Een knotsknettergekke race, waarin het halve veld uit zou vallen en de andere helft van het veld slechts met de grootste moeite de finish zou halen: dat waren de voorspellingen voor de eerste race van het seizoen. De komst van de turbomotoren zou in het begin van het seizoen voor heel veel spektakel en verrassende uitslagen zorgen. De vuurdoop van de turbomotoren in Upside-Down ging zonder heel veel vuurwerk gepaard. Rosberg won de race onbedreigd, voor Ricciardo en Magnussen.
De overstap naar tubomotoren was een flinke hobbel voor de motorfabrikanten en ook voor de rijders was het even wennen: meer koppel, acht in plaats van zeven versnellingen en het nieuwe energieterugwinsysteem ERS, de opvolger van KERS. Al bij de eerste wintertest bleek dat motorfabrikant Mercedes het het beste voor elkaar had. Ferrari deed het ook nog wel redelijk, maar Renault, dat nota bene in de jaren 80 de pionier was op het gebied van turbomotoren in de Formule 1, maakte er een potje van. Red Bull, noch Lotus, noch Caterham, noch Toro Rosso (dat juist van Ferrari naar Renault was overgestapt) kwam tijdens de tests goed voor de dag. Ferrari deed het wat beter, al werden echte topprestaties niet geleverd. Ook ging het gerucht dat de motor nogal dorstig was; geen goed teken gezien de brandstoflimiet van 100 kg brandstof in de race. Nee, de echte winnaar was Mercedes. Het fabrieksteam deed het fantastisch, McLaren was weer op de weg terug, maar vooral Williams (dat dit jaar juist naar Mercedes was overgestapt) baarde opzien in de wintertests. Ook Force India zat er dankzij de Duitse krachtbronnen goed bij.
Debutanten
Het betekende slecht nieuws voor de wereldkampioenen van de laatste vier jaar, want Red Bull had naast de zwakke Renault-motor ook nog een hoop kinderziektes, die voortvloeiden uit een te agressief ontwerp, op te lossen. Zou Ricciardo, die de plaats van zijn uitgebluste landgenoot Webber overnam, nu in dezelfde situatie verkeren als Pérez vorig jaar? Dat was niet te hopen voor hem, want Pérez was door McLaren afgedankt en vond zijn heil bij Force India. Inderdaad: dat was weer een flinke stap terug voor de Mexicaan. Zijn opvolger werd het jonge Deense talent Kevin Magnussen, geboren op de dag na de Bijlmerramp als zoon van oud-Formule 1-coureur Jan Magnussen. Hij zou het de ingedutte Button, die deze winter meer dan genoeg persoonlijk leed kreeg te verwerken, moeilijker moeten maken dan Pérez deed.
De opmerkelijkste overstap was evenwel de terugkeer van Räikkönen bij Ferrari. Eind 2009 werd de Fin door het Italiaanse team uitgekotst om plaats te maken voor Alonso. Vier jaar later werd Massa uitgekotst om plaats te maken voor Räikkönen. Massa vond nog wel onderdak bij het team van Williams, dat afgelopen seizoen belachelijk slecht had gepresteerd. Maar nu, met die krachtige Mercedes-motoren, zou het toch een stuk beter moeten gaan.
Dat beloofde weinig goeds voor het team van Lotus. Het team raakte teambaas Éric Boullier kwijt aan McLaren, ruilde stercoureur Räikkönen in voor brokkenpiloot Maldonado en zat tot overmaat van ramp met die krachteloze Renault-motoren in zijn maag. Laat Martin Whitmarsh maar komen! Nauwelijks beter was de situatie bij Sauber. Het kleurloze team wisselde met Force India een rijder uit: stercoureur Hülkenberg ging en in zijn plaats kwam zijn onstuimige landgenoot Sutil. Met Gutiérrez erbij heeft het Zwitserse team waarschijnlijk de zwakste rijdersbezetting van alle teams. Force India maakte schoon schip en zette ook Di Resta de wacht aan, om zo de gedegradeerde Pérez binnen te kunnen halen. De promotie van Ricciardo betekende dat de jonge Rus Daniïel Kwjat zijn debuut maakte bij Toro Rosso.
Bij de achterhoedeteams werden twee verschillende tactieken uitgeprobeerd: Marussia behield het rijdersduo Bianchi en Chilton, Caterham gooide daarentegen Pic en Van der Garde op straat. De Nederlander deed een stapje terug als testrijder bij Sauber, zijn teamgenoot lijkt daarentegen van de Formule 1-radar te zijn verdwenen. Hun vervangers waren Marcus Ericsson en Kamui Co Biaggi, die na een jaartje afwezigheid terugkeerde.
44 voor 3
Ook nieuw voor 2014 waren de gekozen startnummers, zoals bij veel andere motorsporten gebruikelijk schijnt te zijn. Dit jaar zijn de coureurs dus met hun startnummer aan te duiden en dat is natuurlijk wel zo makkelijk. In de kwalificatie leken de grijze bolides met startnummers 44 en 6 de dienst uit te maken. Door een foutje van 6 (Rosberg) in de natte omstandigheden, kon 44 (Luis) de pole grijpen. Verrassing van de middag was echter de Red Bull met startnummer 3, die zich tussen de grijze bolides op de tweede plaats nestelde.
Had Renault alle problemen dan toch net op tijd opgelost? Ja en nee, want niet alleen Ricciardo komt goed mee, ook het zusterteam Toro Rosso is in de kwalificatie goed op dreef, met Vergne (6e) en Kwjat (8e) fraai in de top tien. Bovendien haalt Co Biaggi in zijn kansloze Caterham zelfs Q2. Daar staat tegenover dat Fattle er niet veel van bakt. Een softwareprobleem verhindert dat zijn motor naar behoren reageert op wat zijn voet doet en dus rest de wereldkampioen niets meer dan een dertiende tijd, wat wordt omgezet in een twaalfde startplaats door de gridpenalty van Bottas. Nog dramatischer verliep de zaterdag voor Lotus, dat verrast werd door de regen aan het eind van de eerste kwalificatiesessie en door alles en iedereen geklopt werd.
De snelheidsverschillen zijn in de kwalificatie niet zo groot als de tests aangaven en daar wordt Williams door verrast. Leek het Britse privéteam in de wintertests een geduchte concurrent voor Mercedes, dan blijkt daar in de kwalificatie in ieder geval niets van: in de beslissende sessie verzuipen de witte bolides en dus moeten ze genoegen nemen met een negende (Massa) en tiende (Bottas) tijd. McLaren stond er met een vierde tijd van Magnussen redelijk bij, terwijl Button teleurstelde met slechts een elfde tijd. Bij Ferrari is er ook niet echt reden voor optimisme: Alonso vindt zich weer terug in de subtop, maar met zijn vijfde tijd komt hij wel duidelijk tekort op de top. Nog minder vergaat het Räikkönen, die klaagt over het verkeer, zijn wagen in de muur parkeert en slechtst de twaalfde tijd rijdt.
“Is it normal that I have no power?”
De eerste start van het turbotijdperk is een spannende. Zou alles goed verlopen? Het antwoord is nee. Grosjean besluit vanuit de pits te starten en zijn voorbeeld wordt gevolgd door de Marussia’s, die de grootste moeite hebben om van hun plek te komen. Bij de eerste opwarmronde blijft Chilton staan, bij de start is het de beurt aan Bianchi. Het betekent dat er een tweede opwarmronde komt en dat de Marussia’s achter Grosjean, die voor de start van de race al een drivethroughpenalty had te pakken, aansluiten.
Bij de start neemt Rosberg vanaf de derde plaats brutaal de leiding, voor Ricciardo en de verbouwereerde Luis, die amper van zijn plek komt. Achter hen gaat het nodige mis: Co Biaggi’s achterremmen blijken kaduuk, waardoor hij boven op Räikkönen en Massa klapt. De Braziliaan ligt er direct uit, net als de Japanner overigens, maar Räikkönen kan probleemloos doorrijden. Een bocht later gaat Gutiérrez dwars. In al het geweld is Fattle teruggevallen naar de vijftiende plaats. Zijn bolide is nog steeds niet goed en al gauw komt de Duitser de pits binnenhobbelen. Polesitter Luis is hem dan al voorgegaan. In de tests ging alles nog naar behoren, maar al na enkele ronden blijkt de Mercedes met startnummer 44 een levensgroot probleem te hebben. Na door Magnussen en Hülkenberg (!) te zijn ingehaald, geeft Luis in de pits op.
Vooraan gaat alles nog naar wens bij Rosberg. Ricciardo kan hem niet echt volgen, maar achter hem dringt Magnussen ook niet echt aan. Hülkenberg heeft zich door een furieuze openingsronde naar de vierde plaats opgewerkt, waarna hij stoom afblaast en zich wat terug laat zakken. Alonso ligt achter hem en Räikkönen is ook alweer naar de zesde plaats opgerukt. In zijn kofferbak heeft hij echter een vastberaden Bottas. De Fin moet de eer van Williams hooghouden en is op oorlogspad. In de achtste ronde wurmt hij zich langs zijn landgenoot, waarna hij jacht maakt op Hülkenberg en Alonso. Het noodlot slaat even later toe als Bottas bij het uitkomen van bocht 10 de muur raakt en zijn band vernielt. Hij sukkelt naar de pits en heeft geluk dat hij nog door kan rijden. Wel heeft hij de baan bezaaid met stukken rubber en een deel van zijn velg, waardoor de safetycar uitrukt.
Lucky break
Button is de eerste die onder “geel” de pits bezoekt en dat legt hem geen windeieren: als een ronde later iedereen banden laat verwisselen, ligt hij ineens zesde, voor Räikkönen, die moet wachten op de pitstop van Alonso en daardoor ook nog Vergne ziet passeren.
Als het veld weer wordt vrijgegeven, trapt Rosberg het gaspedaal nog eens extra diep in. Op zevenmijlslaarzen loopt hij weg bij Ricciardo. Magnussen volgt de Red Bull op een paar seconden en daarachter haakt Hülkenberg al gauw af. De Duitser heeft al gauw bandenproblemen en verergert dat probleem door zich ook geregeld te verremmen. Door het gedempte geluid van de turbomotoren is het angstaanjagende gejank van de banden veel beter te horen. Hoewel Hülkenberg handen en voeten nodig heeft om Alonso achter zich te houden, is hij niet de enige die zich af en toe verremt: ook Räikkönen heeft zo zijn mindere momenten. Hij heeft vooral ruzie met bocht 9.
Sprint naar de finish
Hoezeer McLaren door de terugkeer van Ron Dennis en de komst van Éric Boullier is verbeterd, blijkt wel bij de tweede serie pitstops. Button duikt als eerste de pits in en doet daar opnieuw zijn voordeel mee: als Hülkenberg een ronde later stopt, is Button hem voorbij. Alonso rijdt een paar ronden langer door en weet Hülkenberg eveneens te verslaan, maar ook hij komt tekort op Button, die naar de vierde plaats oprukt.
Ondertussen rukt Bottas in de subtop op. Hij hijgt Räikkönen in de nek, waarna de Fin weer van de baan schiet en zijn plek verliest. De twee Finnen komen aan het eind van de ronde naar de pits en vallen terug tot aan de staart van de brede subtop. In de slotfase rekenen ze Vergne in, die twee lelijke uitglijders produceert en uiteindelijk maar net zijn teammaatje achter zich weet te houden.
McLaren slijpt ondertussen de messen. Magnussen houdt de druk er vol op bij Ricciardo, komt in de DRS-zone en doet een paar pogingen om de Red Bull te passeren. Achter hen ontdoet Bottas zich van Hülkenberg, die agressief aan de race was begonnen, om vervolgens langzaam weg te zakken. Precies het tegenovergestelde deed Button, maar zijn slotoffensief stelt ook niet echt wat voor. Hij blijft enkele seconden achter zijn teammaat hangen, die het in hem gestelde vertrouwen beloont met het eerste McLaren-podium in ruim een jaar tijd. Alonso werd gedegen vijfde, voor Bottas, Hülkenberg en Räikkönen, de winnaar van vorig jaar. De Toro Rosso’s van Vergne en Kwjat pakken de laatste puntjes. Als laatste in de lead lap komt Pérez binnenhobbelen, net buiten de punten. De Saubers van Sutil en Gutiérrez komen op grote achterstand aan de finish. Chilton was van de achterhoedebakken de enige die aan de finish kwam (teamgenoot Bianchi liep in het begin van de race zeven ronden achterstand op en werd niet geklasseerd), maar het leverde hem en zijn team niet de verwachte punten op. Naast de Caterhams zagen ook de Loti de finishvlag niet: in de tweede helft van de race vielen beide bolides stil.
Verrassend weinig verrassingen
Maar de winnaar van de race werd Rosberg. Als een computer stuurde hij zijn Mercedes 57 keer langs het kunstmatige meer en won hij met meer dan twintig seconden voorsprong op zijn rivalen. Voor de strijd om de koppositie was het jammer dat Luis, de enige andere coureur met diezelfde fijne machine, de strijd al binnen enkele ronden moest staken. Daardoor werd de race helaas een vrij matte vertoning. De betrouwbaarheid was bij de meeste teams dik in orde en alle doemscenario’s waarbij coureurs in de slotfase zonder sap zouden komen te staan, zijn niet uitgekomen. In dat opzicht is het nieuwe Formule 1-tijdperk veelbelovend begonnen. Nu maar hopen dat de teams van Red Bull, McLaren en Ferrari Mercedes in het vervolg iets meer tegenstand kunnen bieden en misschien komt het dan helemaal goed met dit nieuwe tijdperk.
Naschrift:
Kort na de wedstrijd werd bekendgemaakt dat Ricciardo te veel brandstof zou hebben verbruikt. Door problemen met een sensor zou hij meermalen de limiet van 100 kg per uur hebben overschreden en dat is absoluut verboden, dus vloog hij uit de uitslag. Red Bull heeft beroep aangetekend. Wordt vervolgd.