Veldwerk Oostenrijk I

Frühlingurlaub
Voor degenen die echt onder een steen hebben gelegen: de afgelopen twee weken was Behirder in Oostenrijk voor een veldwerk. Samen met dertig andere studenten en wat begeleiders zat hij in Salzburg. Voor degenen zonder topografische kennis: dat is een stad vlak bij de Duitse grens. Hier moesten we een soort onderzoeksopzet maken, met de bedoeling een fictief geldbedrag binnen te halen voor verder onderzoek.

De reden dat dit veldwerk zo vroeg in het jaar werd gehouden, was omdat het officieel de “Springschool” is. Deze benamingen vind ik echter niet zo mooi klinken als “Frühlingurlaub”, dus zo zal ik dit veldwerk voortaan noemen. In tegenstelling tot de eerdere veldwerken in Limburg en Kampen was de aanloopperiode van de Frühlingurlaub bijzonder kort. Binnen drie dagen tijd moesten we ons hebben ingelezen over het onderwerp en moest er een vraagstelling op papier staan. Hieronder een kort schema van de voorbereiding:

Woensdag 14-04 Introductie, onderwerp kiezen
Donderdag 15-04 Enkele colleges, bronnen zoeken
Vrijdag 16-04 Uitwerkdag (?)

Maandag 19-04 College over Oostenrijk
Dinsdag 20-04 Officiëble reisdag

Laat ik nu maar een beginnetje maken met het verslag en met de dingen die mij waren opgevallen.

Woensdag 14-04
Het was negen uur ‘s ochtends en Mark B., de hoofddocent van het vak, probeerde zich voor te doen als een vertegenwoordiger van Salzburg/Salzburgerland. In het gebied rond Salzburg liet hij negen locaties zien waarmee iets aan de hand was. Hieronder een lijst van de cases:

  • Sedimentproductie in Berchtesgaden (Duitsland)
  • Degradatie van Alpenweiden (a.k.a. Almen)
  • Invloed emission-trading system op cementfabriek
  • Overstromingsprojecten (economische kant en hydrologische kant)
  • Toerisme op de Gaisberg
  • Skiën en klimaatsverandering (kunstsneeuw en activiteiten tussenseizoen)
  • Uitbuiting toerisme in Berchtesgaden

Al met al waren er negen onderwerpen en werden er tien groepjes samengesteld. Vooral het eerste onderwerp trok veel belangstellenden, waardoor er twee groepjes waren met hetzelfde onderwerp. Mark B. was daar wel verbaasd over: vorig jaar was het onderwerp kunstsneeuw veel meer in trek. Zelf koos ik voor de hydrologische kant van de overstromingsprojecten. Na wat gehussel kwam ik in een groep met drie chicks die altijd al heel close met elkaar zijn. Daarmee waren wij het enige groepje met vier man.

Nadat de opdracht werd uitgelegd, was het tijd voor de presentaties van het vak “Besluitvormingsprocessen”. Vier uur later was ik helemaal uitgedroogd en murw geslagen na het aanhoren van oersaai gewauwel.

Donderdag 15-04
Het onderzoek begon al vorm te krijgen. In de ochtend hadden we een college over het vinden van goeie bronnen, in de pauze daarna kreeg ik mee wat mijn groepsgenoten van mij verwachtten. Lekker concreet. Ik had al een groot aantal bronnen gevonden en tijdens het computerpracticum vond ik er nog een paar.
Tot slot had ik nog een gesprek met Mark B. en leerde ik die avond op een verjaardagsfeestje het een en ander over enkele Europese talen.

Vrijdag 16-04
Vandaag had ik alleen nog het vak “Economie van het onroerend goed” en ‘s middags richtte ik me op het schrijven van mijn deel van de inleiding.

De heenreis

Maandag 19-04
Het was uiterst onzeker of het luchtruim nou open zou gaan of niet. Hoewel dinsdag pas de reisdag was, ging een groot aantal studenten al op maandag naar Salzburg. Het vervoer was namelijk niet van bovenaf geregeld, dat kon iedereen zelf doen. Lang van tevoren gingen groepjes studenten overleggen wat nou het handigst was. Ik behoorde tot een grote groep, waarvan een groot deel een dag eerder wilde reizen dan de rest. Zelf hoefde ik niet per se een dag eerder te reizen, dus wilde ik wel in het busje dat pas dinsdag zou vertrekken. Het andere busje zat inmiddels al helemaal vol met mensen die op maandag wilden vertrekken, omdat ze dan nog een dagje konden mountainbiken.
Hoe groot was de schok dan ook dat de groep die op dinsdag wilde rijden helemaal uit mekaar flikkerde. Zat ik opeens zonder vervoer. In lichte paniek werd Rolex gebeld en gingen wij samen met Emporio proberen in Salzburg te komen. Dat werd uiteindelijk met het vliegtuig, maar door de aswolken die net in het weekend voor de reis de kop opstaken, werd dat opeens heel onzeker.

Zodoende werd ik om tien voor acht ‘s ochtends met een enorme koffer op Naarden-Bussum gedropt. Eerst zou ik les hebben en daarna moesten we ons storten op het perfectioneren van het veldplan. Om twaalf uur zou duidelijk worden of de vliegtuigen weer vlogen. Geen moment te vroeg, want als we het vliegtuig wilden halen, moesten we om een uur of twee vanaf de VU vertrekken.

De hele dag zat ik met een zware koffer opgescheept. De dag begon met wat geklets over Oostenrijk, zoals dat de journalistiek daar van Telegraafniveau is en dat de economie daar wordt verpest door de vele bergen. Daarna deelde Mark B. nog het een en ander mee, zoals dat onze jeugdherberg geen handdoeken had. Lekkere timing, want ik had m’n koffer al gepakt.
Na deze lessen gingen we ons veldplan uitwerken in de computerzaal en was ik vet nerveus. Langzaam bewoog de kleine wijzer naar de twaalf. Zouden we dan alsnog gaan vliegen?

Emporio was onze reisleider en hij zou contact opnemen met de luchthaven. Uiteindelijk kwam het bericht door dat de vliegtuigen toch aan de grond genageld bleven. Gelukkig konden we nog meereizen met ons oude groepje, dat die avond zou rijden. Zij hadden wat afmeldingen gekregen, waardoor er nog precies drie plaatsen over waren.

Het gevolg was dat ik me de rest van de dag niet hoefde te haasten. Ik kon de bespreking met Mark B. nog bijwonen. Hij was onder de indruk van ons stukje, hoewel hij ook wat kleine dingen had aan te merken. Na de bespreking voerden we nog wat berekeningen door en daarna liep ik met Emporio naar de metro- of tramhalte, op weg naar het huis van Le Snelle, waar ik af en toe kom om spelletjes te spelen. Het was inmiddels vier uur geweest en aan de andere kant van de halte stond Simon te wachten, een andere reisgenoot. Hij zou onze auto ophalen. Terwijl wij stonden te wachten op de tram, kwam Kasper aanlopen met een grote tas zonder wieltjes. Ook hij reisde met ons mee.

Prutser
Bij Le Snelle moesten we nog een tijdje wachten totdat iedereen er was. Tijd voor mij om maar eens wat aantekeningen te maken van de lange en zware dag. De anderen zouden zo dadelijk binnendruppelen en het voornaamste gespreksonderwerp was wat we zouden gaan eten. Dat veranderde om vijf voor half zes. Simon belde op om te zeggen dat hij het verhuurbedrijf niet kon vinden. Bleek hij helemaal verkeerd te zitten. Wat nog erger was: hij had maar tot half zes (!) de tijd om de auto op te halen. Via de telefoon werd koortsachtig doorgegeven hoe hij moest lopen. De minuten verstrijken. Nog steeds is hij niet in de buurt van het verhuurbedrijf, dat inmiddels al zijn deuren aan het dichttrekken is. Ze nemen ook niet meer op. Het hele reisplan dreigt in het water te vallen. Pas om zes uur is Simon op de plek van bestemming, maar het is voor niets geweest: de zaak is dicht.

Na een aantal telefoontjes met de opperbaas van het bedrijf is er nog hoop: een filiaal bij Schiphol is nog open. Gauw werd Emporio die kant opgestuurd, waar hij samen met Simon zou proberen een auto te regelen. Ondertussen was Kasper heel begripvol: “Het kan de besten overkomen”, “niks aan het handje”, “kan gebeuren”, dat waren de opmerkingen die hij maakte. (In werkelijkheid had hij Simons kop wel van z’n romp kunnen trekken.)
Le Snelle zette Emporio gauw bij het tramstation af, waardoor Emporio de tram net haalde. Ging er toch nog iets goed deze dag. Het was inmiddels al zeven uur geworden en onze vrolijke vriend Mathieu kwam op het idee pannenkoeken te bakken. Helaas waren de ingrediënten niet meer in adequate hoeveelheden beschikbaar, dus gingen we maar naar de supermarkt. Daar werd de aanschaf van de producten steeds zorgvuldig overwogen. Een pak melk, of voor de zekerheid twee? Wel of geen stroop kopen en dat soort dingen. Belt Emporio opeens op met de mededeling dat het niet meer ging lukken met die auto: Simon had geen Creditcard. Mathieu merkte na het gesprek op dat een PIN-pas ook volstond, maar niemand bleek Emporio’s telefoonnummer te hebben.

Ondertussen stond Rolex voor Le Snelles huis te wachten totdat wij er weer aan zouden komen. De sfeer was op een dieptepunt gekomen: door het gepruts van een iemand was ons schema verklooid. Er werden plannen gemaakt om in Le Snelles woonkamer te gaan slapen. Dat moest toch wel kunnen voor een nacht. Ik zat te denken of ik niet beter m’n ouders kon bellen om me dan maar op te halen, zodat ik thuis kon slapen.

Wending
En opeens was alles anders toen Emporio belde dat het alsnog geregeld was. Simons vader was gekomen en het bleek dat het mogelijk was om een auto te huren onder zijn naam. Het was bijna niet te geloven dat het opeens geregeld was, maar het was een fijne meevaller. Had ik m’n tassen niet voor niets de hele dag mee lopen slepen. Salzburg, here we come!

In de keuken ontpopte Mathieu zich als een echte keukenprinses. Hij had nog voorgesteld om een koekenpan bij de buren te lenen, omdat ‘ie de pannenkoeken dan sneller kon bakken, maar ook met drie pannen kon hij zich aardig uitleven. In een mum van tijd staan er twee schalen met pannenkoeken op tafel. Wel vraagt hij zich af waar de kaneel is, wat volgens hem lekker is bij een pannenkoek. “Kennelijk zijn er ook huishoudens die geen kaneel in huis hebben.” Als Le Snelle na veel moeite ook de CD-speler aan de praat heeft gekregen, is het wachten op de auto. Die komt precies volgens verwachting om kwart over tien aan, waarna hij wordt volgeladen met koffers en studenten. Vlak voordat we de straat uit zijn, schrikt Le Snelle wakker: hij was de bal vergeten mee te nemen. Essentieel voor als we tijdens de plaspauzes zouden willen voetballen. Opmerkelijk genoeg rijdt Simon het eerste stuk en dwingt respect af met zijn nette rijstijl. Bij Wageningen wordt Martijn opgehaald, waarna we in sneltreinvaart richting de grens met het Duitse land rijden. En toen was het dinsdag.

Dinsdag 20-04
Tijdens de heenreis wisselden we geregeld van bestuurder en aangezien ik geen rijbewijs heb, kon ik lekker proberen te pitten. Tegen het einde van de reis lukte me dat steeds beter. We reden wel in de ochtendspits langs München, veel vertraging heb ik niet gemerkt. Bij de Oostenrijkse grens besloot Simon (!), die toen weer bestuurder was, op aandringen van enkele anderen geen Vignet te kopen. Niet zo handig natuurlijk. In Salzburg duurde het nog even eer we de Josef-Preis-Allee hadden gevonden, maar om half elf ‘s ochtends waren we er dan, in het ho(s)tel. Als eerste!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *