Nadat mijn leven in 2012 op zijn kop was gezet, probeerde ik begin 2013 een begin te maken met een nieuw leven. Dat ging met horten en stoten.
Het contrast met vroeger was groot. Waar ik bij mijn ouders en in Amstelveen altijd mensen om me heen had gehad, zat ik nu moederziel alleen in mijn hokje in Hilversum. Voor het eerst in mijn leven woonde ik dan echt zelfstandig. Daar zaten voordelen aan. Zo kon ik iedere dag zelf beslissen wat ik ging eten en hoefde ik van mezelf niet iedere week het huis grondig schoon te maken. Aan de andere kant was ik wel eenzaam. Zelfs met mijn buren had ik maar weinig contact. Daarom probeerde ik op andere manieren contact te maken.
Op de universiteit had ik vooral contact met Jos, mijn promotor, en mijn kamergenoten. Omdat ik maar twee dagen in de week werkte, kenden veel collega’s mij ook niet. De enige collega met wie ik in contact wilde komen, was een knappe Poolse die ik bij het kerstdiner had ontmoet. De hormoontjes gierden weer even door mijn lijf, want hoewel die hele episode in Amstelveen in een sof was geëindigd, was ik verslaafd geworden aan dat verliefde gevoel. Ik wilde graag weer een keer verliefd worden.
Het was echter nog niet zo makkelijk om in contact te komen, omdat zij op een andere afdeling werkte. Ik wist haar e-mailadres te achterhalen, waarna ik haar een mailtje stuurde. Uiteindelijk spraken we een keer in de pauze af, waarin ik naliet een goede indruk achter te laten.
Meer succes had ik aanvankelijk met een andere dame die ik heel vaag via via kende. We hadden een gemeenschappelijke hobby (bloggen) en we mochten elkaar genoeg om zo nu en dan musea te bezoeken. Voor een cultuurbarbaar als ik was ze een mooi tegenwicht. Ik nodigde haar zelfs uit op de housewarming die eind april (ik weet het, het was lekker laat, want ik had in oktober al de sleutel) gepland stond. Uiteindelijk had ik een heel leger vrienden en bekenden in m’n huis, onder wie Christina, die slingers had opgehangen en mee had geholpen de taart te bakken.
Al met al begon mijn nieuwe leven in Hilversum niet verkeerd, maar ten opzichte van mijn mooie momenten in Amstelveen waren de goede momenten nu wat vluchtig. Na de festiviteiten zat ik toch weer alleen. Tijdens de slechte momenten kwamen de herinneringen aan Amstelveen weer terug. Op mijn werk dacht ik geregeld terug aan de goede momenten die ik met Annemarije had gehad. Opmerkelijk genoeg gingen mijn gedachten vooral uit naar 2011, toen we nog gewoon vrienden waren. Ik dacht vaak terug aan onze korte vakantie op Terschelling en ik kon me amper voorstellen dat dat maar twee jaar eerder was. Wat was mijn wereld toch veranderd in de tussentijd.
Het lukte me, begrijpelijkerwijs, ook niet om weer met Annemarije in contact te komen. Nadat ik haar een aantal mailtjes had gestuurd, schreef ze me een bijzonder openhartige mail terug, waarin ze desalniettemin de boot afhield. Ik realiseerde me nu pas echt dat ik mijn soulmate waarschijnlijk nooit meer zou zien.
Om weer wat nieuwe mensen te ontmoeten, zette ik in de zomer van 2013 een dappere stap door me voor een groepsreis op te geven. Hoewel de opwinding het bij het boeken van de reis ruimschoots won van de angst, verging ik in de dagen voor de reis bijna van de spanning. Maar ik wist waar ik het voor deed: dit was de kans om een nieuwe Annemarije te vinden. Zoals verwacht trok de groepsreis veel meer dames dan heren, maar desondanks bleek het nog verdomd moeilijk om echt contact op te bouwen met iemand. Na een ruime week vol moeizame momenten ging ik met een gevoel dat ik een kans had laten liggen naar huis.
De reis had me wel weer een aantal Facebook-vrienden opgeleverd, maar daar had ik verder niet zo veel aan. Ik verloor in 2013 juist alleen maar vrienden. Zo vond ik het steeds lastiger om Christina te zien vanwege ons verleden bij Stumass, dus liet ik ons contact een beetje doodbloeden. Ook met het bloggermeisje raakte ik het contact kwijt na een aantal pijnlijke misverstanden. Tot overmaat van ramp verhuisde Rolex, met wie ik geregeld naar de film ging, naar het buitenland. Ik was weer terug bij af.
Toch waren er ook positieve ontwikkelingen. Zo kreeg ik voor mijn verjaardag een poes van m’n ouders. Zo had ik anderhalf jaar na het overlijden van Sheba eindelijk weer een huisdier. Al gauw kwam ik erachter dat een kat voor jezelf hebben heel wat intenser is dan wanneer het een kat van het hele gezin is. Bounder had namelijk de neiging om op m’n schouders of soms zelfs op m’n hoofd te gaan zitten. ’s Nachts likte ze m’n oren tot bloedens toe af, waardoor ik haar steevast in de woonkamer moest opsluiten om wat nachtrust te krijgen.
Ongeveer tegelijkertijd kreeg ik in Hilversum een nieuwe persoonlijk begeleidster. Haar missie was om me zelfstandiger te maken. Ik moest meer de regie over mijn leven in eigen hand nemen. Dat klonk goed. Ik had al langer het verlangen om iets bijzonders te presteren. Ik wilde weer de aandacht die ik vroeger kreeg. Mijn pogingen om me op internet meer te laten horen (een populaire Formule 1-site liet bijvoorbeeld in 2013 voor het eerst toe dat mensen via Facebook een reactie achter konden laten) leverden niet het gewenste resultaat op, dus moest ik van tactiek veranderen. Ik besloot dat ik mijn tijd beter aan het schrijven van een boek kon besteden. Een onderwerp had ik wel in gedachten: de Formule 1.
Nadat ik vanaf 1997 de races volgde, raakte ik door de informatieve Formule 1-site F1 Fanatic helemaal enthousiast. Helaas was er van dat enthousiasme over de sport eind 2013 weinig meer over. Ik had een sterke mening wat er mis was met de Formule 1 en ik dacht dat een boek schrijven de beste manier was om deze mening voor het voetlicht te brengen. Als onderzoeker kon ik natuurlijk races analyseren en die analyses aankleden met raceverslagen. Bovendien kon ik mijn mening ventileren. En tot slot was het schrijven van een boek iets waarmee ik me kon onderscheiden van anderen. Ik wilde dolgraag iets bijzonders presteren en dit was een uitgelezen kans om mijn beschadigde ego te herstellen.
Inmiddels was de seksualiteitstraining (die Stumass me had opgedrongen) eindelijk van start gegaan. Ik zat in een klasje jongvolwassenen met autisme die veelal wat hoofdstukken verder waren dan ik. Heel nuttig was het daarom ook niet voor mij. Over Stumass gesproken: eind 2013 besloot ik, ruim een jaar na dato, eindelijk een brief naar Stumass te schrijven, met daarin mijn kant van het verhaal. Ik had het al veel eerder willen doen, maar mijn moeder dacht dat ik er toch niet veel aan zou hebben. Maar ik wilde het graag gezegd hebben. Tot mijn verbazing werd mijn brief goed ontvangen door Stumass. Ik werd zelfs voor een gesprek uitgenodigd. De eerste keer moest ik helaas afzeggen door het totaal onverwachte overlijden van mijn oma, maar de tweede keer was het wel raak.
Het gesprek luchtte op, al waren sommige antwoorden wat onbevredigend. Helaas kon ik pas na afloop van het gesprek de vinger op de zere plek leggen. In ieder geval leek het met mijn leven weer de goede kant op te gaan. Ik deed in Hilversum geregeld mee aan de activiteiten die we in het weekend hadden. De lente van 2014 ademde weer voorzichtig puur geluk. Stumass stond ervoor open om mij eventueel onder begeleiding met Annemarije in contact te laten komen.
Het bleek niet nodig, want een maand na ons gesprek kwam ik Annemarije ineens stomtoevallig op het station tegen terwijl ik op de trein stond te wachten. Het was een ongemakkelijke ontmoeting. Voor het eerst in anderhalf jaar zagen we elkaar weer. Ik was benieuwd of we ons contact nu wel nieuw leven in konden blazen. Een week na de ontmoeting mailde ik haar maar. Tot mijn verrassing kreeg ik een lief mailtje terug, waarin ze zei dat ze heimwee had gekregen naar onze tijd bij Stumass.
