Christina
De lucht was strakblauw, het zonnetje scheen en het vroor dat het kraakte. Hoewel de koudegolf niet genoeg was om een Elfstedentocht mogelijk te maken, lag er in de sloten van Amstelveen een hele dikke laag ijs. Vandaag zou ik voor het eerst in jaren weer gaan schaatsen. De laatste keer dat ik dat had gedaan was ergens in 1998 of zo, op de Jaap Edenbaan.
Na veel gewiebel waarbij ik amper vooruitkwam, trok Christina maar weer de schaatsen aan. Zonder enige moeite en met zwierige bewegingen legde ze haar rondjes langs de ingevroren computermonitor af. Ik kon slechts licht jaloers toekijken.
Het gemeen koude winterweer van begin februari ging verder vooral gepaard met ongemak. Op de eerste vrijdag van de maand begon het licht te sneeuwen, wat betekende dat meteen het hele treinverkeer op z’n gat lag. Het kostte me uiteindelijk bijna zes uur in de vrieskou om in Bussum aan te komen. Gelukkig was ik niet de enige die last had van de problemen met de infrastructuur, zodat de bekerwedstrijd tegen Zukertort (inderdaad, uit Amstelveen) in het Denksportcentrum niet doorging. De wedstrijd werd noodgedwongen twee weken verplaatst.
Het huis van m’n ouders was vanwege de verbouwing van de badkamer nog steeds een bouwput. De verbouwing duurde langer dan gepland en doordat de trap eveneens geschilderd werd, waren de bovenverdiepingen soms slecht bereikbaar. Er was ook positief nieuws: die zondag zou Najib Amhali in ’t Spant, of Spant! zoals het tegenwoordig heet, optreden en wij gingen erheen.
In zijn jonge jaren was Ewood een groot fan van de uit Marokko afkomstige cabaretier en hij heeft lange tijd geprobeerd dat enthousiasme op mij over te laten slaan middels fragmenten van zijn voorstellingen. Dat was nog in de tijd dat YouTube net bestond, wat het wel bijzonder maakt. Uiteindelijk is mijn houding van negatief naar neutraal of licht positief veranderd.
De voorstelling ging over Najibs privéleven, dat in die tijd niet over rozen ging getuige zijn scheiding. Het was een thema dat heel ver van mijn leven stond. Ik had zelf immers nog nooit een vriendin gehad, laat staan dat ik getrouwd was. Voor mij is het vinden van een liefhebbende partner ook nooit een vanzelfsprekendheid geweest die het voor veel mensen wel is. Ik kon me nooit zo voorstellen dat ik goed genoeg voor iemand kon zijn. Ik was immers maar een man; een vreemd gevormd persoon met een doffe huid en haar op plekken waar het niet hoort en geen haar op plekken waar dat wel hoort. Hoe kon een knappe vrouw daar nou genoegen mee nemen?
Die gedachte was langzaam onder druk komen te staan vanaf het moment dat Christina in de zomer van 2011 bij Stumass kwam. Hoewel zij de nogal scheve man-vrouwverdeling van de bewoners niet veranderde doordat ze de plaats innam van een ander meisje (Danya), was ze wel veel meer op de voorgrond aanwezig, wat voor veel leven in de brouwerij zorgde. Ze was mee toen we tussen kerst en nieuwjaar met wat bewoners van Stumass Amstelveen op de Veluwe een paar daagjes vakantie vierden. Het opmerkelijkste van die vakantie vond ik dat ze per se bij mij op de kamer wilde. ’s Ochtends lag ze dan vrolijk een tijd naar mijn slapende hoofd te kijken. Het streelde m’n ego een beetje, maar veel meer zocht ik er niet achter.
In ieder geval was het bijna Valentijnsdag en dus gingen we ter ere van de feestdag voor populaire mensen een taart in de vorm van een hart maken. Christina wist precies hoe alles moest en ik liet haar maar alle moeilijke taken uitvoeren, zoals het doormidden snijden van de taart en het schrijven van de namen van alle bewoners.
Inmiddels hadden we namelijk weer een nieuwe bewoner: in anderhalf jaar tijd was ik alweer toe aan mijn derde buurman. Na Teun en Koen Q (een jongen zonder benen) kwam nu Firaas (een naam die door de begeleiding om de een of andere reden steeds werd uitgesproken als “Viraaz”) in het hokje naast de badkamer wonen. In ieder geval zaten de drie huizen bijna allemaal vol; alleen in het linkerhuis kon nog een student komen.
Op schaakgebied viel er ook wat te juichen: na vijf nederlagen in de meesterklasse pakten we tegen Apeldoorn eindelijk een puntje. Een unieke gebeurtenis, want de laatste keer dat BSG een resultaat in de meesterklasse behaalde, was in 2001, toen het eerste team nog stevig gesponsord werd. De week erna kwam er nog meer goed nieuws: de uitgestelde bekerwedstrijd tegen Zukertort werd nipt maar terecht gewonnen.
Als klap op de vuurpijl gingen we dat weekend ook nog karten. Rolex’ vader wilde dat wel een keertje doen, net als een hoop Stumass-bewoners. Zelfs Danya was bereid mee te doen. We gingen naar Coronel in Huizen. De avond begon wat vreemd, met veel oponthoud vanwege een kartongeluk, maar daarna gingen de remmen los. Pepijn was inderdaad, zoals hij al had aangekondigd, de snelste van het spul. Ewood bleef in de eerste heat qua snelheid nog in de buurt, maar hij bleek er na afloop nog slechter aan toe te zijn dan ik, dus liet hij de tweede heat, net als Danya, verstek gaan.
In de tweede heat werd ik fysiek helemaal gesloopt, waardoor ik op het einde m’n stuur amper meer kon bewegen. Desondanks was ik nog redelijk snel. Christina, die die middag met mij mee was gekomen vanuit Amstelveen, had zich enorm vermaakt met het racen en ging na afloop weer met de Stumass-bewoners richting Amstelveen. Wij gingen weer naar Bussum voor de nababbel met Rolex en zijn pa.
Het leven was eenvoudig, met hier en daar een mijlpaal, maar wel enerverend en gevarieerd. En het mooiste moest nog komen: op 12 maart zou ik dan eindelijk mijn masterdiploma krijgen. Spannend! Maar ook iets om naar uit te kijken.