BSG heer en meester in Enschede

BSG met dank aan Grotovsky veel te sterk voor Dr. Max Euwe
Enschede. Een grote stad vlak bij de Duitse grens. De hoofdstad van de oostelijke Randstad. Daar werd BSG afgelopen zaterdag geacht te gaan spelen. Niet tegen de eigenwijze schakers die onnodig opgeven, maar tegen niemand minder dan Dr. Max Euwe. Gelukkig speelden we niet tegen de wereldkampioen zelf, maar tegen het eerste team van de vereniging. Het team is een mengelmoes van Duitsers en Nederlandse talenten. Het is er altijd een vrolijke boel, Dr. Max Euwe is de club van Enschede. Sinds Ewood studeert, is hij lid van de club en gelijk zijn zijn schaakprestaties verbeterd. Hij kent de spelers redelijk en speelde als dubbellid wat informatie door naar BSG, dat de KNSB-wedstrijd mede daardoor eenvoudig won.

Voor Ewood, die voor deze gelegenheid zijn clubshirt had aangetrokken, was de confrontatie eigenlijk gewoon een thuiswedstrijd. “Grotovsky” kon in zijn kamertje lekker uitslapen, terwijl zijn teamgenootjes een twee uur durende treinreis maakten. Voor de helft van het geld, dat weer wel. In Enschede stond hij ons op zijn fiets vrolijk op te wachten, waarna hij ons de weg wees naar de speelzaal.

In de speelzaal stonden 26 liveborden te wachten om de zetten van de drie teams van Dr. Max Euwe uit te zenden. Voor BSG was het een spannend moment: hoe zou de opstelling uitpakken? Verwacht werd (inside-information!) dat de thuisploeg het eerste bord zou “opofferen”. Daarom hadden wij daar Die Tatjana opgesteld. Aan bord twee zou Leon spelen en pas op het derde bord werd ons “kanon” Der Aleksandar opgesteld. Zou de thuisploeg ons “naaien” door voor de verandering niet met een tactische opstelling te spelen?
Aan de opstelling was te zien dat de thuisploeg wel had geanticipeerd op een “normale” opstelling: Evert Rademakers, volgens Grotovsky een remiseschuiver, werd daar opgesteld met de bedoeling Berelowitsch op remise te houden. Door die tactiek ging nu mooi een dikke streep. Aan bord twee speelde Floris van Assendelft, een creatieve hakker die op het punt staat IM te worden. Aan bord drie had de thuisploeg topscorer Bart Konijn uit de hoge hoed getoverd, dus dat was ook geen kattenpis. Grappig genoeg hadden beide teams een vrij normale opstelling bedacht, afgezien van het eerste bord. Het “tactische” gedeelte streepte mooi tegen elkaar weg, waardoor BSG op vrijwel elk bord een klein ratingvoordeel had.

Wedstrijd
De wedstrijd Dr. Max Euwe-BSG werd aan twee tafels gespeeld: aan de ene tafel stonden de even borden en aan de andere tafel de oneven borden. Ik zat daardoor als zevendebordspeler tussen Large (5) en invaller Coen (9) in. De BSG’ers zaten met de ruggen naar elkaar toe, terwijl de thuisploeg aan de randen zat. De wedstrijdleider was hier niet zo gelukkig mee, omdat de spelers van Dr. Max Euwe hierdoor naar elkaar zouden kunnen seinen. Niet dat ik er bang voor was, maar de BSG’ers zaten wel een beetje in de verdrukking, wat niet helemaal eerlijk is.

Hoewel de ingrediënten voor een lastig middagje aanwezig waren, werd het een complete walk-over voor BSG. Het begon allemaal bij Coen, die de dag voor de wedstrijd werd opgeroepen. Peter wilde niet voor Robert Ris invallen, want hij wilde liever tegen Pete Paylen spelen. Edwin moest zich de blaren op de tong praten om de oudste Van der Heijden te laten invallen. Lenaard vond het niet eens een probleem om desnoods nog een partij met zwart te spelen. Pas na lang aandringen ging Coen akkoord. Het resultaat was er niet minder om. In het Tweepaardenspel won Coen een pion, terwijl zwarts compensatie steeds twijfelachtiger werd. De ongelukkige zwartspeler gooide er zowat al zijn bedenktijd tegenaan, maar verder dan een verloren eindspel kwam hij niet.