In de komende maanden gebeurde er weinig. Ik ging nog met Rolex een paar dagen naar Parijs, waar ik wat ansichtkaarten kocht, die ik twee weken later naar Annemarije verstuurde toen ik in Toulouse een conferentie bijwoonde. Tijdens de conferentie, waarin nog apart stil werd gestaan bij het overlijden van Piet Rietveld het jaar ervoor, werd ik eveneens geacht een presentatie te geven. Ik stierf duizend doden toen zo’n beetje de hele afdeling tijdens mijn presentatie aanschoof. Naast de spanning liep ik veelal met mijn ziel onder mijn arm door de stad. Echt veel contact met mijn collega’s op de VU had ik nog steeds niet, dus was ik blij dat ik na een halve week weer naar huis mocht. Maar in ieder geval had ik weer contact met Annemarije.
In de zomer van 2014 verhuisde onze afdeling van de vierde naar de negende etage. Hoewel ik er aanvankelijk niet blij mee was, kon ik neerstrijken in een rustig kamertje waar een Chinese dame bleek te zitten, Xinying. We hadden meteen een goede klik, waardoor ik de verhuizing ineens niet meer zo erg vond. Later voegde Jamie, een andere Chinese zich nog bij ons. Met hun had ik meer contact dan wat ik met mijn landgenoten op de afdeling ooit had gehad.
Na een hoop e-mails over en weer (noodzakelijk geworden nadat mijn telefoon was gecrasht) zou ik Annemarije begin augustus dan eindelijk weer eens echt zien. We spraken af in een stadje in de Biblebelt dat voor ons allebei redelijk bereikbaar was. Ik bakte mijn lekkerste muffins. Vervolgens versierde ik ze en nam ik de mooiste mee in een bakje. Na anderhalf uur fietsen kwam ik aan op de plek van bestemming. Bij het station wachtte ik op Annemarije, die even later vanuit de andere kant aankwam. We fietsten naar een groot bos, waar we na een wandeling was muffins soldaat maakten.
Ik kon het me bijna niet voorstellen. Hier zat ik dan toch weer met mijn eerste liefde. Er was geen mens in de omgeving te bekennen. Ik kon nu alles met haar doen. Maar ik deed het niet. Ik genoot van ons samenzijn. We hadden elkaar natuurlijk een hoop te vertellen over de afgelopen twee jaar. We hadden in grote lijnen hetzelfde meegemaakt en we waren tegen dezelfde dingen aangelopen. Ons samenzijn voelde heel vertrouwd, alsof we altijd vrienden waren geweest. We hadden allebei hetzelfde gevoel in onze buik. Mijn benen tintelden. Mijn instinct had het al die tijd bij het juiste eind gehad: wij hoorden bij elkaar. Annemarije complimenteerde me nog met mijn artikel over het Nederlands Elftal, waarna ik nog vertelde dat ik bezig was met het schrijven van een boek. Dit kon niet meer misgaan. Aan de eind van de middag scheidden onze wegen weer. Ik wist dat het niet bij deze ene ontmoeting zou blijven. Met een opperbest humeur fietste ik terug naar Hilversum.
In de weken daarna bleef het echter stil. Ik kon moeilijk in contact met Annemarije komen. De tijd dat de hei waar ik op uitkeek in bloei stond ging dan ook aan haar neus voorbij. Pas eind september spraken we weer af. Heel makkelijk verliep het contact ineens niet meer, maar daar kwam begin 2015 verandering in. Annemarije kwam uit mijn werk steeds vaker mee om te koken. Zo deden we weer de activiteiten die we bij Stumass altijd hadden gedaan. Het was altijd gezellig en ik was echt heel blij dat het zo goed tussen ons ging.
