Terugblik 2012: Deel 10

De hel breekt los
Op maandag begon de nieuwe week en dus kon ik weer een beetje bijkomen van het weekend. Een weekend waarin een hoop dingen verkeerd gingen, maar ook een weekend waarin ik veel had geleerd, al had ik sommige dingen liever niet willen weten.

In ieder geval was de werkweek weer begonnen, dus kon ik eindelijk mijn gewonde fiets naar de fietsenmaker brengen. Annemarije, die bij het ontbijt niet met mij aan tafel wilde zitten, liep tot aan de winkel met me mee en bleef buiten staan wachten. Daarna brachten we haar fiets naar een werkplaats. Tijdens onze conversatie kwam ik erachter dat ze soms uren met haar moeder zat te praten. Over mij. Dat maakte me wel benieuwd. Zelf had ik nooit lange discussies met mijn ouders gehad. Misschien had Annemarije wel een sterkere band met haar moeder dan ik ooit met de mijne had gehad. Dat stemde me somber.

Ook was ik altijd wel benieuwd naar wat Annemarije allemaal met de begeleiding besprak. Zelf had ik vanaf het begin dat ik verliefd was de wind van voren gekregen. Ik was te geïnteresseerd in Annemarije, ik moest meer afstand houden en ik moest haar meer haar eigen gang laten gaan, omdat anders onze vriendschap kapot zou gaan. Ik had het altijd erg lastig gevonden, niet alleen omdat ik zo van haar hield, maar ook omdat ik altijd bang was iets leuks te missen (fomo was in die tijd nog niet zo’n bekende afkorting geloof ik). Ik was dan ook behoorlijk in mijn wiek geschoten toen ze een keer met Youri naar de film ging terwijl ik in mijn wekelijkse gesprek met mijn begeleidster zat. Waarom had ze mij, haar beste vriend, niet meegevraagd?

Tot mijn verbazing werd ik wel uitgenodigd om op Annemarije d’r gesprek te komen. We hadden altijd dezelfde begeleidster gehad, dus dat was makkelijk, in tegenstelling tot het gesprek. Ik kreeg een stroom van verwijten op me afgevuurd. Ik kon niks goed doen en er werd me nadrukkelijk aangeraden om meer afstand te nemen. Tenminste, ik geloof dat dat ongeveer de strekking was, want op een gegeven moment gingen alle woorden langs me heen. In de kamer zat ik fysiek nog wel, maar geestelijk was ik volkomen afgehaakt. Na een uur mocht ik weer gaan. Beduusd. Naar aanleiding van het gesprek schreef ik een reactie op mijn weblog aan de trouwe lezertjes die al weken niks van me hadden gehoord:

De beheerder heeft al een tijd niks van zich laten horen, naar verluidt omdat hij enkele belangrijke levenslessen aan het leren is. (…)

Toch wilden de levenslessen nog niet zo tot me doordringen. Ze moesten nog op de harde schijf worden gezet. Gedragsveranderingen zijn lastig en pijnlijk. Het is een langdurig proces waarbij eerdere normen en waarden moeten worden geherdefinieerd. De benodigde tijd bleek er helaas niet meer te zijn.

Die avond ging Annemarije weer de stad in. Omdat ik haar ging missen, schreef ik allerlei lieve tekstjes op post-its, die ik dan op haar bureau legde. Ik verwachtte eigenlijk dat ze genegeerd zouden worden, omdat ik de laatste dagen niet veel liefde meer van Annemarije had gevoeld. Tot mijn verrassing schreef ze een heel lief kaartje terug:

Bedankt voor je briefje. Ik hoop dat je erop kunt vertrouwen dat onze wegen zich niet zullen scheiden. Er is een bijzondere band tussen ons, die niet een-twee-drie verdwijnt.
Annemarije

Ik stond paf. Het ene moment duwde ze me van zich af en het andere moment probeerde ze me weer naar zich toe te trekken. Het was enorm verwarrend. Natuurlijk zag ik wel dat ze me gerust wilde stellen door te zeggen dat we altijd bij elkaar zouden blijven, maar ik had de laatste tijd te veel dingen meegemaakt die op het tegendeel wezen.

En wat als zij ooit een vriend zou krijgen en met hem zou samenwonen? Dan was ik haar zeker ook kwijt, want tegen een relatie kan een gewone vriendschap niet op. En vroeg of laat zou zij iemand vinden voor wie ze wel romantische gevoelens koesterde. Toen ik Annemarije nog niet zo lang kende, had ik het niet het idee dat ze veel met jongens bezig was. Nu wist ik wel beter. Zij was, net als iedereen, stiekem ook op jacht en eigenlijk beangstigde mij dat alleen maar. Ik kon haar van het een op het andere moment kwijt zijn.

Door het briefje had ik in ieder geval nog hoop dat het tussen ons goed zou komen. Die bijzondere band waar zij het over had was in mijn geval liefde. We voelden ons emotioneel tot elkaar aangetrokken. Fysiek was misschien weer een ander verhaal, al had ik niet het idee dat Annemarije me onaantrekkelijk vond. Wat was dan in godsnaam het ontbrekende puzzelstukje? Ik had de laatste weken alles geprobeerd om de vonk toch nog over te laten slaan, zoals haar diep in de ogen aankijken, maar het had allemaal niet gewerkt. Ik raakte langzaam door mijn ideeën heen en dat maakte me steeds radelozer.

Annemarije leek ook een beetje van de leg te zijn, want al gauw kwam ze weer terug. De begeleiding was ook al weg en dus ging ze maar beneden een serie kijken. Hoewel mij op het hart was gedrukt om afstand te houden, ging ik na het douchen ook naar beneden. Met alle liefde schonk ik thee voor haar in en sneed ik stukken cake voor haar af. Na een emotioneel zware dag zaten we dan toch weer gezellig met zijn tweetjes bij elkaar.

We deelden op de bank een hoop persoonlijke verhalen en daaruit kreeg ik pas door hoe goed Annemarije het eigenlijk had. Misschien dat ze daarom ook niet echt op zoek was naar iemand, hoewel ze ongewild toch iemand aan de haak geslagen had. Omgekeerd was mijn leven een grote vergeefse zoektocht naar iemand om mijn leven mee te delen. Het voelde onrechtvaardig dat zij gewoon zichzelf kon zijn om aantrekkelijk te zijn, terwijl ik me voor m’n gevoel daarvoor altijd enorm moest uitsloven (waar ik een enorme hekel aan had).

Het enige wat ik van seksuele aantrekkingskracht wist, was dat feromonen een grote rol speelden en dat een vrouw over het algemeen een man uitkoos met een afweersysteem dat min of meer complementair was aan het hare. Niet alleen moest je goed met elkaar op kunnen schieten, ook moest je nog het juiste immuunsysteem hebben. Dat maakte die zoektocht er niet makkelijker op. Maar hoe kom je daarachter? Door te zoenen, zo begreep ik. Het leek me nogal smerig, maar op die manier kon ik er wel definitief achter komen of het iets tussen mij en Annemarije kon worden. Als we niet de juiste chemie hadden, zou ik Annemarije (met tegenzin) opgeven.

In ieder geval veranderde de toon van het gesprek toen ik het beladen onderwerp aansneed. Annemarije zat er niet op te wachten en was ineens behoorlijk fel. Ze uitte zelfs een dreigement, waar ik vervolgens met een dreigement op reageerde. Dat was niet slim van me en ik heb er nu nog altijd spijt van dat ik dat heb gezegd. Zo ben ik normaal helemaal niet, maar na anderhalve maand tussen hoop en vrees te hebben geleefd, kwam de frustratie er ineens uit. Daarna gingen we in bed onze zonden overdenken.

De volgende dag reed ik weer met Christina naar de universiteit. Ik vocht ruim zeven kilometer lang tegen de tranen. Bij Jos verloor ik dat gevecht en barstte ik in huilen uit. Het leven ging niet zoals ik wilde. Nadat ik anderhalve maand eerder nog zielsgelukkig was, zat ik nu volkomen in de put. Ik vond het vooral vreselijk dat Annemarije in de toekomst niet met me samen wilde wonen. Ik wilde niet in m’n eentje overblijven. Ik wilde altijd bij mijn soulmate blijven.

Het duurde uiteindelijk drie kwartier voor ik weer tot bedaren was gebracht. ’s Middags ging ik bij thuiskomst in bed liggen, waarna Annemarije me wekte. We moesten die avond koken en dus gingen we op haar kamer een gerecht uitzoeken. Ik zat op de trap van haar stapelbed, zij op de bureaustoel. Samen bladerden we wat door mapjes heen, totdat we een geschikt gerecht hadden gevonden.

We togen naar de winkel. Ik was zo dom om het weer over gisteravond te hebben, waarna Annemarije zich plotseling omdraaide en hard wegliep. Allerlei emoties gierden door me heen. Met tegenzin haalde ik alle ingrediënten in huis, waarna ik Annemarije ging zoeken. In haar kamer was ze niet en ook in het huis van Christina was ze niet. Ik kon haar ook telefonisch niet bereiken. In paniek belde ik het noodnummer omdat ik bang was dat Annemarije zichzelf iets had aangedaan. Daarna maakte ik in m’n eentje het eten en hoopte ik dat Roel haar kon bereiken. Ik had geen idee waar ze nou precies zat en hoe ze eraan toe was, dus maakte ik me vreselijk ongerust.

