Het Nederlands Kampioenschap Schaken: ronde 2 en 3

Op de valreep word dit jaar nog de Nederlands Kampioen Schaken aangewezen. Maar wie wordt het? Wordt het de man in vorm, Erwin l’Ami, of wordt het Robby Kevlishvili, die titelverdediger Max Warmerdam uit het toernooi kegelde? Morgen en overmorgen treffen ze elkaar in de finale.

Kwartfinale
Het Nederlands Kampioenschap Schaken is dit jaar een knock-outtoernooi. De vorige keer schreef ik al hoe de helft van de deelnemers naar huis werd gestuurd. Voor de kerst werd de kwartfinale gespeeld, met daarin de volgende affiches die de volgende vier afvallers zouden bepalen:

Dimitri Reinderman (2575) – Max Warmerdam (2619)
Erwin l’Ami (2627) – Sergei Tiviakov (2562)
Roeland Pruijssers (2538) – Erik van den Doel (2582)
Lucas van Foreest (2577) – Robby Kevlishvili (2530)

De kwartfinales lieten vooral onder de oppervlakte heel wat spektakel zien, met vechtschaak waarbij beide zijden de nodige kansen misten.

Roeland Pruijssers (2538) – Erik van den Doel (2582)
Helaas zat tussen al het spektakel ook een waanzinnige anticlimax. In een volkomen gelijke stelling vond er een enorme kortsluiting in het hoofd van Erik van den Dull plaats, waardoor hij pardoes zijn dame weggaf. Kennelijk was hij zo ontgoocheld dat hij er in de herkansingspartij met de pet naar gooide, waardoor Roelieboelie eenvoudig remise kon maken.

Dimitri Reinderman (2575) – Max Warmerdam (2619)
Spannender verliep de match tussen Dimitri Reinderman en de kampioen van vorig jaar. Na twee remises moesten de heren gaan verlengen. Toch had Max Warmerdam de match in de reguliere speeltijd al in zijn voordeel kunnen beslechten. Nadat Rendierman zich in de opening een flinke onnauwkeurigheid had gepermitteerd, kwam hij met wit al gauw slecht te staan.

Reinderman – Warmerdam, stelling na 14.Dc2.

De eerste zet waar je oog in deze stelling op valt is natuurlijk 14…Pcd5. Die zet is ook goed. Slaan op d5 verbetert zwarts structuur en komt niet in aanmerking, maar na 15.0-0 komt 15…Pf4! Wits paard op e3 snijdt al wits stukken op de damevleugel van de verdediging af, waardoor zwart na bijvoorbeeld 16.gxf4 Lxf4 17.Kh1 alle tijd heeft voor 17…Dh6! met een winnende aanval. In plaats daarvan speelde Marmerdam het timide 14…Ld7?! Een paar zetten later kreeg hij een herkansing.

Reinderman – Warmerdam, stelling na 19.axb4.

Zwarts toren staat aangevallen, waar gaat hij naartoe? Marmerdam koos g5 en na 19…Tg5 20.Ta5 Pcd5 21.Pcxd5 Pxd5 22.Pxd5 cxd5 23.Ta6 e3 kon hij de hele koningsstelling van wit openrijten. Het zag er echter beter uit dan het was. Beter was 19…Th5!, om na 20.g4?! verder te gaan met 20…Txh3!! Een mogelijk vervolg is 21.Lxh3 Pxg4 22.Lg2 Lh2+ 23.Kf1 Pxf2! en wits koningsstelling wordt volkomen ontmanteld. Moeilijk te zien natuurlijk.

In de return accepteerde Rendierman met zwart een klein nadeel in de opening, maar wist hij de partij nog binnen de remisemarge te houden. In de rapidpartijen verbeterde Rendierman zijn opening uit de eerste partij en maakte gauw remise. Met zwart ging hij opnieuw vrijwillig op de pijnbank liggen en gaf hij onder immense druk een kwaliteit weg, waarna hij het wel kon schudden.

Erwin l’Ami (2627) – Sergei Tiviakov (2562)
Erwin l’Ami was met twee zeges aan het toernooi begonnen en liet daar meteen nog twee zeges op volgen. In de eerste partij wist hij Sergei Tiviakov grootmeesterlijk te overspelen nadat de zwartspeler zijn d-pion tegen wits c-pion had geruild. Een bevrijdingsactie kostte een pion, waarna L’Ami de pion teruggaf om een gewonnen toreneindspel te bereiken.

In de herkansingspartij kon Tiviakov eveneens totaal geen vuist maken. In een Spanjaard ging zo ongeveer alles mis bij hem wat er maar mis kon gaan. Kijk maar naar de onderstaande ruïne, met twee statische dubbelpionnen in het centrum die al wits stukken in de weg staan.

Tiviakov – L’Ami, stelling na 22.Ta2.

Zwart heeft een simpel plan: het paard op f6 naar c5 omspelen, dus begon hij met 22…Le8. Na 23.Tfa1 Pd7 24.Lxa4 Pc5 was dat ten koste van een pion gelukt. Er was nog een directere speelwijze, namelijk 22…Pg4! 23.Te1 Pf4! 24.exf4 Pf2+ 25.Kg1 Pd1+! 26.Kh1 Pxc3 en zwart maakt materiaal buit. L’Ami bleef echter positioneel spelen en lijnde Tiviakov ook op de koningsvleugel helemaal aan.

Tiviakov – L’Ami, stelling na 43.Pe1.

Hier leek 43…Dh4 de aangewezen zet. Zwart moet nog even wachten met …g4-g3 spelen omdat er dan een paard naar f3 kan, maar na bijvoorbeeld 44.Pf1 Th8 dreigt het wel. 45.g3 Dh1+ 46.Kf2 Pxe4+ is over en sluiten. Misschien is het een kwestie van smaak, want in plaats daarvan koos L’Ami voor 43…Dg5, met als pointe 44.Pf1 Th8 45.Kf2 Pxe4+. Na 46.Dxe4 Lf5 zat de dame in de knip.

Lucas van Foreest (2577) – Robby Kevlishvili (2530)
Ontevreden moet Lucas van Foreest zijn geweest met zijn witpartij tegen Robby Kevlishvili. Hij besloot een ietwat speculatief kwaliteitsoffer niet aan te nemen, waarna hij positioneel minder kwam te staan zonder dat hij daar een materieel voordeel tegenover kon stellen. Zwarts damevleugelpionnen liepen hard naar voren en dus moest hij de koning omleggen.

Kevlishvili hoefde zodoende met wit alleen nog maar remise te maken en leek te veel op twee gedachten te hinken. Na in een Najdorf het vreemde en agressief ogende 6.h4 te hebben gespeeld, besloot hij het drie zetten later al over een andere boeg te gooien.

Kevlishvili – Van Foreest, stelling na 8…g6.

Na 9.fxe5? dxe5 10.Dxd8+ Kxd8 11.Lg5 Pd7 werd de stelling positioneel van aard en had wit alleen maar last van zijn zesde zet. In het vervolg werd Kevlishvili dan ook hard overspeeld.

In de rapidpartijen wist hij zich weer te herpakken, ook omdat Van Foreest in zijn zwartpartij ineens met een Spanjaard op de proppen kwam. Het was geen succes en ditmaal liet Kevlishvili het niet meer glippen.

Dimitri Reinderman (2575) – Max Warmerdam (2619) ½-½ ½-½ (w.n.s.)
Erwin l’Ami (2627) – Sergei Tiviakov (2562) 1-0 1-0
Roeland Pruijssers (2538) – Erik van den Doel (2582) 1-0 ½-½
Lucas van Foreest (2577) – Robby Kevlishvili (2530) 0-1 1-0 (w.n.s)

Halve finale
Na kerst vlogen de vier overgebleven kandidaten elkaar in de halve finale in de haren.

Max Warmerdam (2619) – Robby Kevlishvili (2530)
Roeland Pruijssers (2538) – Erwin l’Ami (2627)

Waar de route naar de finale voor de een een snelweg zonder afslagen werd, was het voor de ander een hindernisbaan. Kijk en huiver!

