Breekpunt
De zomer was terug en Annemarije was weer terug uit Friesland. Een betere start van de week kon ik me niet wensen. Voor het eerst in bijna een maand zou ik haar in het echt zien en daar verheugde ik me enorm op. In de laatste weken van de zomer wilde ik alles weer herstellen wat eerder kapot was gegaan.
De maandag begon prachtig en had alles in zich om een fantastische dag te worden. De sfeer was opvallend goed te noemen. Zo had Annemarije, die al in Amstelveen zat, gehoor gegeven aan mijn verzoek om het plastic afval buiten te zetten. Zelf kwam ik tegen het eind van de ochtend aan. Ik dropte mijn spullen in mijn kamer en liep toen het andere huis binnen. Tot verbazing van Christina en Savannah kwam ik niet voor een van hen, maar voor het meisje in de achterste kamer.
We maakten een wandeling naar de rand van de stad, waar we over de eindeloze weilanden konden uitkijken. Tijdens de tocht hadden we een levendige dialoog over wat we de afgelopen tijd beleefd hadden. Toen we bij de rand van de stad waren aangekomen, besloot ik mijn verhaal af te steken.
Dit was mijn kans. Voor het eerst in drie maanden had ik de kans Annemarije onder vier ogen te spreken. Dagenlang had ik nagedacht wat ik wilde zeggen. Iedere nacht had ik de monoloog in mijn hoofd geoefend, net zolang totdat er een logisch geheel uitkwam. Ik had Annemarije d’r gedrag en alles wat ze had gezegd geanalyseerd. Ik dacht dat ik daaruit een sterk betoog kon construeren dat we echt bij elkaar hoorden, dat ze meer voor me voelde dan ze wilde loslaten, en dat ik de juiste persoon was om haar leven mee te delen. Ik had het gevoel dat ze zich vanwege allerlei angsten niet kon geven en ik had er alle vertrouwen in dat die angsten kon wegnemen. Ik hoopte dat we ons contact op een manier konden vormgeven die voor ons allebei prettig was.
Natuurlijk kwamen de volzinnen er tijdens het echte gesprek niet uit. Ik zocht constant naar woorden en ik vergat hele delen van de monoloog. Erger was dat Annemarije niet reageerde op de manier die ik verwacht had. Ze stelde hele andere vragen dan ik verwacht had, waardoor mijn verhaal steeds weer uit zijn flow gehaald werd. Ze was me altijd weer net te slim af met die dingen. Erg enthousiast leek ze ook niet van mijn verhaal te worden, dus besloot ik het maar eerder dan gepland af te kappen en iets te bewaren voor later, voor als ze er wel aan toe was.
Na afloop doken we het winkelcentrum in om boodschappen te doen. Ook schafte ik meteen een agenda aan. Prompt feliciteerde Annemarije me middels een handdruk met mijn verjaardag. Haar hand voelde ruw aan, wat me wel verbaasde. Kennelijk hadden we elkaar de afgelopen twee jaar nooit de hand geschud, wat ik ook nogal verbazingwekkend vond.
In ieder geval scheidden onze wegen elkaar niet lang daarna weer. Ik had een uurtje of wat met Annemarije mogen doorbrengen, maar helemaal als gepland ging het niet en dat knaagde aan me. De volgende dag werd het nog erger toen we eventueel met z’n vieren naar de film zouden gaan. Christina haakte af, waardoor Annemarije alleen nog met mij en Firaas over zou blijven. Ik kon mijn enthousiasme niet onderdrukken, waarna ook Annemarije het voor gezien hield en het hele feest niet doorging. Die avond werd het nog erger toen ik een lange mail van haar kreeg, waarin ze me allemaal scherpe vragen stelde en eiste dat ik eerlijk antwoord zou geven. Ik probeerde het vuurtje te blussen door meteen een enorm antwoord terug te schrijven.
Het had niet het gewenste effect. Woensdagavond, na het eten, ging ik bij haar langs op haar kamer. We hadden een leerzaam gesprek, waarin Annemarije vertelde dat ze mij te beklemmend vond en dat ze het gesprek van maandag beklemmend had gevonden en dat ze dat niet nogmaals mee wilde maken, want dan zou ze echt verhuizen. Ook gaf ze af op de begeleiding, die volgens haar “een megaslechte rol” had gespeeld in de situatie.
Daar stond ik dan. Ik was weer wat wijzer en minder vrolijk geworden. Het zou nooit meer als vroeger worden tussen ons. We zouden voor altijd gescheiden blijven. Maar het was nog niks met wat me daarna te wachten stond, want de begeleiding was ziedend dat ik zomaar naar Annemarije d’r kamer was gegaan en weer een zwaar gesprek had gevoerd.
De dag erna kreeg ik het in ieder geval hard terug in het PB-gesprek. Er was tijdens het hele gesprek een vervelende spanning voelbaar, maar tot vervelens toe praatte Savannah over allerlei bijzaken in mijn leven. In het laatste kwartier van het gesprek kwam het gewraakte onderwerp dan echt ter sprake en meteen veranderde de toon van het gesprek van schijnheilig aardig naar buitengewoon kwaad. Ik was niet eerlijk naar de begeleiding geweest en ik had al het harde werk van de begeleiding tenietgedaan met mijn stomme, obsessieve gedrag. Terwijl mijn oren nog nasuisden, trok Savannah de deur achter zich dicht, op weg naar man en kinderen.
Het was me nu wel duidelijk geworden dat het tussen mij en Annemarije niks meer zou worden en dat onze vriendschap nu echt kapot was. Tegen Pepijn, die die vrijdag voor de tweede en laatste keer zijn afscheidsfeestje gaf, hield ik dapper vol dat ik het nog wel een tijdje in Amstelveen hoopte uit te houden. Een alternatief had ik ook niet, dus ik wist ook niet waar ik anders naartoe moest.
Ondertussen werd ik wel nog door de begeleiding te kakken gezet, of liet ik mezelf te kakken zetten. Of het in scene was gezet of niet, zal ik wel nooit weten, maar tijdens een gesprek met Savannah werd er een keer aangebeld. Ik moest de deur opendoen, waarna ik in contact stond met een of andere zwerver, die me iets aan probeerde te smeren. Ik voelde daar niet echt iets voor, maar hij ging niet weg, totdat Savannah zich ineens liet zien en hem vriendelijk, doch nadrukkelijk verzocht op te hoepelen. Het toneelstukje was duidelijk bedoeld om mij een lesje te leren. Ik wist niet of ik dankbaar moest zijn dat ik van die zwerver af was, of dat ik me gekrenkt moest voelen dat ik indirect met een zwerver werd vergeleken. Ik besloot het maar vanaf de positieve kant te zien.
De enige troost die ik nog had, was dat ik nog wel goed contact had met Renée, een van de begeleidsters. Misschien was het een soort good cop/bad cop wat ze met me speelden, maar later kwam ik erachter dat ze die vrijdag met me naar het zwembad was gegaan om me bij Annemarije uit de buurt te houden. Op het moment zelf was ik nog niet cynisch genoeg om dat te geloven en was ik nog zo naïef om te denken dat ze vanwege het warme weer en mijn gezelschap naar het zwembad was gegaan. In ieder geval vermaakte ik me wel en maakte ik voor het eerst kennis met het buitenbad.
Die avond kookte Pepijn, onze vroegere topkok, voor ons. Hij maakte er een echt levenswerk van en door hem leerde ik het gebruik van pesto door het eten waarderen. We reden na het eten samen met de metro naar het station, waarna ik weer naar m’n ouders ging.
Het was een bijzonder warm weekend en dus zochten we de verkoeling van het water op. Op zaterdag ging ik met m’n pa naar een buitenzwembad dat zwart zag van de mensen. Het was een toepasselijk moment om mijn idee om Hydrologie te gaan studeren te bespreken. De dag erna ging ik met m’n ouders naar het strand, waar ik voor het eerst in jaren weer in de Noordzee zwom.
Ondertussen gingen we ook op huizenjacht. Mijn moeder had twee locaties gevonden waar begeleid wonen zou worden aangeboden: een locatie in het centrum van Hilversum en een aan de rand. De eerste locatie zou pas in de zomer van 2013 in gebruik worden genomen, de andere over enkele maanden al, ondanks dat het nu nog een kale betonnen bunker was. Toch moest ik me gauw inschrijven als ik daar wilde gaan wonen. Zelf was ik sceptisch en wist ik niet of ik weer begeleid wilde wonen, gezien de ellende in Amstelveen die ik over me heen had gekregen. Mijn moeder had in ieder geval een alternatief voor het geval dat.