Morgen begint week 13 van 2021. Hieronder de artikelen voor komende week en een korte persoonlijke noot bij de herpublicaties van de bijna afgelopen week.
22 maart: BSG verslaat koplopers (22 maart 2015)
Zes jaar geleden deed zowel BSG 1 als BSG 2 mee voor het kampioenschap. BSG 1 speelde in de meesterklasse tegen koploper HMC, terwijl BSG 2 in de derde klasse tegen grote rivaal HSG mocht. Beide teams wonnen met het kleinst mogelijke verschil, maar waar BSG 1 over geluk niet te klagen had, kreeg BSG 2 in de slotfase nogal onnodig een doelpunt tegen, waardoor HSG op basis van doelsaldo aan kop bleef.
23 maart: Erop of eronder (24 maart 2010)
In het derde jaar van Aarde en Economie had ik voor het veldwerk naar Oostenrijk nog een belangrijke tentamenweek. Heel soepel was de voorgaande periode niet verlopen, met overlappende vakken, ontbrekende boeken en wazige colleges. De tentamens gingen ook niet geweldig, al had ik nog geluk dat ik me op de juiste manier voor die tentamens bleek te hebben ingeschreven. Uiteindelijk bleek dat ik de tentamens ook daadwerkelijk had gehaald. Had ik me al die tijd voor niets zorgen gemaakt?
24 maart: Externe competitie ronde 7 (24 maart 2007)
Het ging niet goed met BSG 2 in het seizoen 2006-2007. Met een op papier heel behoorlijk team hadden we bijna al onze wedstrijden verloren toen we in de zevende ronde tegen DBC mochten. Onze laatste strohalm! De aanloop naar de wedstrijd was nogal rommelig omdat de teamleider maar niks van zich liet horen. Wat bleek? We hadden een nieuwe speler in de gelederen en niet zomaar iemand, het was namelijk Frans Borm, een IM die al jaren niet meer had gespeeld. Met ons geheime wapen togen we naar De Bilt, waar Frans hun zwakste tegenstander binnen 15 zetjes van het bord had gepoeierd. Zelf wist ik als gelegenheidskopman een warrige partij van Lucas Boutens te winnen, die zich daarna dagenlang niet meer op Utrechtschaak durfde te vertonen, om daarna te klagen over onze tactische opstelling (die we op het laatste moment uit de hoge hoed hadden getoverd) en het meespelen van iemand die veel te goed was voor deze klasse (terechte kritiek, ik begreep ook niet waarom hij niet voor het eerste meespeelde, dat eveneens een belangrijke wedstrijd speelde). In ieder geval wonnen we de wedstrijd met ruime cijfers en bij het terugfietsen naar huis maakte een heel mooi gevoel zich meester van me. Ik was even intens gelukkig. Met BSG 2 kwam het ook goed, ondanks dat Frans voor de laatste twee ronden niet meer speelgerechtigd was. DBC degradeerde uiteindelijk, mede door deze nederlaag.
25 maart: het T-woord (24 maart 2013)
“Multi 21, Seb!”, beet Webber Vettel na afloop van de Grand Prix van Maleisië toe. De Australiër was pislink dat de Duitser hem in de slotfase had ingehaald, al had hij zelf ook een hele berg boter op zijn hoofd (denk aan de strapatsen die hij enkele maanden daarvoor in de finale in Brazilië had uitgehaald). Door de overwinning nam Vettel de koppositie over van Räikkönen (anders had Webber dat gedaan), om hem dat jaar ook niet meer uit handen te geven. Ondertussen hield Rosberg zich wel aan de teamorder om Hamilton niet in te halen, waarna de Brit met tegenzin naar het podium ging (toen waren ze nog goede vrienden).
26 maart: Beter één vogel in de hand… (29 maart 2009)
Het seizoen 2008-2009 was voor velen van ons het eerste seizoen in de meesterklasse. Helaas draaide het op een ontgroening uit en verloren we alle wedstrijden met grote cijfers. Desondanks hadden we de hoop om erin te blijven niet laten varen. Tegen het niet extreem sterke ESGOO zouden we eventueel kunnen winnen. Die hoop werd reëel toen bleek dat ze maar met negen man opkwamen, waardoor Ewood, die aan bord 2 was opgeofferd, een gratis punt kreeg. Lange tijd leken we die voorsprong te consolideren of zelfs uit te breiden, maar uiteindelijk viel het dubbeltje toch steeds de verkeerde kant op en stonden we na afloop onze lege handen te bekijken. En daarmee konden we onze hoop op klassebehoud definitief begraven.
27 maart: Afknapper in Australië (27 maart 2011)
Tegen iedereen die het maar horen wilde, had ik gezegd hoe leuk de Formule 1 in 2011 zou worden. Snel slijtende banden: strategie zou weer een rol spelen nadat de strategische component met het afschaffen van tankstops een jaar eerder bijna volledig was verdwenen. En dan was er nog DRS, het inhaalhulpmiddel, waardoor de races minder statisch zouden worden. Bij de eerste race werden die verwachtingen niet ingelost. Vettel won onbedreigd, voor Hamilton en Petrov (!). De spanning ver te zoeken. Had ik het zo verkeerd ingeschat? De races daarna waren gelukkig een stuk levendiger.
28 maart: Tijdnood, erg dom (30 maart 2010)
In een column beweerde schaaktrainer Karel van Delft dat het erg dom was om in tijdnood te komen. De argumentatie is echter wat wonderlijk. 1) Tijdnood is slecht omdat de kwaliteit van de zetten achteruitgaat als spelers er minder lang over na kunnen denken. 2) Het is dom om in tijdnood te komen omdat langer nadenken niet leidt tot betere zetten. You can’t have it both ways. De tweede stelling is een overduidelijk voorbeeld van de omitted-variables bias, een term die ik toen nog niet kende, maar wel in eigen woorden probeerde uit te leggen (ik was mijn tijd ver vooruit toen). De correlatie tussen bedenktijd en de kwaliteit van een zet heb ik altijd al willen onderzoeken.
Dan nu de artikelen voor komende week:
29 maart: Interne competitie ronde 23 (3 april 2007)
30 maart: Het hoogste woord (30 maart 2008)
31 maart: Tentamenweek (31 maart 2008)
1 april: Uitgeluld (1 april 2007)
2 april: Als het niet goed gaat, dan gaat het niet goed (2 april 2016)
3 april: Goodbye Schumi (4 april 2010)
4 april: NK Internet: finale (12 april 2009)