Perfecte score
Het is BSG gelukt om glansrijk kampioen te worden in klasse 1A. Ook de laatste wedstrijd, tegen Zukertort Amstelveen, werd gewonnen. Hiermee maakte BSG het zelf af. Later bleek dat de enig overgebleven concurrent, de Wijker Toren met 6½-3½ had verloren en dat het resultaat van de wedstrijd in het Denksportcentrum er niet zo toe deed.
Met 18 matchpunten uit 9 duels heeft BSG de perfecte score tot het laatst behouden. Na de promotie van vorig jaar was dit de tweede promotie op rij. De Wijker Toren zag daarentegen een reeks van vier (?) opeenvolgende promoties onderbroken worden.
Seizoen 2007-2008
BSG begon het seizoen met de doelstelling niet te degraderen. De eerste wedstrijd van het seizoen, uit tegen Groningen 2, was meteen een belangrijke. Groningen 2 was namelijk anderhalf jaar voor deze wedstrijd gepromoveerd naar de eerste klasse ten koste van BSG. Dit jaar waren ze duidelijk verzwakt en won BSG met 3-7.
Tegen De Wijker Toren ging het weer heel goed. Er werd met maar liefst 6½-3½ gewonnen van een ploeg die amper weet wat verliezen is. De start verliep dus naar wens en in de derde ronde speelden we tegen Wageningen, dat toen als enige overgebleven ploeg 100% had.
Toen Wageningen ook werd verslagen, begon de kampioenschapskoorts een beetje uit te breken. Met overwinningen op VAS en Philidor werd de voorsprong op de Wijker Toren, dat zich begon op te dringen als enige kanshebber, geconsolideerd. Daarachter was het een groot gevecht waar de subtoppers elkaar voortdurend punten afpakten.
Na de winterstop rekende BSG nog af met Euwe, Unitas en Paul Keres. Vooral die laatste wedstrijd, tegen het sterke Paul Keres, was knap. Het tekende het knappe seizoen van BSG, dat in de belangrijkste wedstrijden het beste van zichzelf liet zien. Zonder echt tekenen van zwakte te vertonen had het eerste na acht duels alle 16 matchpunten bijeen geraapt. Soms met een 5½-4½-overwinning, soms met een 6½-3½-overwinning, maar altijd ontzettend constant. De Wijker Toren gaf zich echter niet gewonnen, want de ploeg uit Beverwijk had verder ook alles gewonnen en behield daarmee een minieme kans op het kampioenschap.
BSG – Zukertort
BSG ontving de nummer acht uit de competitie, Zukertort uit Amstelveen. In dit team speelt een groot aantal (ex-)jeugdspelers, zoals Jelmer Sminia, Lody Kuling, Bram ter Schegget, MEHran Kamali en Jonathan Tan. Verder heeft Kevin Tan een paar keer ingevallen.
Ondanks het jeugdig element moest de ploeg nog tot op het laatste moment vechten tegen degradatie. Dat is toch wel opmerkelijk te noemen. Qua rating en qua leeftijd zou je een dergelijke combinatie van spelers toch wel op zijn minst als subtopper inschatten.
Toch blijkt daar toch weer een beetje het verschil tussen BSG en Zukertort. Waar BSG zeer toegewijde, underrated jeugdspelers heeft, blijven die van Zukertort een beetje achter. Zo staat Lody Kuling wel op 2236 (!) in de lijst, maar heeft hij inmiddels dik 100 punten ingeleverd. Verder valt de dramatische score van Jonathan Tan (1 uit 6) op. Dat is niet wat hij kan.
BSG heeft wat meer oudjes. Met Hans Ree en Leon Pliester zijn de eerste twee borden goed bezet. Verder zijn FM Henk, Emiglio en Ton drie sterke spelers. Coen is wat minder goed, maar zolang de tegenstanders zijn zwaktes niet kennen, kan hij soms best gave dingen doen.
Zukertort kon daar op de eerste borden Sybolt Strating, Sander Los en Henk Schmitz tegenover zetten, drie spelers met een rating van rond de 2300. Aangevuld met spelers als Dennis Brouwer en P-P Theulings had Zukertort eigenlijk een nette mix tussen jong en oud.
Toch verwachtte Le niet dat Zukertort het kampioensfeestje kon verstoren:
“Morgen gaat BSG 1 promoveren naar de meesterklasse. Dat gaat gebeuren zonder ook maar een matchpunt te verspillen. Dat is een puike prestatie, in een poule waarin bijna alle teams aan elkaar gewaagd zijn.”
Maar toen de dag zelf…
Zaterdagochtend
Ik was de hele week ziek geweest, maar ik was aan de beterende hand. Optimistisch belde ik naar EB dat ik dacht dat ik wel kon spelen. Natuurlijk was ik niet helemaal fit, maar effe een vitamine-C-pilletje erin en zo’n smerig aspirientje (dat ik met een grote slok in een keer doorslikte, zodat ik dat vieze ding lekker niet hoefde te proeven) en ik ging naar het Denksportcentrum.
Zaterdagmiddag
Toen Ewood en ik aankwamen bij het DSC wist ik niet of ik kon spelen. Emiglio vroeg volgens mij nog wat en net toen ik naar de speelzaal wilde lopen, hoorde ik Le. (La liep tien meter achter ‘m of zo… xD) Ik ging tegen hem schaken om te zien of ik er nog wat van kon. Het antwoord was nee. Ik was veel te vermoeid en ik miste veel scherpte. Dat ging ik mijn team mooi niet aandoen. Er werd dan ook besloten dat ik niet zou meespelen.
Het lastige was dat EB pas later zou komen. Daardoor regelde Fliffer alles. Tom de Ruiter werd aangewezen als mijn vervanger. Dat betekende dat het tweede een man tekort kwam. Toen de wedstrijd al lang was begonnen, werd besloten om Peter Baas, de barman, te laten invallen.
Ik vond het leuk om de eerste drie kwartier een beetje langs de borden te lopen. Als ze nog snel spelen en zo. Ik kon tevens de opstellingen bewonderen. BSG had Large en Ewootoo op #3 en #4 gezet. Zukertort stelde daar Jelmer Sminia op bord 3 tactisch tegenover. Ewood speelde tegen Henk Schmitz, een van de sterkere spelers van de bezoekers.
Aan #5 zat Lody Kuling tegenover FM Henk en aan #6 had BSG Emiglio gezet, die genoegzaam in Bram ter Scheggets bange oogjes kon kijken. Le was aan #7 gezet, tegen MEHran en pas op #8 zat Ton, de gedeelde topscorer van BSG, tegen Jonathan Tan.
Ton, een zeer gevaarlijke aanvalsspeler, speelde (ik neem aan dat dit de juiste zetvolgorde is) 1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pc3 Pf6 4.Pf3 e6 5.Lg5 dxc4 6.e4 b5 7.e5 h6 8.Lh4 g5 9.exf6!? gxh4 10.Pe5.
Eerst dacht ik dat hij een fout had gemaakt met 9.exf6, ik “ken” eigenlijk alleen 9.Pxg5, maar dat was niet zo. De stelling bevatte een aantal piontes, die ik later te zien kreeg.
Namiddag
Om kwart voor een ging ik maar weer naar huis. Ik was thuis erg gespannen. Wat zou er allemaal gebeuren op dit moment? En hoe stond het als ik terugkwam?
Om een uur of vijf fietste ik met m’n ma naar het DSC. Bij de hoek van de straat, waar nu al sinds mensenheugenis wordt gebouwd, stond Emiglio. Hij vertelde rustig dat het 3-3 stond en dat De Wijker Toren met 4½-1½ achterstond. Dit betekende dat BSG kampioen was… Als die informatie tenminste betrouwbaar was. Over zijn eigen resultaat wilde hij niet teveel zeggen. Geen idee waarom, want hij had toch maar mooi gewonnen.
Op dat moment waren alleen de vier kopborden nog bezig. De staartborden leverden zes witzeges op. Toen ik boven was, hield Le een onnavolbaar verhaal over zijn eigen partij. Het kwam er uiteindelijk op neer dat hij zijn tegenstander liever een stukoffer met koningsaanval toestond, dan dat hij een pion won bij goede stelling. In dat laatste geval was de uitslag van de partij ongetwijfeld “0-1” geworden. Nu kwam Le er al pijnlijk snel achter dat hij met een klein dingetje geen rekening had gehouden, waardoor hij geforceerd mat liep.
Ook Tom de Ruiter, de invaller verloor. Hij speelde dan ook tegen de topscorer van Zukertort. Zelfs FM Henk verloor. Lody Kuling legde de hardwerkende FM over de knie. Gelukkig stonden er ook drie eentjes tegenover deze flaters. Niet alleen het puntje van Emiglio, maar ook het
punt van Ton.
We vervolgen de zojuist afgebroken partij met:
10…Lb7? En dat speelde Jonathan na een half uur nadenken. Logisch en goed is 10…Dxf6, al had Ton ook dan meer compensatie dan je op het eerste gezicht zou verwachten. Na 10…Lb7 sloeg Ton hard toe met 11.Pxf7! Aanname leidt tot mat, dus deed zwart nu maar wel 11…Dxf6. Na 12.Pxh8 stond wit gewoon een kwaliteit voor en schoof Ton het met enige moeite uit.
Zelfs Coen won. Geen idee hoe, maar uit zijn laatste drie partijen pakte Coen evenzoveel punten. Het lijkt erop dat de voorbereidingsmethode zelfs bij de atechnische Coen aanslaat.
BSG 2
Daarmee hadden we het mooiste wel gehad, of toch niet? BSG 2 werd dan wel kansloos weggeschoven door De Waagtoren, de eeuwige nummer twee in de poule, maar er waren ook lichtpuntjes.
Allereerst de zege van Fliffer op kopman Frank van Tellingen, die vorig jaar ook al niet van Large kon winnen.
Verder had BSG 2 heel weinig in te brengen; aan de borden 4, 5, 7 en 8 hadden de bezoekers al toegeslagen. Kooijman had aan #2 nog remise gemaakt, maar verder stond de witte aan #3 een stuk achter.
Het lichtpuntje was dan ook #6, waar Peter Baas een stuk meer had tegen de klassetopscorer. Iedereen rekende op een punt, maar er speelden nog een paar dingen mee: de druk en het geringe materiaal. Uiteindelijk hield de barman een paard en een loper over tegen een haarloze koning, maar zag hij niet hoe hij het nou moest winnen. Wel jammer, maar hij had bewezen dat hij meer kan dan drankjes inschenken.
Kopborden
De kopborden hielden stug vol. Ewootoo was heel slecht komen te staan na de tijdnoodsfase. Zijn stelling maakte m’n ogen bijna vochtig. Verderop leek Large met zijn vrijpion wel kansen te hebben, maar wit had wel een pionnetje meer als ik het zo zag. Ook bij Hans Ree had wit een pionnetje meer, maar ik vertrouwde er wel op dat Hans het op remise kon houden. Hans Ree kon gewoon niet verliezen, dacht ik.
En toch gebeurde het.
Door een röntgenaanval raakte de oud-Nederlands kampioen dat zielige paard op h6 kwijt. De stand was 3-4, wat geen reden tot paniek was, aangezien de Wijker Toren er ook niet veel van bakte.
Ik ging naar de analyseruimte, waar Le tegen Emiglio schaakte. Verder waren de kindertjes van Zukertort er ook nog en toen ineens kwam er een gast naar beneden die schreeuwde dat Henk Schmitz ook klaar was. Er ging toen nog geen belletje bij me rinkelen. Pas toen bleek dat hij had verloren, wat tot ongeloof leidde in het Zukertortkamp, wist ik weer dat het Ewoods tegenstander was.
Ik haastte me naar boven, waar een glunderende Ewood werd gefeliciteerd. Zijn neurotische tegenstander, die tijdens de partij naar een toeschouwer kwam omdat ‘ie ‘m had aangekeken of zo, zal wel naar het toilet zijn gegaan om de vulling uit een teddybeer te rukken.
Er waren sowieso veel neuroten in de zaal. Misschien was het ook wat drukker vanwege het kampioenschap. Hoe dan ook, op een gegeven moment beweerde iemand dat er werd voorgezegd. Waarschijnlijk stonden wat mensen gewoon wat met elkaar te kwekken.
Het zou me in ieder geval niet hebben verbaasd als Ewoods tegenstander zo uit z’n concentratie was van het “STILTE!” roepen, dat ‘ie daardoor in een prachtstelling een stuk wegblunderde.
Het was in ieder geval weer een gestolen punt, waarmee BSG zich uiteindelijk zelfs helemaal schadeloos uit het duel wurmde, want uit de overige twee partijen werd ook het maximale resultaat gehaald.
Zo won Large na een lang eindspel en kreeg hij een enorm applaus. Niet alleen voor zijn score van 8 uit 9 in de eerste klasse, maar ook voor het vijfde bordpunt en daarmee samenhangend het beslissende eerste matchpunt voor BSG.
Als laatste was Leon Pliester klaar. Leon is de laatste tijd best wel een kwebbelkous geworden. Toen zijn tegenstander hem iets te drinken aanbood, zei Leon: “Maar dan doe ik wel eerst even een zet, ghe ghe!”, waarna hij gauw Pd5-f4 deed. Toen bood hij zijn tegenstander zelf maar een drankje aan.
Gedurende de partij viel er echter steeds minder te lachen voor Leon. Uiteindelijk wist hij zich geroutineerd naar een remisestelling te spelen en dus werd de eindstand 5½-4½.
Uitslagen:
BSG [2227] – Zukertort [2188] 5½-4½
1. H Ree g [2432] – S Strating f [2335] 0-1
2. L Pliester m [2383] – S Los f [2258] ½-½
3. La Ootes [2241] – J Sminia [2143] 1-0
4. E de Groote [2233] – H Schmitz [2268] 1-0
5. H van der Poel f [2311] – L Kuling [2110] 0-1
6. E Wüstefeld [2244] – B ter Schegget [2180] 1-0
7. Le Ootes [2074] – M Kamali [2097] 0-1
8. T van der Heijden [2220] – J Tan [2085] 1-0
9. T de Ruiter [2063] – D Brouwer [2227] 0-1
10. C van der Heijden [2072] – P Theulings [2174] 1-0
Uit eten
Na de wedstrijd gingen we nog uit eten. Ik wilde de gezelligheid niet missen, maar of dat zo slim was… Hoe dan ook, ik moest steeds vaker hoesten en het leek er steeds heter te worden. Maar het was wel gezellig. Zo zag ik nog wat stellingen, kon ik zien hoe Le zichzelf voor straf een Wodka voorschotelde (en nu maar hopen dat je ouders niet meelezen) en de geheimen van het bridgespel.
Ja ja, Frans Borm was zelfs van de partij. Hij had meegedaan aan een bridgekampioenschap en legde uit hoe het spel gaat, of in ieder geval hoe het gespeeld word. Het klonk wel grappig met “kaarten in mapjes” en zo. Ik kon hem toen ook mooi vragen wanneer hij jarig was, ik heb ‘m namelijk nog niet gezien in de ratingoverzichten. Schrijf 18 juni maar op je verjaardagskalender.
Het was erg krap aan tafel, omdat er meer mensen waren dan berekend. Toen twee meiden weggingen, zette die Italiaan die tafel aan onze tafel, waardoor er veel meer plek was. Het was een waar feestmaal, maar op het eind had ik geen zin meer. Ik begon me zwaar klote te voelen.
19 april 2008: BSG 1 wordt kampioen met de perfecte score in de eerste klasse en promoveert naar de meesterklasse.