Valtteri Bottas’ eerste overwinning in Rusland deed me nog het meeste denken aan Ralf Schumachers eerste overwinning op Imola in 2001. Beide coureurs grepen vanaf de derde startplek nog voor de eerste bocht de leiding en reden daarna fluitend bij de concurrentie vandaan.
Net als zestien jaar geleden op het door chicanes verpeste circuit in Noord-Italië was het in Rusland bijna onmogelijk om in te halen. Alleen Wehrlein ging in het begin van de race teamgenootje Ericsson voorbij en dat was het dan wat betreft de actie op de baan. Als de Grand Prix van Rusland één ding aantoonde, dan was het wel hoe desastreus de reglementsveranderingen hebben uitgepakt. Hoewel China dankzij de regen niet verkeerd was en Bahrein ook best een aardige race was, bleek dat de bloedeloze race in Australië geen incident was. Door de bredere vleugels is het bijna onmogelijk om binnen een seconde van een voorganger te komen, zodat DRS ook het verschil niet meer kan maken. Anno 2017 draait het dus alleen nog maar om de kwalificatie en de start.
Hoe moeilijk het inhalen wel niet was, was goed te zien aan de leiders, die veel tijd verloren met het dubbelen van achterblijvers. Als ze binnen twee à drie seconden van de achterblijvers zitten, verliezen ze al neerwaartse kracht, zodat ze maar moeilijk naar de staart van de achterblijvers kunnen rijden. Daar had Verstappen in China bijvoorbeeld met Grosjean last van. Opmerkelijk genoeg treedt de wedstrijdleiding nauwelijks op. Vroeger werden achterblijvers meteen op de bon geslingerd als ze een bochtje te laat voor de leiders aan de kant gingen, maar nu kunnen ze de koplopers probleemloos een halve ronde in de weg rijden.
Het verkeer had ook invloed op de gevolgde strategieën. Zo verspeelde Bottas in het verkeer zijn voorsprong op Vettel bijna volledig, waarna Mercedes hem maar naar de pits haalde voor zijn verplichte bandenwissel. Waarschijnlijk waren ze bang geworden voor een undercut van Vettel, maar dat risico was beperkt. De bandenslijtage was erg gering, dus waren versleten ultrasofts nauwelijks trager dan nieuwe supersofts:
Bottas’ race ging als volgt: na drie ronden werd de race vrijgegeven (1). Bottas rijdt langzaam bij de Ferrari’s vandaan. Na zo’n 15 ronden gooit hij er een schepje bovenop (2). Vervolgens komt hij in het verkeer, waardoor Vettel het gat dicht kan rijden. Niet lang daarna laat Bottas zijn banden verwisselen (3). Na zijn stop rijdt Bottas op supersofts maar enkele tienden sneller dan ervoor op ultrasofts. Vettel is sneller aan het eind van de race. Onder druk maakt Bottas een fout en daarna zit hij opnieuw in het verkeer (5).
Bottas’ rondetijden deden vermoeden dat het voor hem gunstiger was geweest om later te stoppen, zodat hij langer op de snellere band zou blijven rijden. Door zijn relatief vroege stop hadden de Ferrari’s aan het eind van de race betere banden. Doordat de Ferrari’s ook wat sneller leken op de superzachte band dan de Mercedes, kreeg Bottas het in de slotfase nog even moeilijk. Inderdaad had Vettel volgens de analyse de snelheid om de race te winnen, maar het verhaal is bekend: op het Sochi Autodrom is inhalen anno 2017 onmogelijk als degene voor je geen fout maakt.
Het model onderschat de rondetijden van Bottas (lichtgrijs) en Vettel (rood) in het begin van de race. Beide coureurs hadden aan het eind van hun eerste stint veel last van achterblijvers. Räikkönens race (donkerrood) verliep veel meer als voorspeld. Hamilton had de hele race problemen met de koeling van zijn bolide. Bij de pitstops verloor hij om de een of andere reden veel tijd, waarna hij er in de slotfase maar met de pet naar gooide.
Qua strategie was er verder weinig variatie. In de achterhoede begonnen Vandoorne en de Saubers op de superzachte band, die ze tijdens de safetycarfase inwisselden voor de ultrazachte band. Opmerkelijk genoeg kwamen ze halverwege de race nogmaals binnen voor een nieuw setje ultrazachte banden. Van de overige coureurs ging alleen Massa tweemaal naar de pits en dat was niet vrijwillig. De Braziliaan kreeg namelijk tot twee keer toe een lekke band. De overige teams hadden daar geen last van, dus zal het wel met de auto te maken hebben gehad.
