De Grand Prix van Brittannië kende een bijzonder roerige slotfase doordat de ene na de andere auto in de problemen kwam, waardoor de helft van het veld naar de finish cruisete of strompelde.
Anno 2017 is de betrouwbaarheid in de Formule 1 dusdanig goed dat mechanische mankementen bijna niet meer voorkomen, al zal Verstappen die indruk misschien niet hebben. Hoe anders was dat vroeger, toen de wagens aan het eind van de race bij bosjes aan de kant van de weg geparkeerd stonden en de overgebleven coureurs met de grootste moeite de finish haalden. In Engeland strompelden Hülkenberg (ERS-storing) en Stroll (kapot bargeboard) naar de finish, hier en daar een plekje verliezend. De grootste verliezer van de slotfase was echter Ferrari, dat beide wagens met een lekke linker voorband zag terugvallen.
De afgelopen jaren hadden de banden in Groot-Brittannië geen problemen meer gegeven. Het bandenfiasco van 2013 was inmiddels alweer even geleden. Met de hardere banden van dit jaar leek een herhaling van die farce van vier jaar geleden uitgesloten, maar in de laatste ronden van de race sloeg het noodlot dan toch toe. Wat het nog vreemder maakte, was dat Räikkönen als eerste lek reed en daarna pas Vettel, die veel eerder was gestopt:
Räikkönen wisselde aan het eind van de 24e ronde zijn banden, zodat hij, exclusief de ronden die hij in de kwalificatie op die banden had gereden, 20 raceronden op de superzachte band had afgelegd. Dan zouden 27 ronden op de zachte band ook geen probleem meer moeten zijn, zeker omdat Bottas niet minder dan 32 ronden op de gele band aflegde. Räikkönens rondetijden gaven ook geen indicatie dat de banden op het punt stonden het te begeven.
Bandenproblemen waren er wel voor Vettel en Verstappen, die hun rondetijden in het laatste kwart van de race behoorlijk in zagen storten. Na de slag bij de eerste serie pitstops gemist te hebben, was Red Bull erop gebrand de Ferrari’s toch nog tactisch bij de neus te nemen. Omdat Vettel zijn plek aan Verstappen zou verliezen als hij nieuwe banden zou halen, liet Ferrari hem op versleten banden doorploeteren. Red Bull gokte erop dat Vettels bandenproblemen zouden verergeren, maar toen Räikkönen lek reed, werd Verstappen meteen uit voorzorg naar de pits gehaald. Door de klapband van Vettel in de daaropvolgende ronde kreeg hij alsnog de vierde plaats toegespeeld.
Het was opmerkelijk dat de topteams beter uit de voeten konden op de superzachte band dan met de zachte band. Hoewel het verschil tussen de twee compounds qua snelheid en slijtage gering was, verschillen ze wel qua constructie, waardoor ze bijvoorbeeld ook bij verschillende temperaturen optimaal presteren. Een auto die perfect presteert op het ene compound kan het andere compound bijvoorbeeld oververhitten. Het leek er in ieder geval op dat de Ferrari’s en de Red Bulls voor de superzachte band waren afgesteld.
Het betekende dat Vettels vroege stop om Verstappen te undercutten hem uiteindelijk duur kwam te staan. Wat ook niet meehielp, was dat de Duitser te hard op zijn nieuwe banden pushte. Volgens de analyse van de rondetijden was zijn initiële snelheid hoger dan die van iedereen:
In zijn eerste stint op supersofts zat Vettel klem achter Verstappen, dus was zijn snelheid niet te bepalen. In zijn tweede stint op softs was hij echter aanvankelijk de snelste van allemaal (gecorrigeerd voor brandstof). Hamilton, die de race controleerde, bouwde zijn stints veel rustiger op. De prijs die Vettel voor zijn snelheid moest betalen, was dat zijn banden veel harder sleten:
Vettels slijtage op de zachte band is geschat op 0,15 seconden per ronde². Vettels slijtage was overigens niet zo lineair als hier voorgesteld: de eerste twintig ronden waren zijn rondetijden tamelijk constant, wat suggereert dat de slijtage toen niet heel extreem was (ongeveer 0,08 seconden per ronde²), maar daarna liepen zijn rondetijden plotseling enorm op (totdat uiteindelijk de linker voorband er genoeg van had). Dit was eventueel te modelleren door een kwadratische slijtageterm op te nemen, maar dat had het toch al vrij ingewikkelde model alleen nog maar ingewikkelder gemaakt.
In ieder geval had Vettel de hoogste slijtage op de zachte banden. Verstappen had hetzelfde probleem, zij het in mindere mate. Vanwege het chronische gebrek aan snelheid van zijn Red Bull kwam hij pas dichter bij de Ferrari op het moment dat zijn eigen banden hun beste tijd ook wel weer gehad hadden.
Een heel ander verhaal was Bottas, die op de zachte band gestart was en een zeer slimme race reed. Zonder veel moeite werkte hij zich op naar de vijfde plek, waarna hij van een afstandje toekeek hoe Verstappen en Vettel elkaar het leven zuur maakten. Nadat de twee waren gestopt, gooide Bottas het tempo ineens flink (met bijna twee seconden per ronde) omhoog, zodat het model een negatieve bandenslijtage voor hem mat. Blijkbaar zorgde zijn rustige opbouw ervoor dat hij geen bandenproblemen kreeg, al maakt dat het raadsel van Räikkönens bandenproblemen er alleen maar groter op.
De volgende grafieken geven de gemodelleerde bandenslijtage van de top 5. Allereerst de slijtage op de superzachte band, die door iedereen behalve Bottas in het begin van de race werden gebruikt:
De superzachte band laat een voorspelbaar patroon zien: de rondetijden lopen langzaam op door bandenslijtage. Interessant genoeg zijn er verschillen per teams. Zo had Räikkönen in de kopgroep de hoogste bandenslijtage. Toch zou hij naar schatting nog tot de 25e ronde sneller geweest zijn dan Verstappen. Hamilton controleerde het tempo vooraan. In het begin van de stint was hij ongeveer net zo snel als Räikkönen, maar al gauw kwam hij steeds verder in het voordeel. Bottas reed zijn tweede en laatste stint op de superzachte band. Volgens de analyse was hij niet eens heel snel, wat deed vermoeden dat hij vooral sneller was dan de Ferrari’s omdat zijn banden nieuwer waren.
Op softs was het beeld veel gevarieerder. De enorme slijtage van Vettel valt direct op. Verstappens bandenslijtage was ook vrij hoog. De rondetijden van Hamilton en Räikkönen kenden hetzelfde verloop, wat doet vermoeden dat Hamilton de race netjes controleerde. Bottas stint op de zachte band was erg indrukwekkend omdat hij zijn banden lang in leven hield zonder extreem traag van start te gaan.
Volgens de analyse die geen rekening houdt met verschillen in slijtage tussen coureurs was Hamilton de snelste man in de race, gevolgd door Bottas:
Wat opvalt is hoe groot de voorsprong is van de topteams op de rest. Hoewel Verstappen en Ricciardo allebei ruim acht tienden op Hamilton moesten toegeven, waren ze op hun beurt zes tienden sneller op Hülkenberg, die op zijn beurt een halve seconde sneller was dan de kluit in de middenmoot. Ocon, Magnussen, Massa en Vandoorne ontliepen elkaar bijna niks. Pérez was mogelijkerwijs nog iets sneller, maar hij zat de hele tijd in het verkeer, dus was zijn snelheid niet te bepalen.
De achterhoede wordt gevormd door Kwjat, Stroll en Ericsson. Wehrlein kampte met enorme bandenslijtage (zie eerdere figuur) en was het traagst van allemaal. Alonso’s snelheid was vanwege het verkeer ook niet te bepalen. Hierdoor wordt de rangorde bij de teams als volgt:
- Mercedes
- Ferrari +0,2
- Red Bull +0,8
- Renault +1,4
- Force India +1,96
- Haas +2,00
- Williams +2,04
- McLaren +2,05
- Toro Rosso +2,3
- Sauber +2,5