Large en Behirder waren vrijwel tegelijkertijd klaar. Hoewel Behirder in de trein nog naar de Franse opening had gekeken, kreeg Large die opening juist op het bord. Echt openingsvoordeel krijgt hij ook niet. Lange tijd gaat het positionele gevecht gelijk op, totdat een paard op h5 zich in de strijd mengt en een loper op e8 met schaak verorbert.
Heel wat groter waren de openingsproblemen bij het Apenhoofd, die net als vorig jaar in Dieren tegen Ton Ellenbroek speelde. In de databases is hij te vinden met een FM-rating, inmiddels is hij zelfs gezakt tot onder de 2000. Soms speelt de beste man solide partijen, maar soms blundert ‘ie als een kind. In de opening vond Behirder het in ieder geval nodig om lang na te denken. In het Scandinavisch werd een onnauwkeurigheid meteen afgestraft. De witte stelling zag er niet al te hoopvol uit, maar na een paar mindere zetten van zwart kwam er een min of meer gelijkwaardig middenspel op het bord. Vervolgens rook Ellenbroek zijn kans en besloot op winst te spelen door de stelling uit balans te brengen. Een loper werd geruild voor een paard, waarna Behirder demonstreerde waarom een loper in een eindspel doorgaans sterker is dan een paard. Over het technische gedeelte was hij wel te spreken, maar het was hem op eigen kracht nooit gelukt om te winnen. In ieder geval had hij zijn eerste competitiezege van het seizoen binnen.

De stand was dus 3-0 voor BSG en daar kwam nog een puntje van FM Henk bij. Hij had een rommelige partij weten te winnen. Echt tevreden was Henk niet. Hij had een foutje gemaakt in de opening, waardoor hij minder was komen te staan. De stelling bleek echter licht ontvlambaar, want binnen de kortste keren stonden her en der stukken aangevallen. In de analyse leek het erop dat het witte flensje de slagenwisseling haast ongeschonden zou moeten overleven, in de partij kreeg zwart echter de overhand. Schuine Tim offerde nog een stuk, maar de “tegenaanval” werd probleemloos opgevangen.

Het eerste matchpunt werd binnengehaald door Grote Beer, die in een complexe Spaanse stelling ergens een kwaliteit had gewonnen en de boel vervolgens uitschoof. Voor de niet-GM’s was de partij waarschijnlijk even ondoorgrondelijk als voor de gewone huis-tuin-en-keukenschaker.

Na de tijdnoodsfase verzuchtte Ton dat hij het had verprutst. Een iets betere stelling was omgeslagen in een zo goed als verloren eindspel. Na de tijdscontrole had de witspeler alle tijd om even een winstvariant uit te rekenen. Hoe groot is de verbazing dan ook als blijkt dat het remise is geworden. Wit besloot namelijk maar zetten te herhalen, waarna Ton slim remise aanbood. Zodoende was de wedstrijd al beslist.

Ewood was niet al te blij met de opening die hem werd voorgeschoteld. Het bleek echter dat de witspeler zijn “slappehapvariant” ook niet echt kende, waardoor hij al snel positioneel verloren kwam te staan. Ewood rokeerde vrolijk lang en schroefde zijn h-pion wits stelling binnen. Het loperpaar kwam zodoende nooit tot zijn recht. Ewood won twee pionnen en gaf er toen eentje terug om in een gewonnen eindspel te komen. Zodoende had “Grotovsky” tegen zijn oude team gescoord. Aangezien hij zijn respect voor zijn tweede club niet kon laten blijken door het juichen achterwege te laten, besloot hij maar “sorry” te schrijven achter de uitslag op het scorebord.