Roeland Pruijssers (2538) – Erwin l’Ami (2627)
Na twee keer de volle buit te hebben binnengehaald, was het niet zozeer de vraag of Erwin l’Ami het onderonsje tegen vaste klant Roeland Pruijssers zou winnen, maar of hij de krullenbol een genaderemise zou gunnen. Roelieboelie mocht met wit aanleggen en besloot het over een andere boeg dan anders te gooien en Schots te spelen, om zo het dameloze Berlijnse eindspel te vermijden waarin L’Ami hem in het verleden al meerdere keren had verslagen. Hij maakte zijn aanvallende intenties al gauw kenbaar met het nogal gare 8.h4. Net als in de partij van Kevlishvili kwam het idee totaal niet uit de verf omdat de dames al gauw geruild werden, waarna die h-pion “als een zere duim” uitstak, zoals de Engelsen dat treffend omschrijven. Het lijkt erop dat Roelie zich in de opening een onnauwkeurigheid permitteerde.

Pruijssers – L’Ami, stelling na 12…Le6.

Hier speelde wit 13.b3?!, en na 13…d5! 14.cxd5 Pxd5 15.Pxd5 Lxd5 16.Kf1?! kwam wit al wat verdacht te staan. Zwart voltooide zijn ontwikkeling en ging daarna met …a7-a5-a4 zagen. Wits h4-h5 bleek toch beduidend minder effectief. Handiger was dus 13.Lf3!, om na 13…Tc8 de toren van de a-lijn te hebben losgeweekt, waarna zwarts tegenspel over de a-lijn trager is en wit zonder al te grote bezwaren 14.b3 kan spelen.

Zoals het nu ging, werd Roelie volkomen overklast en dus restte hem de ondankbare taak om met zwart te winnen om er nog een verlenging uit te peuren. In een grijs verleden had Roelie eens succes met het Hollands, maar aangezien L’Ami een jaar later alweer wraak had genomen, valt het te begrijpen dat hij zich daar niet nog een keer aan wilde wagen. In plaats daarvan speelde hij iets saais waarin de dames opnieuw gauw van het bord gingen, dus werd hij opnieuw geruisloos door Erwimir L’Amnik van het bord geschoven.

Max Warmerdam (2619) – Robby Kevlishvili (2530)
Spannender was de match tussen Max Warmerdam en snelschaakspecialist Robby Kevlishvili. In de eerste partij kwam Wax Marmerdam goed te staan nadat Kevlishfischer in zijn bluf was getrapt.

Warmerdam – Kevlishvili, stelling na 23…f6.

In plaats van het saaie 24.fxe6 ging wit voor het schijnoffer 24.Lxd4?! Kevlishvili geloofde wit op zijn woord en antwoordde met 24…Lf7?, wat hout kostte na 25.Lxc5 Lxh5 26.g4 Lf7 27.Le4 en de penning dwingt zwart praktisch een volle toren te geven: 27…Te8 28.c4 Txe4 29.Txe4 Db8 30.cxd5. Beter was gewoon 24…cxd4, omdat zwart na 25.fxe6 een kwaliteit ophaalt met 25…Le3.

Zoals het nu ging, kon Marmerdam voor de winst spelen. Na een lange strijd moest hij vanwege zijn open koningsstelling echter in remise berusten. In de herkansingspartij kreeg hij met zwart echter opnieuw een kans om de match in zijn voordeel te beslechten. Opnieuw rammelde Kevlishvili’s Najdorf aan alle kanten. De grootste kans miste Marmerdam in de onderstaande stelling.

Kevlishvili – Warmerdam, stelling na 37.Tcc7.

Twee torens op de zevende rij, dat is eng, dus speelde Marmerdam timide 37…Th7? Toch lijken wits torens gevaarlijker dan ze zijn en kan zwart met 37…Lxh3! zelf toeslaan. De pointe is dat na 38.Txg7+ Kh8 39.gxh3 Pf3+ winnend is. Het onderbrekingsmechanisme wint de loper op e3 en de partij. Na deze, en enkele andere kansen gemist te hebben, eindigde ook deze partij vredelievend.

In de rapidpartijen werd het evenwicht eveneens niet verstoord, dus kwam het op vluggertjes aan. Marmerdam deelde de eerste tik uit door zijn zwartpartij te winnen. Kevlishvili sloeg daarna twee keer terug en plaatste zich alsnog voor de finale.

Max Warmerdam (2619) – Robby Kevlishvili (2530) ½-½ ½-½ (w.n.s.)
Roeland Pruijssers (2538) – Erwin l’Ami (2627) 0-1 0-1

Finale:
Erwin l’Ami (2627) – Robby Kevlishvili (2530)

Toernooisite

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *