Vrijdag
Afgelopen weekend deed ik mee aan het Pinkstertoernooi. Aan dit jaarlijks terugkerende toernooi doen vele sterke schakers mee. Allemaal jagen ze op de hoofdprijs van 1250 euro. Voor de minder sterke sterke schakers was nog altijd een bedragje van 300 euri te winnen in de tweede groep.
Hoewel ik al vanaf 2005 in de hoogste groep meespeel, heb ik nooit meer dan 2½ punt gescoord. Ook nooit minder, maar dat terzijde. Anders dan vorig jaar durfde ik nu wel mee te doen. Die score van 2½ uit 7 moest toch een keer verbeterd worden! Tegenvallend was de opkomst. De benedengroep deed het redelijk (59 aanmeldingen om 58 vorig jaar), de hoofdgroep stelde teleur. Een dag voordat het toernooi zou beginnen, waren er maar 46 deelnemers, fors minder dan de 54 van vorig jaar. Wel was de hoofdgroep sterk bezet. Naast de “vaste krachten” Reinderman en Miezis, waren er ook twee Russische grootmeesters. Ook enkele gehaaide meesters, zoals Leon Pliester en natuurlijk Vincent Rothuis (winnaar 2006) waren van de partij. Voor mij was het jammer dat er weinig “makkies” waren; met mijn lage FIDE-rating stond ik ver in de achterhoede qua rating. Niet helemaal representatief, maar ik vreesde weer een achterhoedegevecht te moeten leveren.
Gezellig
Toch had het toernooi alles in zich om een leuk resultaat te behalen: Vin$ logeerde bij ons en later zou Sizzel (hij had in de eerste ronde een bye) komen. Het weer was prachtig en ik had amper wat te verliezen met schaken. Dat gold niet voor Vin$. Hij haalde wat kunstjes uit met de bal, waarna we nog gingen paaltjesvoetballen. Vin$ zat er niet zo mee dat Ewood zijn paaltjes omschoot, want, zo vertelde hij, als hij met schaken zou verliezen, zou hij dat veel erger vinden.
We gingen al gauw naar het Denksportcentrum. Volgens Ewood begon het toernooi om zeven uur. Dat had hij geraden, want we hadden geen programmaboekje gekregen. Het resultaat was in ieder geval dat we ons om half zeven kwamen aanmelden. Daar kreeg ik te horen dat het toernooi om half acht zou beginnen. Om de tijd te doden gingen we maar wat lopen. We wilden PJF tegemoet lopen. Hij kwam niet, zo bleek. Hoewel er wel 26 borden waren opgesteld, kwamen er uiteindelijk maar 42 deelnemers. Ook die Russen kwamen niet opdagen. Zo werd het best een karig toernooi, zeker omdat de hoofdgroep in de hoogtijdagen wel eens bijna het dubbele aantal deelnemers heeft gehad. Het was daarentegen wel lekker rustig en koel.
Ronde 1
Om een uur of half acht begon het enigszins uitgeklede toernooi. Ik was benieuwd tegen wat voor schaaktalent ik in de eerste ronde zou spelen. Dat had maar zo Marijn Otte kunnen zijn. Helaas of gelukkig (?) zat ik naast hem. Ik speelde tegen een Fransman, Romain Picard. Aan zijn FIDE-profiel te zien, speelt hij bijzonder veel toernooien. Maar goed, dat wist ik toen niet. Zijn bonkie speelde overigens ook mee in het toernooi. Wel maf dat twee Fransen helemaal naar Nederland gaan om een nauwelijks bekend weekendtoernooitje te spelen.
Zelf had ik het idee dat er wel wat te halen viel. Ik had zwart, maar m’n tegenstander speelde niet superscherp, dus ging ik maar schuiven. Wat profylactische zetjes en dan ineens het centrum opengooien. Ik had een actieve stelling en ik kreeg de kans om een kwaliteit te offeren voor gevaarlijke aanvalskansen. Kwam dat door Marijn Otte naast me? De FM had vast graag mijn stelling willen hebben, want zijn tegenstander speelde iets saais en het leek al gauw remise te worden. Nee, dat ging aan bord 12 toch anders. Twee offers bracht ik, een derde offer had in ieder geval remise opgeleverd en dan had wit die remise nog moeten vinden ook. Ik was het wel van plan, maar ik meende dat wit nog kon ontsnappen. Dus deed ik iets anders, maar daarna doofde m’n aanval snel uit. Ik speelde nog door met een kwaliteit tegen een pion minder, maar al snel werd het hopeloos.
Na afloop complimenteerde mijn tegenstander me met m’n spel. In de analyse concludeerden we dat de aanval winnend was, als ik nogmaals had geofferd. Ik voelde me dan ook ellendig na afloop. Aan de andere kant kon ik mezelf nog een schouderklopje geven. In de voorgaande edities ging ik er steeds kansloos af in de eerste ronde, nu had ik nog goed verloren. Als ik zo verder zou gaan, zou het wel goed komen.
Ondertussen was Vin$ ook klaar. Hij speelde remise tegen Blaffie. Nu speelt Vin$ wel vaker remise tegen zwakkere spelers (ook met wit), maar het was toch wel jammer. Gelukkig duurt het toernooi nog lang, maar van iemand als Vin$ verwacht je wel een puntje. In de partij speelde hij vol op de aanval en offerde hij twee torens. Helaas krijg je geen punten voor offers. Zwart vond een keer de juiste verdediging, offerde materiaal terug en stond prima. Daar sta je dan met je goeie gedrag… Toch dacht ik dat het een ongelukje was. Als hij de volgende partij zou winnen, zou hij het weer goed doen.
Ewood won gelukkig wel, maar hij had er de nodige moeite mee. Hij kwam goed uit de opening, maar deed toen wat slechte zetten, waarna zwart terug in de partij kwam. In het pionneneindspel deed Ewood het nog wel slim en wist hij met de koning binnen te dringen, waarna hij alsnog won.
Als laatste verloor Lenaard. Hij speelde weer eens Russisch en probeerde door middel van stukkenruil remise te forceren. Steeds meer stukken verdwenen van het bord, maar in tijdnood vond Le niet meer de zetten die de stelling binnen de remisemarge hielden. Zodoende morste ook hij een halfje.
De avond viel in en we reden maar naar huis. Mijn voorlicht begon steeds schever te zitten en op een gegeven moment brak ’t gewoon af. Dan maar zonder licht naar huis fietsen en hopen dat ik geen politie-agent tegen zou komen. Vin$ klaagde dat hij hoofdpijn had gekregen van zijn cola’tjes, waarna hij thuis doodleuk om een glas cola vroeg…
Ronde 2
Het was zaterdag geworden en ik mocht tegen Said Becic. In de online database vond ik welgeteld een potje van hem waarin wit 1.e4 speelde. Hij speelde een gaar systeem, waarin hij het loperpaar offerde en zichzelf ook nog een geïsoleerde d-pion bezorgde. Opmerkelijk. Vin$ speelde tegen Armen Hachijan, de topscorer van de eerste klasse KNSB, als ik me niet vergis. Ik dacht dat Vin$ zo iemand wel aankon. Een beetje schuiven en dan alle fouten tactisch uitbuiten. Nee, Ewood zou het vast zwaarder krijgen. Hij speelde namelijk met zwart tegen Eelke Wiersma. Niet dat ‘ie dan kansloos was; de onderlinge score was 1-1.
Het was inmiddels alweer middag en we gingen naar het DSC, waar ik wraak wilde nemen op die nederlaag die ik in 2005 leed tegen deze tegenstander. Of was ik naar het DSC gekomen om keer op keer genadeloos klop te krijgen? De opening verliep in ieder geval niet volgens plan. Al op zet twee week hij af. Ach, FM Henk had ik laatst ook met die opening geveegd, dus als ik m’n best gewoon zou doen, kon dat nu weer. Ik speelde echter niet super, waarna mijn tegenstander overoptimistisch op zoek ging naar voordeel. Eerst opende hij wat lijnen voor zijn koning, daarna probeerde hij een pion te winnen. Ik ontwikkelde rustig en die pion kreeg hij niet eens. Ik had al heel gauw alles gekregen en dat door de tegenstander! Met een passief stukoffer kon ik de partij snel uitmaken. Wat was ik blij dat ik eindelijk weer eens een partij had gewonnen op het Pinkstertoernooi! De laatste overwinning dateerde alweer uit 2006, toen Vin$ nog won.
In dat opzicht leek 2009 totaal niet op 2006. Vin$ had braaf Spaans gespeeld en ik verwachtte dat hij dat wel kon, maar de opening verliep slecht. Op een gegeven moment moest Vin$ een stuk offeren voor een paar vrijpionnen. Die konden echter nooit gevaarlijk worden, hoe hard Vin$ het ook probeerde. Het betekende in ieder geval dat hij verloor. Ik stond dus voor Vin$, maar blij werd ik er niet van. Sport is gewoon heel grillig. De ene dag doe je je best en versla je een hele sterke tegenstander, de andere dag doe je net zo goed je best, maar verlies je van een zwakkere tegenstander. Het deed me een beetje denken aan het NK snelschaken voor teams in Mierlo, waar hij een start van ½ uit 2 liet volgen door een behoorlijke eindsprint. Kon ‘ie zich samen met Giri, die de eerste ronde had verloren, naar boven knokken. Maar de prijzen waren al aardig uit zicht geraakt.
Ewood speelde ondertussen een verdienstelijke remise bij elkaar. In de eindstelling stond hij beter, maar door de tijdsdruk herhaalde hij zetten. Toch niet verkeerd.
Lenaard won ook nog. Hij speelde tegen iemand zonder FIDE-rating. Ik heb alleen de opening gezien en daar snapte ik al niks van…
Hoewel ik vroeg klaar was, bleef ik nog lange tijd analyseren. Sizzel speelde zijn eerste partij en won netjes, waarna hij nog een hele tijd bleef analyseren. Toen Ewood en Vin$ klaar waren, wilden we ook eens naar huis. Zo lang zijn die twee uren tussen de ronden niet. Sizzel ging bij Ewood achterop. Eindelijk waren beide gasten aangekomen. Het toernooi kon nu echt beginnen…
Ronde 3
De kop was eraf. Nu braken de mooie tijden aan, waarin we lekker konden bughousen tussen de ronden. Of met z’n vieren paaltjesvoetbal doen. Of analyseren. Thuis gingen we tosti’s vreten en fietsten we weer met een goed gevulde maag naar het DSC. Sizzel ging op de fiets van m’n ma, wat er wel vaag uitzag. Vin$ reed op Ewoods fiets en Ewood reed op Jean Loulous fiets. Ja ja, een stoelendans met fietsen of zo.
Zat ik in de eerste ronde nog tegenover Ewood, nu zat ik bijna tegen Vin$’ stoel aan. Hij speelde tegen Sten Goes, die de eerste twee partijen had verloren. Zelf speelde ik tegen Evert-Jan Straat, een wat oudere man. Ewood speelde tegen Willy Hendriks en Lenaard kwam mijn tegenstander van de eerste ronde tegen. Wanhopig kwam hij bij me langs voor advies. Ik hoopte dat hij nog wat kon gebruiken van mijn partij, maar Lenaard koos voor een andere opening.
Mijn opening was ditmaal geen succes. Ik kon voor m’n gevoel ook amper denken. Dat brood lag blijkbaar wat zwaar op de maag. De eerste tien zetten of zo speelde ik traag en ze waren nog slecht ook. Toen ik langzaamaan weer kon nadenken, zag ik hoe slecht ik al stond. Wit stond veel actiever en alles leek mis te gaan. Wat moest ik nou doen? Met pijn en moeite deed ik nog wat zetten waarvan ik dacht dat ze niet verloren, maar ik ontdekte steeds weer nieuwe dreigingen. Uiteindelijk zat er een miraculeuze redding in, waardoor ik een toreneindspel wist te bereiken met een minuspion. Het zou wel weer goedkomen…
Opeens was er gerommel achter me. Vin$ was klaar. “Gewonnen natuurlijk”, was mijn eerste gedachte. Of had ‘ie geblunderd? Dat laatste moet het geval zijn geweest, want de uitslag was 0-1. Arme Vin$. Uit zijn gesprekken wist ik hoe belangrijk hij het toernooi vond. Ik gaf hem daarom ook maar een schouderklopje, om vervolgens weer naar mijn bord te gaan, want er stond me nog een zware verdediging te wachten…
Het eindspel wat ik moest verdedigen was best interessant. Was het nou gewonnen voor wit? Voor zover ik weet heb ik me optimaal verdedigd. Ondanks het remiseachtige karakter van het toreneindspel meende ik nog een winstplan te zien voor wit. Dat bleek niet zo te zijn en na lang verdedigen hield ik het eindspel volgens de boekjes op remise. Dat was toch wel een morele overwinning.
Daarmee was ik een van de weinigen van BSG die nog wat scoorde. Goed, het Loensreptiel hield Dimitri Reinderman dan wel op remise, maar daar stond tegenover dat Ewood een lang eindspel verloor. De hele partij stond hij minder, maar hij leek nog aardige remisekansen te hebben. Helaas was de tijd toen op.
Ook Lenaard verloor. Hij vertelde dat zijn tegenstander voor het eerst de “principiële variant” speelde. Anders weken de tegenstanders altijd vaag af, waardoor Le een fraaie score had met die variant. Nu verloor hij er in ieder geval mee.
In de tweede groep had Sizzel van een clubgenoot gewonnen. Na mijn winst in de ochtendronde liet ik het Schots gambiet nog zien aan zo’n blinde gast. Hij vond dat hij 5.e5 had moeten spelen, hoewel 5.0-0 gewoon theorie is. Nu kreeg Sizzel die opening tegen zich. In plaats van het sterke 10.Lg5! deed wit het matige 10.Pxd4?!, waarna zwart dames ruilde en een plusje had in het eindspel. Rustig schoof Sizzel zich naar weer een overwinning. Hij was weer een stapje dichter bij de prijzen.
Het was laat en we wilden naar huis. Maar waar was Vin$? Was hij weggelopen? Had hij zich verstopt? We konden hem in ieder geval niet vinden en dat baarde ons zorgen. En we wilden graag naar huis… Uiteindelijk bleek dat hij naar huis was gegaan. Beppie vertelde er thuis over. Vin$ was meegereden met Toon Janssen, een deelnemer in de tweede groep en hij zou de dag erop weer mee kunnen rijden naar Bussum. Maar was dat waarschijnlijk? Vin$ had ondertussen wat spulletjes opgehaald, maar hij was z’n pyjama vergeten. Ziek en teleurgesteld was de jonge IM naar huis gegaan. 2006 is alweer heel lang geleden.
We reden dus zonder Vin$ naar huis. Omdat mijn voorlamp van m’n fiets was gevallen, hoopte ik dat ik geen politiewagen zou tegenkomen. Net toen ik daar aan dacht, stak een politiewagen voor me het fietspad over. Misschien waren ze met iets belangrijks bezig, of letten ze niet op, of zagen ze me niet, of hadden ze geen zin, want ze reden rustig door. Even later reed er weer een politiewagen langs. Blijkbaar was er echt iets gebeurd, want anders zie ik nooit politiewagens. Geschrokken reed ik zo snel mogelijk naar huis.
Ronde 4
Het wegvallen van Vin$ was jammer. Vooral voor mij, want nu had ik geen “maatje” meer. Toch liet ik me er niet teveel door afleiden. Ik zou namelijk tegen Melmak spelen. In 2006 kegelde hij me gauw van het bord. Nu had ik wit en moest dat anders gaan. Ik wist dat hij Frans speelde en dat hij dat aardig kende. Dus ging ik op zoek naar een eenvoudige variant. Misschien staat wit uiteindelijk ietsje beter en kon ik nog wat proberen, maar veel zal het niet zijn. In ieder geval was dat beter dan wat Le in 2007 tegen hem deed.
Ook Le speelde tegen een oude bekende: Said Becic. Hij wist in ieder geval wat ‘ie speelde en hoe je dat met wit wel moest doen. Ewood speelde tegen die Pietrow, iemand waar je volgens Sjonnie Markus altijd tegen speelt als je nul uit vijf hebt.
Zelf kon ik eindelijk weer eens wat zetten snel op het bord kwakken. De eerste zeventien zetten kon ik snel spelen voor de verandering. Dat betekent dat hij niet het slappe 3… dxe4 speelde, maar het veel leukere 3… Lb4 deed. Dat had ik eerlijk gezegd wel verwacht. Melmak is iemand die goed op remise kan spelen met zwart, maar hij wil wel winnen van zwakkere tegenstanders. In zijn ijver winstkansen te creëren, offerde hij opeens een kwaliteit. Hij kreeg er een pion voor, maar het was niet genoeg. Wel bood hij remise aan, maar ik vond dat ik nu risicoloos voor de winst kon gaan. Zeker toen hij zijn paard inruilde voor mijn loper. Ik moest proberen door zwarts stelling te komen en dat was nog niet zo eenvoudig. Er waren namelijk maar twee open lijnen: de c-lijn en de f-lijn. De c-lijn kon geblokkeerd worden met …Lc6, de f-lijn was minder van belang, want ik kon moeilijk binnenvallen. Het duurde lang voordat ik een winstplan vond, maar de vele manoeuvres zagen er wel geil uit. Uiteindelijk kon ik mijn voordeel van een kwaliteit meer inruilen voor een vrijpion die meteen doorliep. Ik was blij. Toeschouwer APV kon er wel van genieten.
Lenaard kon minder genieten. Zijn tegenstander speelde weer eens raar, maar de activiteit van zwarts stukken werd Le uiteindelijk teveel. Ewood kwam een pion achter, maar maakte uiteindelijk een eindspel waarin hij een toren had en wit een paard en twee pionnen probleemloos remise.
Sizzel scoorde zijn derde puntje op rij en met 3½ uit 4 ging hij halverwege het toernooi hard op weg naar een leuk geldbedrag. In een rustige opening speelde Jesse Fazant een beetje vreemd en kwam zonder compensatie een pion achter. Sizzel won dan ook zonder moeite.
Ronde 5
Na een lange analysesessie was het weer tijd om naar huis te gaan. Sizzel was in zijn nopjes en vertelde blij dat ‘ie ’s avonds nog beter speelde dan overdag. Dat beloofde dus wat. Thuis deed ik me te goed aan een pizza en opnieuw werd ik moe van het eten. Daarnaast was ik teleurgesteld dat ik m’n partij kwijt was. Hij was blijkbaar uit m’n jas gewaaid. Weer op de club aangekomen ging ik eerst naar boven, waarna Rob Tijssens zei dat ik beter maar gewoon aan m’n tegenstander kon vragen of ik de partij mocht overschrijven. Dat mocht en een beetje beter ging ik de partij in tegen Roelieboelie. Tot mijn verbazing zat ik aan bord 6. Dat was effe hoog. Daar zat ik dan, aan de eerste tafel, tegenover het Loensreptiel. Daar zat ik aan die lange tafel waar de eerste tien borden op stonden. En dat met een score van 2½ uit 4. Dan zie je wel hoe klein het deelnemersveld is.?
Mijn partij ging echter heel slecht. Ik voelde me een beetje ongemakkelijk tussen al die IM’s. Ik wist echter al vanaf zet negen amper meer een zet te verzinnen, waarna ik door onhandig manoeuvreren steeds slechter kwam te staan. Niet veel later raakte ik ook nog een pion kwijt. Ik probeerde nog wat, maar ik zag amper iets en ik werd steeds harder naar een nederlaag gespeeld. En dat terwijl ik opnieuw wit had. Maar nee, die avondronden lagen me niet zo. Ik schaamde me best voor m’n partij. Gelukkig wilde Roelie nog wel analyseren. Daar kwam ik er een beetje achter hoe ik het beter had kunnen doen. Opmerkelijk genoeg vertelde Roelie dat hij het toernooi ook zwaar vond en dat ‘ie moe was. Daar had ik dan verdomd weinig van gemerkt…
Het zware toernooi kabbelde langzaam richting het einde. Ewood won weer eens, Lenaard deed hetzelfde. Zijn tegenstander zat hem complimenten te maken over de profylactische zetjes die hij deed. Misschien kwam Le door zijn zege eindelijk weer in vorm. Dat mag ook wel weer, want Le lijkt al bijna een jaar uit vorm. ?
Ondertussen verloor Sizzel zijn eerste partij. Hij klaagde dat hij zo slecht had gespeeld. Het spel van beide partijen was niet perfect. Wit verprutste de opening, zwart ging daarna op zoek naar een pion in plaats van dat hij zijn stelling consolideerde en later gaf Sizzel een pion weg in plaats van dat hij een stuk won… Dat doet zeer, maar ik vond dat Sizzel gewoon de volgende partijen moest winnen. Daar zou ik me ook maar op richten.
Ronde 6
Het was inmiddels juni geworden en ik speelde weer eens tegen een oude bekende: Raoul van Ketel. Ik verloor vorig jaar hard van ‘m in de meesterklasse, dus dat moest nu beter gaan. Ik had nog wel iets geleerd van de opening: ik sloeg nu op d5 en bereikte een redelijke stelling. Wel was het voor wit makkelijker iets zinnigs te doen: hij kon f3-f4 doorzetten. Zelf moest ik maar wat ruimte pakken op de damevleugel en dan proberen de zwartveldige lopers te ruilen. Beide plannen werden verhinderd, waarna ik met …h6-h5-h4 wits paard verjoeg. Het beest ging naar h1 en opeens kwamen m’n stukken eruit. De tijd raakte op en daardoor was het moeilijk om van het overwicht te profiteren, maar uiteindelijk wikkelde ik af naar een eindspel waarin ik twee paarden tegen twee lopers had. Wel had ik een paar houtjes meer en kostte de b-pion een loper. Stijf van de adrenaline speelde ik de partij uit. Ik had wraak genomen op Said Becic, Andries Mellema en nu dus ook Raoul van Ketel. En dat aan bord tien. Ik was superblij. Mijn tegenstander was minder enthousiast. Hij klaagde dat hij in zes zetten van een goede naar verloren stelling was gegaan.
Ewood had zich veel van deze ronde voorgesteld: hij speelde namelijk tegen Marijn Otte. Maar in deze tijden is niks meer zeker. Marijn kwam goed te staan en dan wordt het lastig. Ewood hield de stelling echter rustig op remise. Geen slecht resultaat derhalve.
Lenaard versloeg Marcel Schroer, geen slechte speler. Sizzel won nog van Marcel Flohr en deed daardoor weer goede zaken in de strijd om de geldprijzen.
Ronde 7
In de laatste ronde van een toernooi vallen doorgaans veel korte remises. Reinderman besloot dat een gedeeld eerste plaats prima was en bood al gauw remise aan. Zo kon hij op zijn gemak kijken wat zijn concurrenten deden. Nou, die maakten er een waar schouwspel van.
Voor de ronde werd namelijk gezegd dat de prijsuitreiking om 19:00 uur was en niet 19:30 uur zoals in het programmaboekje. Daar had ik geen problemen mee. Gelukkig gaat de prijsuitreiking bij het Pinkstertoernooi altijd heel snel. Vaak is het binnen tien minuten geregeld. Dat zou vaker zo moeten gaan… Hoe dan ook, het was niet de eerste fout in het programmaboekje.
Zelf hoopte ik ook op een snelle remise. Ik was best wel doodop, maar ik had niet het idee dat mijn tegenstander, Eelke Wiersma, me zomaar een remise cadeau zou doen. Misschien had ik meer kans tegen Ewood, al had ik hem anders misschien moeten laten winnen… Om in de prijzen te vallen, moesten Ewood en ik (3½ uit 6) waarschijnlijk winnen. Ewood speelde tegen Said Becic en had nog wel kans. Dan zou hij vast wel boven mij eindigen, want ik zag mezelf niet zo gauw van een IM winnen. Toch verliep de opening naar wens. Ik dacht dat ik prima stond, maar het werd langzaam minder. Zeker toen ik m’n loperpaar opgaf voor een mooi paard op d5. Dat paard kwam daar niet en die loper op b7 werd sterk. Ik moest me in allerlei bochten wringen om het te verdedigen. Meestal deelt een sterkere tegenstander dan de genadeklap uit, maar nu lukte dat niet. Sterker nog: ik kwam uiteindelijk beter te staan. Na een gedwongen kwaliteitsoffer bood m’n tegenstander remise aan, wat ik na enig nadenken (opgelucht) accepteerde. Ik bleek echter te kunnen winnen… Maar ja, ik was blij dat het voorbij was en dat ik een geweldig goed toernooi had gespeeld. 4 uit 7 tegen spelers die beduidend sterker zijn dan ik. Een TPR van 2292, terwijl ik maar een FIDE-rating van 1994 heb. Wat een verschil met vroeger!
Ewood eindigde door een vlot winstpartijtje uiteindelijk toch nog boven mij. Hij had echter ook een goed toernooi en hij trof wat mindere tegenstanders. Uiteindelijk won hij iets van 75 euri.
Lenaard verloor de laatste ronde van Melmak. Je zou bijna vergeten dat hij helemaal geen slecht toernooi speelde. Uiteindelijk speelde hij vrijwel op zijn eigen niveau.
Sizzel had meer reden tot klagen, hoewel hij het zelf liet liggen. Hij speelde in de laatste ronde tegen vader Becic. Na een vreemde opening, waarin hij slecht leek te staan, kwam hij goed terug en had hij een gewonnen stelling. Helaas voor hem heeft hij het praktisch spelen niet echt onder de knie. Hij had nog dertien minuten om zijn stelling in winst om te zetten, maar liever ging hij nadenken hoe hij moest winnen. Het resultaat was dan ook dat hij in enorme tijdnood kwam en verloor. Toen zijn tegenstander het “een mooi potje” vond, werd Sizzel kwaad. Hij kwam dan ook niet op de prijsuitreiking, want hij zat buiten nog lekker te analyseren. Uiteindelijk had hij recht op zeven euri. Zijn tegenstander van de laatste ronde werd nog gedeeld eerste. Dat deed zeer.
Afloop
Na de prijsuitreiking gingen we nog poffertjes vreten. Vroeger deden we dat voor de prijsuitreiking, maar nu lukte dat niet. Vlak voor sluitingstijd kwamen we aan. Sizzel bestelde nog een dubbele portie, die hij niet op kreeg. ? Zo waren de tradities in ere gebleven, behalve mijn traditie van het scoren van slechte resultaten. 2009 is tot nu toe een prachtig jaar voor mij qua schaakprestaties.
Thuis aangekomen kon ik me richten op de laatste klus: nog een maand school. Niet dat ik daar blij van werd, maar de herinneringen aan een goed gespeeld toernooi vergoedden veel.