Dat veranderde op een stormachtige dag in maart, toen ze op een vrije dag van mij wilde langskomen. We liepen hand in hand de hei over. ’s Avonds kuste ik haar zo vaak dat Bounder zo jaloers was dat ze me twee dagen niet heeft aangekeken. Die avond bleek ik haar voor het laatst op de trein gezet te hebben. Een aantal dagen later berichtte ze me dat ze het toch niet zo leuk had gevonden dat ik zo intiem was geweest. Ik verontschuldigde me daarvoor en alles wees erop dat we nog veel contact zouden hebben. Het gebeurde alleen niet. Het contact hield uiteindelijk helemaal op.
Het kwam precies in de periode dat ik verhuisde. Na twee en een half jaar Hilversum had ik wel weer gezien. Ik wilde graag een groter huis en ik wilde zelfstandiger worden. Tot mijn verrassing kwam ik al gauw in aanmerking voor een nieuwe woning. Terwijl ik een flinke verkoudheid had opgelopen, kreeg ik op een maandag ineens een bericht dat ik eerste stond op de lijst. Ik moest binnen twee dagen beslissen of ik de woning wilde of niet. Ik kreeg het telefoonnummer van de huidige bewoner. Overdag had hij geen tijd, alleen ’s avonds. Uiteindelijk kon ik dinsdagavond komen kijken.
In een donker hol waar alle lampen waren uitgedraaid zaten twee schimmen een kerstboom te demonteren. Het bleken de eigenaar van de woning en zijn vader te zijn. De zoon gaf met de grootste tegenzin een rondleiding. De vader was wat spraakzamer. Hoewel ik onder de indruk was van de grootte van de woning, twijfelde ik na afloop. Mijn ouders waren echter laaiend enthousiast, dus besloot ik de woning maar te accepteren.
Uiteindelijk bleek de woning een aantal gebreken te bevatten (de vloer was op sommige plaatsen niet gelegd), terwijl de berging veel kleiner was dan ‘ie in het donker leek. Bovendien bleek de vorige bewoner het hele verhaal over waarom hij zijn woning uit moest te hebben gelogen, waardoor ik met een vervelend gevoel overbleef. In ieder geval hadden we nog een maand om de woning in te richten. Veel tijd ging zitten in het schuren en oververven van de muren. Verder legde mijn pa de ontbrekende stukken vloer en kreeg ik een tweede aanrechtblad in de keuken.
Jammer was wel dat ik mijn mooie inductiekookplaat en mijn mooie vloer in Hilversum achter moest laten. Ik hoopte er natuurlijk nog een mooie prijs voor te krijgen, maar dat bleek er niet in te zitten, omdat de nieuwe bewoner zo arm was. Het leidde tot een aantal aanvaringen tussen mijn moeder en de begeleidster van de nieuwe bewoner (de nieuwe bewoner zelf kregen we om de een of andere reden niet te spreken). Nadat een genereus overnamebod aanvankelijk werd afgeslagen, dreigde mijn moeder de vloer eruit te slopen. Zover kwam het gelukkig niet, maar betekende opnieuw dat ik met een vervelend gevoel wegging.
In ieder geval kende ik daardoor een slechte start in Naarden. Veel contact met mijn nieuwe buren had ik ook niet. Ik hoopte in mijn nieuwe woning omgeven te worden door “normale” mensen waar ik makkelijker contact mee zou hebben, maar dat viel tegen. Het betekende dat ik nog eenzamer was dan in Hilversum, ondanks dat mijn boek inmiddels was uitgekomen. De timing kon niet beter vanwege het debuut van Max Verstappen en het leverde me zelfs een interview in het regionale sufferdje op, maar daar bleef het dan ook wel bij. Ook kreeg ik een column op Schakers.info aangeboden. Daar was ik natuurlijk blij mee, maar het haalde me niet uit mijn sociale isolement.
Mijn humeur verbeterde niet in de zomer. Ik hoopte vroegere tijden te kunnen herbeleven door voor het eerst in jaren weer aan een schaaktoernooi mee te doen. Het hielp niet. Het contact met anderen bleef moeizaam gaan. Tegen beter weten in stuurde ik Annemarije nog een kaartje, maar daar kreeg ik nooit meer antwoord op. Het contact met haar had mijn schaakniveau een enorme boost gegeven, maar nu was ik weer terug bij af. Ik was voor de tweede keer door haar in de steek gelaten. Mijn broze zelfvertrouwen was weer helemaal afgebrokkeld.
Om toch weer wat nieuwe mensen te ontmoeten, besloot ik me te elfder ure voor een groepsreis op te geven. Het werkte averechts. Ik beleefde dezelfde ongemakkelijke momenten als twee jaar eerder, maar in tegenstelling tot toen hield ik er helemaal niks aan over. Weinig beter verging het me op datingsites. Behalve torenhoge telefoonrekeningen na vruchteloze Tinder-sessies hield ik er helemaal niets aan over. Uiteindelijk besloot ik Tinder maar van mijn telefoon te verwijderen. In de tussentijd waren mijn zelfvertrouwen en mijn zelfbeeld nog verder afgebrokkeld.
In de herfst van 2015 was ik dan ook behoorlijk neerslachtig. Ik was Annemarije definitief kwijt en mijn nieuwe huis had me ook niet opgeleverd wat ik ervan had verwacht. Eigen keuzes maken is leuk, maar als je verkeerd kiest, doet het wel flink veel pijn. Een voordeel van mijn nieuwe huis was wel dat ik naar de schaakclub kon zonder ’s nachts de hei over te hoeven steken. Ik ging dus weer braaf iedere maandag naar de club. Het doel was om een keer clubkampioen te worden. Doordat ik scherp was op het moment dat het erop aankwam, lukte dat zowaar.
Ondertussen had ik het contact met Christina weer hersteld. In de twee jaar dat ik haar niet had gezien, was ze behoorlijk veranderd en dan niet op een goede manier. Ik schrok ervan. Zou dat ook gebeurd zijn als we nog wel contact hadden gehad? Ik voelde me er een beetje schuldig over. Ik besloot het contact aan te houden. In de zomer van 2016 kreeg Christina een studentenkamer bij de universiteit. In diezelfde tijd verhuisde de yoga waar ik iedere woensdag met mijn Chinese kamergenoten naartoe ging van een of ander gebouwtje op een onmogelijke plek naar het sportcentrum in Uilenstede. Het betekende dat ik makkelijk vanuit de yoga naar Christina kon gaan, waar we dan samen kookten. Sindsdien is de woensdagavond het hoogtepunt van mijn week geworden.
Inmiddels is 2012 alweer bijna vijf jaar verleden tijd. Dat jaar heeft zijn sporen nagelaten en nog altijd ben ik er niet geheel van hersteld. Twee breuken met het meisje waar ik ooit stapel op was hebben me behoorlijk beschadigd. Opmerkelijk genoeg lijkt die tweede breuk nog langer na te zingen dan de eerste. Misschien dat ik er wel nooit helemaal vrede mee zal hebben hoe het tussen mij en Annemarije is gelopen.
Het lijkt erop dat in 2012 de zeven magere jaren zijn aangebroken, nadat ik mijn leven in die zeven jaar ervoor langzaam maar zeker een beetje op de rails had gekregen. Wat mij opvalt is hoe moeilijk mensen met autisme herstellen van tegenslagen. Als alles in hun leven meezit, merk je hun handicap amper op, maar als dingen tegenzitten, loopt bij hun vaak alles in het honderd. Ze herstellen er vaak ook maar erg moeilijk van en het lijkt erop dat de professionele hulp de problemen voor ze niet kan oplossen. Dat is deprimerend.
Natuurlijk heb ik zelf lessen uit de afgelopen jaren getrokken. Ik heb geleerd meer zaken in eigen hand te nemen. Ik probeer meer te leiden en minder te volgen, hoewel dat soms moeilijk is. Verder heb ik op het gebied van relaties het nodige geleerd. Dat de datingmarkt asymmetrisch is en er voor mannen anders uitziet dan voor vrouwen. Door het internet liggen zoveel potentiële partners binnen handbereik dat vrouwen vaak worden overspoeld met mannelijke aandacht, waardoor ze enorm selectief worden. Omgekeerd moeten mannen vaak enorm veel moeite doen om de aandacht van een vrouw te trekken. Doordat mannelijke aandacht zo makkelijk is op te wekken, voelen vrouwen zich vaak ook helemaal niet gevleid als een man geïnteresseerd in ze is. Dat wist ik tot een aantal jaar geleden niet.
Verder ben ik erachter gekomen dat mijn problemen met Annemarije waarschijnlijk voort zijn gekomen uit een angstig-obsessieve hechtingsstijl. Die hechtingsstijl is hoogstwaarschijnlijk een natuurlijk gevolg van mijn totale gebrek aan succes met meisjes eerder in mijn leven. Daardoor ben ik in een vicieuze cirkel terechtgekomen waar moeilijk uit te ontsnappen is. Als man moet je immers overtuigend kunnen acteren dat je de beste uitvinding sinds het gesneden brood bent, zelfs al weet je in elke vezel van je lijf dat je maar een vreemd gevormd persoon bent met een doffe huid en haar op plekken waar het niet hoort en geen haar op plekken waar dat wel hoort. Daarvoor is zelfvertrouwen nodig en dat zelfvertrouwen krijg je doorgaans pas als je echt succes hebt bij de dames. Inmiddels ben ik 31 en betwijfel ik of ik dat zelfvertrouwen ooit nog krijg. Misschien ben ik wel gewoon voorbestemd om altijd alleen te blijven. Misschien ben ik niet in de wieg gelegd om een partner te vinden. 2012 heeft me een hoop geleerd, maar misschien ook een droom ontnomen.
Ha Jesper,
Bedankt dat je ons als lezers hebt willen meenemen in je analyse van dit moeilijke jaar en zijn nasleep. Misschien dat ik later nog een wat uitgebreidere reactie kan sturen per mail; maar al reagerend op je laatste alinea wilde ik in ieder geval toevoegen dat ik denk dat je ook geleerd hebt wat je eigenlijk zou willen geven in een relatie, en hoe voor jou een relatie vorm zou moeten krijgen, waarin je jezelf niet sterk genoeg vindt en vooral wat voor jou leerpunten zijn. Ik vind de teneur van je conclusie begrijpelijk somber, maar tegelijk denk ik dat je je moet blijven realiseren dat we uiteindelijk nooit de regie over ons eigen leven zullen hebben, en dat de onverwachtse loop der dingen, zoals de komst van je chinese kamergenoten, of de succesvolle uitgave van je boek en aanverwandte waardering van jouw expertise er toch maar gekomen zijn. Het leven neemt soms hele vreemde wendingen, en ik denk dan ook dat we altijd de deur open moeten houden voor het onbekende. Ik vind het gezegde ‘de beste weg door de problemen is er doorheen’ altijd enorm afgezaagd, maar de onderlijn dat continuiteit altijd van belang is, en onze krachten inzetten ten goede centraal moet blijven, vind ik wel terecht. Ik wil er maar mee zeggen dat ik in ieder geval als iemand uit jouw omgeving hoop dat je in ieder geval doorgaat op de goede weg die je als zelfstandige hebt ingezet, en dat ik daarin een erg bijzondere ontwikkeling heb kunnen zien in de jaren dat ik je ken. Of er uiteindelijk ineens een vrouw in je leven komt weten we niet, maar sluit het onverwachte in ieder geval niet uit! Ik hoop dat je huidige lijn je er in ieder geval wat aanknopingspunten kan bieden om mogelijk weer die nieuwe personen in je leven toe te kunnen laten.
Goede kerstdagen nog,
Roland
Hee Rolex,
Bedankt voor je uitgebreide reactie.
Het onvoorspelbare maakt het leven inderdaad vaak mooi, maar maakt het ook erg lastig. Mensen hebben immers behoefte aan voorspelbaarheid en vaste grond onder de voeten. Dat weerhoudt me er niet van (tevergeefs) op die ene onverwachte kans te wachten. De laatste jaren is die kans denk ik ook alleen maar kleiner geworden. Ik heb minder mensen om me heen dan vroeger en daardoor mis ik ook eventuele kansen. De mooie momenten komen niet meer als vanzelf. Ik moet er echt meer moeite voor doen. Dat is dan ook iets waar ik in 2018 flink mee aan de slag ga. Het probleem met kansen die je zelf probeert af te dwingen is voor mij dat ik alleen enthousiast word om iets te doen als ik er hoge verwachtingen van heb, dus word ik ook vaak weer teleurgesteld. Hopelijk vind ik iets waarvoor mijn verwachtingen niet te hoog en niet te laag zijn. 😉
Fijne jaarwisseling!