De sinterklaasgrappen zijn op, anders had ik er nog een heleboel kunnen maken over de wedstrijd van BSG tegen Amersfoort in de SOS-competitie, en dan vooral over mijn eigen partij na weer een smadelijke nederlaag.
Het kampioenschap is het doel voor BSG 1 nadat we afgelopen seizoen een goede kans op het kampioenschap hadden verkwanseld in de hoofdklasse van de SOS-competitie. Dit jaar is het wat makkelijker om kampioen te worden, omdat er nog maar poules van acht teams zijn. Een van die teams is echter SG Amersfoort, met Tim Grutter als onbetwiste kopman. Tijdens het NK Lightning Chess in 2018 werd ik al twee keer geveegd door hem en in de tussentijd is hij alleen maar sterker geworden.
Door zieken en afvallers kon BSG echter een heel sterk team op de been brengen. Een paar dagen voor de wedstrijd werd ik ineens gevraagd mee te spelen en daarna kreeg broederfiguur ook een uitnodiging. Op het laatste moment wisselden hij en FM Henk van bord, waarna hij Arie van der Boertsj in sneltreinvaart van het bord speelde.
En wat konden de gastheren daartegenover stellen? Niet veel, zo leek het aanvankelijk. Tim Grutter was er helemaal niet en voor hem in de plaats had Amersfoort Audry Burer tegen Ton opgesteld. Toen ik voor het laatst keek, zag ik hoe Ton de weg vrijmaakte voor zijn paard, dat op het punt stond al zwarts stukken aan te vallen. Weer een puntje. En aan de onderste borden hadden de zwartspelers remise gespeeld. 3-1 voor, wat kon er nog misgaan?
Een heleboel, zo bleek. Zo had de teamleider weer veel te lang nagedacht in de opening en had hij dit keer geen tegenstander die zichzelf van kant maakte. Vervolgens ging het bij Catenaccio-Rob ook de verkeerde kant op toen hij een kwaliteit moest inboeten en stond het gelijk.
Daarmee kwam de druk op Henk en mij te liggen. Henk was met een dijk van een stelling uit de opening gekomen tegen Henrik Porte, maar kon het niet afmaken, waarna alle stukken van het bord gingen, 3½-3½. Daarna kwam de mensenmassa om mijn bord heen te staan, net op het moment dat in tijdnood alles verkeerd ging. En zo verlies je dan voor de tweede keer in twee weken tijd met wit en dan ook nog eens van iemand met 200 ratingpunten minder. Au!
Waar ik in het begin van dit seizoen als een krant speelde, heb ik het idee dat ik de laatste tijd weer wat beter speel. Helaas is dat niet in de resultaten terug te zien. Alleen tegen En Passant wist ik een behoorlijk goede partij te winnen, maar sinds ik gordijnen in mijn slaapkamer heb, vallen de resultaten me niet mee.
Erg overtuigend speelde ik gisteren niet, maar toch had ik het idee best lekker te schuiven. Misschien was het allemaal optisch bedrog. Zelfs toen ik dacht dat ik zo goed als gewonnen stond, bleek tegenstander Rogier Dijk nog volledig in de partij te zitten, zoals hij al gauw demonstreerde. Wat resteerde was een lastig eindspel, waarin de zwartspeler ook nog eens handiger speelde dan ik, ondanks dat hij aan het eind van de avond al zijn vingernagels had opgevreten. Zo viel dus het doek voor mij en het team, waar zelfs de gastheren al niet meer op gerekend hadden.
Pech? Een slecht stellingsgevoel? Of is het weer uit tussen mij en Caïssa? In ieder geval was het geen geweldige manier om het weekend in te gaan. Veel vertrouwen voor de KNSB-wedstrijd tegen Assen geeft het ook niet. Gelukkig is er nog een week om weer wat bij te leren en vaardigheden aan te scherpen. Ter leering ende vermaeck de partij:

SG Amersfoort (2002) – BSG 1 SOS (2049) 4½-3½
1. Audry Burer (1880) – Ton van der Heijden (2221) 0-1
2. Arie van der Burch (2176) – Ewoud de Groote (2225) 0-1
3. Rogier Dijk (1989) – Jesper de Groote (2194) 1-0
4. Henrik Porte (2109) – Henk van der Poel (2205) ½-½
5. Bram van Harten (2069) – Bert Balke (1918) 1-0
6. Peter Reedijk (2004) – Ruben Piël (1922) ½-½
7. Milan Koning (1960) – Rob Tijssens (1852) 1-0
8. Rob Kaffka (1832) – Rik Weidema (1856) ½-½