De stand was zodoende een fenomenale ½-6½. De vraag was of er nog veel bij zou komen. De evaluaties van de resterende partijen veranderden met de zet. Zo moest Die Tatjana aan #1 een iets minder toreneindspel keepen, veel kon er niet misgaan. Leon had een kwaliteit tegen een pion meer. Ook hier leek een remise een logisch resultaat, al weet je het met Leon nooit. En ten slotte Lenaard, die als een krant stond, maar zich nog taai verdedigde. Wie weet zou dat dus ook remise worden.

De partijen duren en duren maar voort. Die Tatjana heeft het zichzelf iets moeilijker gemaakt dan nodig was. Met een doordringende blik voert ze steeds de zetten uit, een beetje arrogant. Alsof ze wil zeggen: “Waarom speel je nog door, dit is potremise.” Maar Evert R. laat zich niet intimideren. Hij wil alle mogelijkheden van de stelling benutten. Tatjana ploetert voort. Met tegenzin worden er wachtzetten uitgevoerd. Maar dan gebeurt het. In de veronderstelling dat alles wel remise is, maakt ze het wel heel bont. De koning wordt naar Siberië verbannen en de laatste witte pion wordt geruild. Terwijl zwarts g-pion naar de overkant loopt, houdt de toren de witte monarch aan de grens tegen. Bijna op Wüstefeldiaanse wijze is ze tegen een nul opgelopen.

Beter vergaat het Leon, die er in het eindspel lekker voor gaat zitten. Floris, die aanvankelijk (naar eigen zeggen) goed had gestaan, kon mentaal niet meer overstappen naar het verdedigen van een lastig eindspel. Leon klaarde de technische klus vervolgens als een echte prof.

Lenaard liet ons vervolgens nog in spanning. Zijn passieve stelling was nog verbazingwekkend venijnig. De witspeler slaagde er in ieder geval niet in om een weg naar de winst te vinden en begon te klooien. Opeens moest wit oppassen. Lenaard kwam dan ook gewonnen te staan, maar hij had er wel een hoge prijs voor moeten betalen: hij had weinig tijd. Een psychologisch probleem? Een probleem van de laatste tijd? In tijdnood beginnen foute gedachten door zijn hoofd te spoken en slaagt hij er niet in om de partij ook te winnen. Een afwikkeling naar een verloren pionneneindspel is het trieste gevolg.

Daardoor bleef de teller staan op 7½ punt, desondanks een ongekend ruime overwinning. Na de magere duels tegen SOPSWEPS en Philidor was dat ook wel nodig. Toch overheerste er niet het gevoel dat we ook fantastisch hadden gespeeld. Dat kan positief of negatief worden uitgelegd. Ik vrees dat we gewoon hebben geprofiteerd van een off-day van de thuisploeg. Volgende wedstrijd, tegen Purmerend, zal allesbepalend worden voor het kampioenschap. BSG zal die wedstrijd moeten winnen en waarschijnlijk is daar meer voor nodig dan wat we nu hebben laten zien, niet in de laatste plaats omdat we daar geen infiltrant hebben rondlopen.

Uitslagen:

Dr. Max Euwe (2178) – BSG (2262) 2½-7½
1. E Rademakers (2183) – T Rozenfeld (2137) 1-0
2. F van Assendelft f (2331) – L Pliester m (2358) 0-1
3. B Konijn (2219) – A Berelowitsch g (2575) 0-1
4. T Lammens f (2283) – H van der Poel f (2244) 0-1
5. F Brümmer (2138) – La Ootes (2383) 0-1
6. P Wilde (2239) – T van der Heijden (2259) ½-½
7. T Ellenbroek (1991) – J de Groote (2132) 0-1
8. C Scho (2154) – E de Groote (2291) 0-1
9. A Bündgen (2082) – C van der Heijden (2054) 0-1
10. L Compagnie (2161) – Le Ootes (2187) 1-0

Na de wedstrijd leidde Ewood ons naar het stadscentrum, waar we bij een Mexicaan gingen eten. Hoewel we niet altijd het juiste gerecht kregen, was de bedieningssnelheid wel in orde. Desondanks was het alweer bijna twaalf uur voordat ik thuis was. Een lange werkdag zat er weer op. ?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *