De aura van onoverwinnelijkheid

Hè hè, eindelijk! Na zeven ronden is het BSG 2 dan toch gelukt om een wedstrijdje te winnen in de tweede klasse van de KNSB-competitie. In een propvol Denksportcentrum was Paul Keres 2 het gewillige slachtoffer. Door de overwinning van SOPSWEPS op rodelantaarndrager Laurierboom-Gambiet blijft BSG 2 echter nog onder de streep staan.

Omdat het derde team van VAS in de zevende ronde als enige van de vier VAS-teams een thuiswedstrijd zou spelen, stelde het team voor om in Bussum tegen BSG 3 te spelen. Het team van Theo Slisser stemde toe, wat betekende dat er niet minder dan 26 partijen aan de gang waren in het niet al te ruim bemeten bovenzaaltje van het Denksportcentrum. Ingeklemd tussen de spelers van BSG 1 en 2 speelde het tweede achttal zijn beste wedstrijd van het seizoen. Door de 6½-1½-zege kwam BSG 3 eindelijk van die hatelijke nul af.

BSG 2 moet het dit seizoen ook van zijn thuiswedstrijden hebben. Tegenover regelrechte zeperds in uitwedstrijden tegen Amersfoort en Caïssa stonden verdienstelijke gelijkspelen in eigen huis tegen de sterke teams van AAS en De Waagtoren. Misschien dat het reizen naar andere speellocaties fysiek en mentaal te belastend is, maar om een tripje naar Amsterdam of Amersfoort nou een wereldreis te noemen…

Het geheim van de thuiswedstrijden is waarschijnlijk het meespelen van BSG 1. Zo’n meesterklassewedstrijd is natuurlijk extreem intimiderend voor de twee klassen lager spelende tegenstanders, die daardoor vaak niet hun gebruikelijke niveau halen. De prijs die daarvoor betaald moest worden: BSG 1 verloor van koploper en gedoodverfd kampioen LSG, dat de champagne alvast koud kan zetten.

Tegen het tweede team van Paul Keres kwam BSG 2 al gauw op voorsprong. Coen had aan het zesde bord opvallend weinig moeite met Hein Piet van der Spek. Niet veel later verdubbelde Rein de voorsprong. In de opening gaf hij zijn sterke koningsloper op voor een paard om wits pionnenstructuur te verknollen. Tegenstander Willem van de Fliert wist zich geen raad met de ontstane stelling en liet zich positioneel volledig wegspelen.

Het Apenhoofd deed ook een duit in het zakje na een merkwaardige partij, waarin tegenstander Bert Both zeeën van tijd verbruikte en plotseling met veel misbaar opgaf, om direct daarna te constateren dat er eigenlijk helemaal niks aan de hand was. Het punt werd overigens gecompenseerd doordat Frans aan het eerste bord tegen John Cornelisse opeens een stuk cadeau deed.

Zodoende stond BSG 2 met 3-1 voor, maar leerde een blik op de overige stellingen dat een nederlaag nog altijd goed mogelijk was. Allereerst viel Timon aan het laatste bord om. In zijn gebruikelijke alles-of-niets-stijl zat hij met zijn dame de koning van Elmer van Veenendaal te bestoken. Het was echter niet de zwarte vorst die die confrontatie niet meer kon navertellen, maar de witte vorstin. Nadat zwart nog een tweede vorstin op het bord toverde, was de materiaalverhouding wel erg scheef geworden en onderging de witte koning spoedig hetzelfde lot als zijn eega.

Tom kon het aan het bord ernaast niet bolwerken tegen Erik Oosterom. Het geluk van BSG 2 was dat Ruben het aan het vijfde bord op zijn heupen had. Tegen Daan Schönberger moest hij een kwaliteit offeren, maar dat leek hem niet te deren. Met zijn paarden tikte hij wit helemaal dol. Nadat de beesten al wat centrumpionnen hadden verorberd, verloor wit even later door een dubbele paardvork nog een kwaliteit, waarna de klok hem een verdere lijdensweg bespaarde.

Zodoende kon Yme de matchwinst binnenhalen. Tegen Anton Rosmuller leek hij met groot voordeel uit de opening te zijn gekomen, maar toch ging zijn koningsaanval om de een of andere reden niet zo hard. Na veel geruil werd de remisemarge niet meer overschreden, waardoor de punten voor BSG 2 in de knip waren. Door de zege kan het eerste achttal van BSG weer voorzichtig omhoogkijken, hoewel het team er vanwege de ruime zege van SOPSWEPS op de ranglijst niks mee opschoot.

Over een maand mogen BSG 1 en 2 naar Bloemendaal om een massakamp te spelen tegen de hoogste teams van Kennemer Combinatie. Hopelijk geeft het meespelen van BSG 1 BSG 2 dan weer vleugels, maar het heeft er alle schijn van dat BSG 2 in de slotronde tegen het praktisch gedegradeerde Laurierboom-Gambiet klassebehoud moet veiligstellen. Vanwege de gemeenschappelijke slotronde in de meesterklasse zal zonder de aura van onoverwinnelijkheid van BSG 1 moeten gebeuren. Als dat maar goed gaat…

BSG 2 (2064) Paul Keres 2 (2097) 4½-3½
1. Frans Borm (2132) – John Cornelisse (2167) 0-1
2. Jesper de Groote (2216) – Bert Both (2127) 1-0
3. Rein Brouwer (2064) – Willem van de Fliert (2118) 1-0
4. Yme Brantjes (2055) – Anton Rosmuller (2033) ½-½
5. Ruben Hilhorst (2010) – Daan Schönberger 2104 1-0
6. Coen van der Heijden (2043) – Hein Piet van der Spek (2091) 1-0
7. Tom de Ruiter (1981) – Erik Oosterom (2064) 0-1
8. Timon Brouwer (2008) – Elmer van Veenendaal (2072) 0-1

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *