Ik kan moeilijk geloven dat het pas een week geleden is dat ik naar Assen toog om het Nederlands Jeugdschaakkampioenschap te verslaan. Een week lang werd ik geleefd. Er gebeurde zoveel dat ik er nog van moet bijkomen.
Een week geleden had amper iemand van Wiggert Pols gehoord, de kersverse kampioen in de categorie tot en met 20 jaar. Hij was zeker niet de favoriet. Zelfs geen outsider. Toch won hij. Gedegen schaak in combinatie met wat mentale hardheid en een beetje geluk was voldoende voor een ongedeeld eerste plaats.
Wiggerts triomftocht toonde ook aan dat de nieuwe kwalificatieopzet, bestaande uit vier kwalificatietoernooien, een schot in de roos was. Vorig jaar was er een sterke kopgroep en een zwakke staart met weinig daartussen. Dit jaar was het veld veel meer aan elkaar gewaagd, waardoor de partijen ook een stuk interessanter waren. Dat kwam helaas ook doordat de topspelers, net als vorig jaar, een beetje met de handrem erop speelden. Teleurstellend was dat een aantal toppers van vorig jaar wegbleef. Robby Kevlishvili kwam bijvoorbeeld niet naar Assen om zijn titel te verdedigen, zodat de top minder sterk was dan vorig jaar.
Het geringere deelnemertal betekende eveneens dat het toernooi in de meeste categorieën met twee ronden ingekort. Dat had als voordeel dat er elke dag maar één ronde werd gespeeld, maar had als nadeel dat het toevalselement wellicht een grotere rol speelde. Dat is leuk als je onverwachte winnaars wilt krijgen, maar minder misschien minder leuk als je wilt dat Nederland op het WK en EK goed vertegenwoordigt wordt.
Met het toevalselement viel het trouwens wel mee. Zo had Max Warmerdam bijvoorbeeld beduidend sterkere tegenstanders gehad dan de toernooiwinnaar (met een gemiddelde rating van 2218 om 2140), maar aan de andere kant had Casper Schoppen, die samen met Max op de tweede plaats eindigde, zwakkere tegenstanders gehad (met een gemiddelde rating van 2117), waar hij dus ook nog een halfje minder tegen scoorde. Het belangrijkste was dat Wiggert tegen de nummers twee tot en met vier had gespeeld en dat hij tegen hen ongeslagen bleef (hij scoorde zelfs 2 uit 3 in die partijen). Daarbij had hij het geluk soms wel aan zijn zijde, maar zonder geluk vaart niemand wel.
Vermoedelijk wordt er nog jaren gesproken over het NJK van 2018 en zijn verrassende winnaar. Ik voel me bevoorrecht dat ik verslaggever bij dit toernooi mocht zijn. Daarnaast wil ik Harry Gielen nogmaals bedanken voor de gastvrijheid en het vervoer van en naar de speelzaal. Volgend jaar hoop ik het drieluik op een mooie manier te kunnen afsluiten.