Ptr wacht op Michiel Blok, de man zonder schoenen moest op Mark Uildriks wachten. Eerstgenoemde telaatkomer was gewoon te laat, de ander stond bij het verkeerde gebouw te wachten en kwam bijna een uur te laat binnenhollen. Even later ging een telefoon af. Ra ra, van wie zou die zijn? Inderdaad, van die Uildriks. Het last-in-first-out-principe ging weer in werking. Wedstrijdleider Marco Meijer kon niks anders doen dan de beste man een nul te geven, waarna het uilskuiken zich maar direct uit het toernooi terugtrok.
Dat zou voor mij misschien ook wel een betere optie zijn, want in een vreemde Spanjaard kwam ik erachter waarom mijn zetten theoretisch niet goed waren: wit offerde op de achtste zet rustig een stuk, waarna hij tot zijn eigen stomme verbazing achter elkaar won. Ik kon het ook niet begrijpen. Met een stuk meer was ik volkomen kansloos. In negentien zetten was het pleit beslecht. In de analyse werd ook geen acceptabele variant meer gevonden voor zwart. Ik had me wel iets meer voorgesteld van mijn partij tegen de laagsteratinghouder…
Was het een omslagpunt, die 22e zet in mijn tweede partij van gisteren? Ik dacht het bijna van wel. Van het ene op het andere moment ben ik blijkbaar als een 1300-speler gaan schaken of zo. In ieder geval bleek die nederlaag een opmaat voor de afgang van vandaag. Blijkbaar heeft iedereen weleens dit soort partijen, maar ik kan het helaas niet rijmen met mijn resultaten in bijvoorbeeld de externe competitie. Het enige voordeel is dat de volgende ronde pas over drie weken is en dat daartussen nog een ronde van de externe competitie is.
Ptr boekte weer een remise. Ditmaal kwam hij er voor de verandering goed mee weg. In een eindspel met een kwaliteit minder wikkelde zijn tegenstander af naar een pionneneindspel dat remise was. Daarmee pakte Ptr zijn vierde remise in vier partijen. Ondertussen verliet iedereen het pand, waarna we naar de bushalte liepen. Toen we bij het kruispunt stonden te wachten, kwam er een andere bus aan, die bij het verkeerslicht vol door een plas reed. Ptr was gauw weggerend, ik onderschatte het gevaar en kreeg de volle laag. Dat kon er ook nog wel bij.
Ptr, die nog pijnstillers had gekocht tegen de hoofdpijn van een nachtje stappen, had liever nog een paar uurtjes geslapen. Ik had dat ook wel willen doen. Het was typisch zo’n dag waarop je beter in bed had kunnen blijven liggen.
Tweede weekend: schadebeperking
Dit weekend was het slotweekend, met twee wedstrijden op zaterdag en nog eentje op zondag. Voor mijzelf viel er na zijn dramatische eerste weekend weinig eer meer te behalen. Gelukkig verliep het tweede weekend beter, met als hoogtepunt een remise tegen de uiteindelijke toernooiwinnaar. Dat werd Jaap van der Tuuk, de door iedereen gevreesde nationaal meester. Hij haalde uiteindelijk het indrukwekkende puntenaantal van 6 punten uit 7 partijen. Tweede en derde werden Tim en Large, terwijl Michiel Blok en Arend van Oosten (die er op de slotdag niet was omdat hij een vrije ronde had gekregen) eveneens in de prijzen vielen.
Zaterdag
De vijfde ronde van het toernooi begon weer vroeg. Omdat Ptr, mijn reisgenoot in het eerste weekend, er niet bij kon zijn, besloot ik Large maar te vragen om mee te reizen. We zouden op Utrecht Centraal afspreken. Bij het plannen van de route merkte ik iets vreemds op: ik werd steeds met de bus naar station Hilversum gestuurd, waardoor de reis veel langer (en omslachtiger) werd. Ik dacht dat ik in de maling werd genomen door dat stomme ding, totdat ik erachter kwam dat er aan het spoor gewerkt werd en dat ik daarom moest omreizen. Gelukkig wist ik m’n ma zo ver te krijgen dat ze me bij het station afzette, waarna ik een kaartje en een croissantje kocht en in de trein stapte.
Op Utrecht Centraal kwam ik Large tegen. Hij wist hoe we snel in de speelzaal van Oud Zuylen moesten komen. De vorige keer met Ptr ging dat niet helemaal goed. In de bus kwamen we tot onze stomme verbazing Sizzel tegen. Hij speelde in de Promotiegroep en hij was eveneens gebrand op een overwinning. We hadden alle drie iets recht te zetten: Large en Sizzel waren door een nederlaag achteropgeraakt in de titelstrijd, ik moest een barslechte score uit de eerste drie partijen wegpoetsen. De busrit duurde niet zo lang en we stopten voor het gebouw, dat verliep dus gesmeerd.
In de ochtend speelden zowel de Kampioens- als Promotiegroep. De Kampioensgroep bezette echter maar vier tafeltjes: Ptr en Rosmuller konden niet spelen en hadden daarom een bye opgenomen voor de ochtendronde, terwijl ze voor de middagronde gewoon geen punten kregen. Ptr had overigens een goede reden voor zijn absentie: hij was in Portugal om zijn vliegbrevet te verlengen. Verder had Le al vooruitgespeeld (wist niet dat dat kon), waardoor nog maar acht van de twaalf spelers in de toernooizaal aanwezig waren.
Wie er echter wel was, was mijn tegenstander, Mark Uildriks. Drie weken geleden had hij in een emotionele bui gezworen dat hij het toernooi zou verlaten nadat hij een reglementaire nul had gekregen. Nu bleek hij er toch weer bij te zitten en had hij de eer tegen ondergetekende te spelen. Hoewel ik erg moe was van een nacht niet kunnen slapen, lukte het me wel om een acceptabele partij te spelen. Dat kwam ook door m’n tegenstander, die geen Siciliaans deed, maar Spaans. In de “Huilvariant” besloot hij maar een gevaarlijke variant te spelen en dat ging goed mis.
De stand is levensgevaarlijk voor zwart: zijn koningsvleugel is niet ontwikkeld. In de partij wist ik een mooi motiefje te vinden, waarmee ik snel won: 16.Pa4 De loper staat ideaal op c5, dus dwong ik hem een ander veld te kiezen. 16…La7. Op 16…Le7 was 17.Lxc7 gevolgd. 17.Le3 Lxe3? Dit verliest meteen. Zwart had het foeilelijke 17…b6 moeten doen, maar wie doet zoiets nou? Toch is zwarts stelling dan lastig te kraken. Nu maakte ik het geforceerd af met 18.Df5+ Kb8 19.Td8+ Ka7 20.Dc8 Lxf2+ 21.Kxf2 Dxa2 22.Da8#. Dat ging hard. Overigens was het gewone 18.Dxe3 ook niet verkeerd, maar de partijvoortzetting verdient natuurlijk de voorkeur.
Zodoende had ik al snel mijn eerste puntje binnen en kon ik bij de rest kijken. In de Promotiegroep viel mijn oog op de partij van Laurents van Twillert tegen een van de Flohrs. Van Twillert ken ik nog van de tijd dat hij een 1400-spelertje was. Vijf jaar terug verloor ik van ‘m in een huilvariant. Gelukkig wist ik nu aan te tonen dat het toch niet zo’n slechte variant is… In zijn partij ging het minder goed: de Flohr schwindelde als een Aronian en won vervolgens een toreneindspel. Sizzel won wel. Hij kwam erg goed uit de opening, maar toen zijn tegenstander begon te offeren, werd het spannend. Gelukkig had Sizzel een Pacman-loper: Lg5xh6xf8xa3 of zoiets dergelijk, waarmee achtereenvolgens een pion, toren en dame in het doosje verdwenen.
In de Kampioensgroep waren eveneens spannende partijen bezig: Tuuk won door een vrijpion van Van Oosten, Blok versloeg mijn bedwinger toen ‘ie in een betere stelling opeens een loper weggaf. Schuine Tim en Large vochten helemaal een absurde partij uit. Large offerde zijn dame voor drie lichte stukken. Ooit beweerde hij dat drie stukken tegen een dame en twee pionnen al goed was, nu had wit maar één pion. Large zette zijn stukken netjes in het centrum neer en had goede kansen, maar in de tijdnoodfases leek wit eerder aan de winst te ruiken. Uiteindelijk eindigde de partij in remise door zettenherhaling.
In de (voor mij erg lange) pauze analyseerde ik nog wat met Sizzel en een heleboel anderen. Ik begon nu pas te voelen hoe moe ik was: ik zag helemaal niks meer. Het was alweer twee uur geweest en we werden naar binnen geroepen voor de tweede ronde van de dag. Ik keek wat versuft op en ik liep de speelzaal in. Ik kon mijn naam niet vinden op de lijst. Bleek ik ineens op het hoogste bord te zitten tegen Jaap van der Tuuk. Daar vatte ik niks van.
De partij was een ware uitputtingsslag. De Veteranengroep was erbij gekomen, waardoor het beademingsapparaat van een van de deelnemers steeds goed te horen was. Alsof dat nog niet genoeg was, was het ook nog eens snikheet. De partij was daardoor ook niet van een erg hoog niveau. Ik speelde de opening belabberd en ik besloot al snel maatregelen te treffen, voordat ik helemaal onder de voet zou worden gelopen: ik besloot actief te spelen en daarbij een geïsoleerde pion op de koop toe te nemen. In ieder geval bleef ik in de partij en omdat de NM ook niet echt doordrukte, wist ik zelfs te consolideren. In het eindspel had ik de geïsoleerde pion echter nog steeds en dat maakte het me leven niet gemakkelijk. Ik offerde het ding maar, waarna ik een eindspel remise moest houden. Toen ik ook nog eens dames liet ruilen, zag het er helemaal slecht uit, maar het paardeindspel bood nog goede praktische kansen. Ik won zelfs bijna, maar dat was te veel van het goede. Achteraf bleek wit uitstekende kansen te hebben gehad als de dames op het bord waren gebleven…
Ik was blij met mijn remise tegen de koploper, hoewel ik er ratingtechnisch weinig mee opschoot. Tuuk wilde na afloop niet analyseren, maar daar had hij een goede reden voor: hij was lichamelijk volledig uitgeput. De speelzaal was een grote sauna en iedereen had een kop als Johan Hut. De enige besliste partij van de ronde was tussen Le en La, of eigenlijk La en Le, want Large had wit. In opperste tijdnood won de jongste Oetoe een toreneindspel. Na afloop gingen we weer naar de bus, op weg naar huis. Ik belde Ewood op of hij me wilde ophalen. Op Hilversum stond hij bij de grijze Soezoekie te wachten, waarna hij het gaspedaal diep intrapte op weg naar huis. Thuis vrat ik een pizza op, klopte de partijen in en bereidde ik me voor op Large, waar ik in de laatste ronde tegen zou spelen.
Zondag
Heerlijk uitgerust werd ik wakker. De middagronde zou pas om twee uur beginnen, dus ik kon alles op m’n gemak doen. Ptr wilde nog wel meereizen. Hij belde aan het eind van de ochtend op en stond even later voor de deur, waarna m’n ma ons wederom naar Hilversum bracht. Om kwart over één stonden we op Utrecht Centraal op de bussen te wachten. Ik wist dat we de bus moesten hebben die richting de Uithof gaat. In mijn tijd was dat Bus 11. Het duurde maar voordat het ding er eindelijk was. Om half één was ‘ie er eindelijk. Het ding reed echter een hele andere route dan vroeger: dwars door de binnenstad, waardoor we helemaal niet langs “onze” halte kwamen. Pas op de Uithof stapten we uit en wachtten we op de bus de andere kant op. Inmiddels was het alweer twee uur en waren we mooi te laat. Ik baalde er wel van. Blijkbaar zijn lijn 11 en 12 een keer omgedraaid of zo, want lijn 12, die we de vorige keer hadden, ging wel de goede kant op.
Gelukkig viel de schade mee. Mijn klok was in werking gesteld en ik was twee minuten kwijt. Ik speelde natuurlijk 1.e4 en Large toverde een Moderne Verdediging op het bord. Ik had als voorbereidingsmateriaal een aantal partijen van de Pirc bekeken, maar dit was net weer anders. Het grote verschil: wit heeft geen aanval. We dachten de hele partij erg lang na en er begon al een beetje tijdnood op te komen. Na negentien zetten werd het bovendien echt link:
Hier had ik 19.Pc3 gespeeld, wat waarschijnlijk een zet te laat is. Vanuit positionele overwegingen had ik het zo gespeeld, maar nu greep Large zijn kans met 19…Lxe4! Ik had het wel gezien, maar ik geloofde er niet zo in. Na 20.fxe4 Txb2+ 21.Ka1 c5 stond ik echter wel bijna pat. Ik ging na 22.Dc1? Db7 23.Th3 Db4 24.Lg1 Da3 25.e5 Lh6 in ieder geval snel ten onder. Zo tricky was de stelling dus. De computer geeft nog 22.dxc5 Db7 23.Ld4 met als pointe 23…e5 24.c6! Zwart kan in ieder geval remise maken met 23…Txa2+ 24.Pxa2 Db2+ 25.Lxb2 Lxb2+. Misschien dat er nog iets beters is, maar het offer was dan in ieder geval correct. Overigens was de dekking van veld b2 door een loper of dame op d4 een veelvoorkomend motief in de analyse.
Tijdens de analyse kwam de prijsuitreiking. Tuuk had vanuit een slechte stelling gewonnen van Blok, terwijl CM Drost remise had gespeeld tegen FM Lammens, die daardoor Large langszij zag komen. Voor Ptr was het een apart toernooi: hij speelde al zijn (vijf) partijen remise. Hij is voortaan dus de nieuwe Mr draw. Ik had nog het plezier van een overwinning, dus voor mij zal de benaming Mr win or lose wel toepasselijker zijn. Verder had Lenaard een toernooi om gauw te vergeten, terwijl ratingfavoriet Large met een gedeeld tweede plek genoegen moest nemen, hoewel hij geen slecht toernooi speelde.
Het was inmiddels al zeven uur toen we het uitgestorven Rode Kruis-gebouw verlieten. Pas om acht uur was ik weer thuis. Een slecht toernooi is afgesloten. De toekomst zal moeten uitwijzen of het ook een leerzaam toernooi was. Vooralsnog denk ik van wel.