Vanwege de geringe bandenslijtage vonden er zelfs na de pitstops geen inhaalacties plaats, wat wel als een unicum in het Pirelli-tijdperk gezien kan worden. Een ander minpuntje was dat de zachte banden helemaal niet gebruikt worden, wat een verdere indicatie was dat de banden dit jaar veel te hard zijn.
Bottas was op de ultrazachte band het snelst van allemaal. Op de superzachte band gaf hij 9 tienden toe. Vettel was langzamer op ultrazacht (+0,2), maar sneller op superzacht (+0,8). Räikkönen gaf op beide compounds een tiende op Vettel toe. Hamilton was niet best op paars (+0,5) en heel langzaam op rood (+1,6).
Verstappen was weer eens best of the rest met +1,4 op ultrazacht en een relatief goede +1,8 op superzacht. Massa was met +1,8 op ultrazacht en +2,0 op superzacht niet heel veel trager, maar door de lekke banden eindigde hij slechts als negende. Pérez gaf op ultrazacht 2,0 seconde toe op Bottas op dezelfde band. Op superzacht was hij maar iets trager: +2,2. Ocon gaf op ultrazacht twee tienden en op superzacht één tiende toe op zijn teammaat. Hülkenberg was sneller op de superzachte band (+2,1) dan op de ultrazachte band (+2,3), mogelijk omdat hij maar heel kort op de rode band reed. Sainz kwam duidelijk tekort met +2,6 op ultrazacht en +2,4 op superzacht. Stroll was een tiende trager op ultrazacht en net zo snel op superzacht. Kwjat gaf voor eigen publiek veel toe op ultrazacht (+3,0), maar ging sneller op superzacht (+2,3). Magnussen was zowel op ultrazacht (+2,8) als superzacht (+3,2) traag.
De achterhoede wordt gevormd door Vandoorne en de Saubers, die alleen representatieve tijden op de ultrazachte band reden. Vandoorne en Ericsson waren 3,7 seconden trager dan Bottas op dezelfde band, Wehrlein zelfs 4,1 seconde.
Zonder onderscheid tussen de compounds waren de relatieve snelheden als volgt:
- Vettel
- Bottas +0,0
- Räikkönen +0,2
- Hamilton +0,6
- Verstappen +1,1
- Massa +1,5
- Pérez +1,7
- Ocon +1,8
- Hülkenberg +1,8
- Sainz +2,1
- Stroll +2,1
- Kwjat +2,2
- Magnussen +2,6
- Vandoorne +3,3
- Ericsson +3,6
- Wehrlein +3,7
Dat brengt me tot de volgende rangorde van de teams:
- Ferrari
- Mercedes +0,0
- Red Bull +1,1
- Williams +1,5
- Force India +1,7
- Renault +1,8
- Toro Rosso +2,1
- Haas +2,6
- McLaren +3,3
- Sauber +3,7
Ik heb het nog niet eerder geschreven, maar voor mij voegen je analyses echt wat toe aan mijn begrip van de race. Leuk om te zien dat deze feiten als het ware de plekken justificeren. Wat ik dan altijd boeiend vind is om te theoretiseren wat strategische beslissingen van het winnende team voor potentie hadden gehad voor de wagen van de directe concurrent. Natuurlijk speelt de factor “racetalent” een grote rol, maar gesteld dat er niet veel verschil zit in talent tussen de toppers, dan is het boeiend om te kijken of we op basis van dit soort gegevens kritiek zouden kunnen leveren op teams die misschien minder presteerden dan ze hadden gekund. Mja, hopen maar dat Spanje weer wat meer raceplezier oplevert!
Bedankt voor het compliment!
Ik probeer de races inderdaad zo goed en kwaad als het kan te analyseren. Door in de rondetijden de inbreng van de rijder te scheiden van factoren als bandenslijtage en brandstofniveau, kan ik ontdekken wie er snel waren en wat in theorie de beste tactiek was. In deze race speelde de strategie nauwelijks een rol, dus eindigde iedereen waar hij hoorde. Helemaal tevreden over deze analyse ben ik overigens nog niet. De achterblijvers lijken de resultaten nog te veel te verstoren, waardoor de uitkomsten niet helemaal betrouwbaar zijn. Hopelijk is het verkeer de volgende keer niet zo’n spelbreker. Helaas hebben mijn analyses dit jaar me nog weinig echte inzichten opgeleverd, vaak omdat het strategische aspect vaak ontbrak. Ik vond het wel interessant dat ik in China “ontdekte” dat de zachtere band op een opdrogende baan sneller opwarmde dan de hardere band, maar dat was het dan ook wel. Voor analyses van vorig jaar, zie: http://f1infigures.blogspot.nl/