De omvang van de ramp werd me pas na het avondeten duidelijk. Savannah sprak me rustig doch vermanend toe over wat er was gebeurd met Annemarije. Ze had zich verschanst in het huis van Koen, omdat ze dacht dat ze daar wel veilig was voor me. Dat klopte, want hoewel ik nog had overwogen om ook daar aan te bellen, had ik het toch maar niet gedaan. Savannah verzocht me vriendelijk doch dringend om mijn spullen te pakken en (voor onbepaalde tijd) terug te gaan naar m’n ouders. Ook mocht ik niet bij Annemarije langsgaan. Daar had ik toch niet meer zo’n zin in. Ik zat met een enorm schuldgevoel omdat ik toch dingen had gedaan die me waren afgeraden en nu was de zaak geknald. Op het white board tekende ik mijn mooiste bloemetje en schreef ik erbij dat ik het verpest had. Terwijl de duisternis inviel, stapte ik in de metro.

Tijdens de reis zat ik vooral met een boos gevoel. Ik was boos op mezelf, maar ook op Annemarije en de begeleiding omdat ik het gevoel had dat ze de boel hadden laten klappen om mij een lesje te leren en om hun eigen gelijk te halen. Daarnaast was ik boos dat ze me een hele tijd hadden tegengewerkt, dus was er ook met een gevoel van opluchting, opgelucht dat ik eindelijk uit deze destructieve situatie kon ontsnappen. Misschien was het inderdaad wel goed om even geen contact meer te hebben.

De week daarna zat ik bij m’n ouders. Heel veel deed ik niet. Ik voelde me verslagen. Nutteloos. Op donderdag besloot ik maar naar de kapper te gaan. Mijn haar was alweer behoorlijk lang geworden. Ditmaal wilde ik m’n haar niet alleen laten knippen, maar ook laten kleuren. Al rond m’n twintigste had ik m’n eerste grijze haren gekregen en hoewel ik dat niet heel erg vond (kaal worden vind ik veel erger), begon het grijs me nu wel te veel te domineren, dus liet ik het donker verven, zodat ik er weer wat jeugdiger (en misschien aantrekkelijker?) uitzag.

Vrijdag was ik met m’n moeder mee naar een tuincentrum. Aan de hand van het lied You can’t hurry love probeerde ze me in de auto wijs te maken dat ik héél voorzichtig moest zijn met Annemarije. Mijn moeder kende Annemarije natuurlijk nauwelijks, maar ze had mijn verhalen ook aangehoord. Ze had het idee dat Annemarije ook echt wat voor mij voelde en dus hoopte ze dat alles weer goed zou komen tussen ons. Ik moest gewoon heel voorzichtig met haar omspringen en dan zou het wel weer goedkomen. Mijn vader had ook lieve woorden voor me. Hij vond het goed dat ik me eindelijk echt voor iemand had geïnteresseerd.

Die maandag wist ik niet zo goed wat ik moest doen. Mocht ik weer terugkeren naar Amstelveen, of moest ik nog bij m’n ouders blijven? Een telefoontje uit Amstelveen bracht duidelijkheid. Na lang beraad had men besloten dat het beter zou zijn als Annemarije en ik niet meer in hetzelfde huis zouden wonen. Ik zou dus moeten verhuizen naar het huis ernaast. Mijn moeder vond dat veel te ingrijpend, waarna ik de telefoon kreeg. Ik had het eerdere gesprek niet gehoord, maar ik wilde het absoluut niet en dat liet ik ze weten ook. Mijn droom was immers om met Annemarije samen te wonen. Wat me al helemaal niet beviel, was dat ik dan zou moeten verhuizen, alsof ik de schuldige van de hele situatie was.

Op woensdag zou ik in hartje Amstelveen een goed gesprek hebben met Savannah en Annemarije. Het was een moeizaam gesprek, maar voor m’n gevoel ook een heilzaam gesprek. Hoewel ik het vreselijk vond om de tranen in Annemarije d’r ogen te zien en dat ik op vakantie gaan met Annnemarije maar uit m’n hoofd moest zetten, was er ook weer niet zo veel aan de hand. Annemarije stuurde me de dag erna zelfs een uitnodiging voor Wordfeud. Alles leek weer de goede kant op te gaan. Dat goede gevoel verdween weer net zo gauw als het gekomen was toen ik twee keer het woord zoenen aan kon leggen.

De dagen gingen langzaam voorbij zonder dat ik iets van Annemarije hoorde. Pas op zondagmiddag, terwijl m’n ouders op stap waren, kreeg ik een heel bot mailtje van haar, waarin ze uitlegde dat ze het gedoe zat was en zelf maar ging verhuizen. Ze voegde er nog maar eens ten overvloede aan toe dat ze geen seconde verliefd op me was geweest. Nog steeds weet ik niet wie haar die woorden heeft ingefluisterd. Ik hield me groot en complimenteerde haar met haar assertiviteit. Daarna kwamen m’n ouders binnen. Ik liet mijn moeder het mailtje lezen. Ik denk dat de schok voor haar net zo groot was als die voor mij.

In ieder geval moest ik vanwege de verhuizing nog een derde week bij m’n ouders blijven. Het voelde als de ultieme vernedering als degene van wie je houdt vanwege jou verhuist. Ik was mentaal helemaal murw gebeukt en ik wist ook niet meer wat ik moest doen. Als de afgelopen twee maanden me iets hadden geleerd, dan was het dat hoe slecht een situatie ook is, dat het altijd nog slechter kan.

5 gedachten aan “Terugblik 2012: Deel 10”

  1. Als mensen toch eens zouden kunnen zeggen waar het op staat, en niet alles verpakken in beleefdheidsvormen en vriendelijkheid, dan zou een hoop ellende voorkomen kunnen worden; helaas zijn dit dingen die voor veel mensen juist van beschaving getuigen, van boven de situatie kunnen staan. Helaas distantieert men zich daarmee van diegenen in de situatie die niet die mogelijkheid hebben. Emoties maken dat soort dingen nog extra gecompliceerd.

    Fijn dat Jos nog altijd een stabiele factor is, en je nieuwe perspectieven heeft kunnen bieden na dit alles! Moeilijk echter dat we soms veel geduld moeten hebben voor we een goede richting in kunnen slaan.. Bedankt in ieder geval dat je je lezers laat delen in het proces, het is soms onmogelijk om zoiets complex coherent samen te vatten, maar het is belangrijk om te kunnen begrijpen wat vandaag soms vragen voor jezelf kunnen zijn.

    1. Goed om te zien dat zelfs deze artikelen gelezen worden. 😉

      De omslachtige manier van communiceren was inderdaad een van de belangrijkste oorzaken waarom het zo slecht is afgelopen, maar de problematiek was ook complex. Ik was in een situatie gekomen die voor mij compleet nieuw was en waarin er steeds weer voor mij onverwachte dingen gebeurden. Als ik het nu had mogen overdoen, had ik het zeker anders aangepakt, maar ik kan niet garanderen dat het dan beter was afgelopen. Ik vrees dat het vroeg of laat toch zou zijn misgegaan.

      Toch denk ik dat als er een gesprek was gekomen met mij, m’n moeder en Annemarije en haar moeder, dat de boel niet tot astronomische proporties was opgeblazen. Dan hadden we misschien in goed overleg tot een oplossing kunnen komen waar we allemaal mee konden leven. Misschien was het te veel moeite, maar het had mij ongetwijfeld een hoop leed bespaard. Ik ben nog steeds niet helemaal hersteld van mijn laatste jaar bij Stumass.

      Het schrijven van deze rubriek is soms trouwens behoorlijk pijnlijk, maar ook leerzaam, omdat het me dwingt de gebeurtenissen van toen nauwkeurig in kaart te brengen. Soms verschaffen de analyses van die tijd me weer nieuwe inzichten, waar ik hopelijk ooit mijn voordeel mee kan doen.

  2. Helaas deel ik niet je passie voor de autosport, ik zeg helaas, omdat het beleven van een passie erg mooi is om te zien, maar het staat te ver van mij af. Plotseling toch wat meer aan het rondstruinen geslagen op je blog(s). Je Terugblik 2012 heb ik van begin tot eind in een ruk uitgelezen! Hoewel, eind? Ik neem aan dat het nog niet afgelopen is!

    1. Ha, dat is leuk! Een nieuwe lezer!

      Deze terugblik is een beetje een experiment. Op mijn vorige weblog zou ik dit soort persoonlijke verhalen niet durven schrijven omdat dan alles direct op straat ligt. Bij deze site is dat (hopelijk) anders omdat ik ‘m niet door zoekmachines laat indiceren. Desondanks kunnen nog best veel mensen mijn diepste zielenroerselen lezen en dat vind ik spannend, maar ik hoop dat het heel heilzaam is. Ik weet dat ik de laatste jaren een beetje nors en afstandelijk ben, maar met deze rubriek hoop ik aan te kunnen geven dat dat ooit anders is geweest. 🙂

      De rubriek is inderdaad nog niet afgelopen. Hij is ongeveer op de helft en het wordt nog veel mooier! (ahum…)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *