BSG heeft afgelopen zaterdag in een druk Denksportcentrum van De Wijker Toren gewonnen. Net als de vorige twee wedstrijden eindigde de wedstrijd in 5-3. Door de overwinning rukte BSG op naar de tweede plaats in klasse 2C. BSG 2 en 3 maakten het feest compleet door Paul Keres 4 en 7 te kloppen.
Na de bittere pil tegen EuroParcs/Autovakmeester Schaap van vorige maand mocht BSG zich tegen het grillige team van De Wijker Toren proberen te revancheren. Op papier mocht er een spannende wedstrijd verwacht worden en die kwam er ook, deels omdat De Wijker Toren in een tactische opstelling speelde. Topspelers Rick Duijker en Sjoerd Plukkel werden aan de laagste witborden gezet in de hoop daar twee punten te pakken.
BSG zou aan de hogere borden dus moeten toeslaan en dat gebeurde ook snel. Aan het tweede bord trof Ewood snelschaakspecialist Dragan Skrobić, die een vaag systeem speelde. Ewood had er weinig problemen mee en won al na 17 zetten een stuk en de partij, waarna de zwartspeler alleen nog de woorden “Wat een kutspel!” uitslaakte, alvorens het pand te verlaten.
Minder voorspoedig verging het aan het bord ernaast, waar Ton duidelijk minder uit de opening was gekomen tegen Sam(antha) Cornelisse. Hij wist er nog wat van te maken door gauw al zijn stukken richting de witte koning te dirigeren. Net toen de partij spannend leek te worden, accepteerde hij wits remiseaanbod, tot teleurstelling van de teamleider.
Teamleider Timon deed een duit in het zakje door de gedeeltelijk verlamde Thomas Broek aan de zegekar te binden. De zwartspeler stortte zichzelf in het zwaard door opeens twee centrumpionnen te offeren. Het idee erachter werd niet duidelijk, want ineens had Timon het centrum en twee gevaarlijke vrijpionnen. De partij duurde daarna ook niet lang meer.
Het Apenhoofd speelde voor het eerst in tijden weer een lekker partijtje. Tegenstander Arjan Wijnberg besloot na de opening op een ongelukkig moment het witte centrum aan te tasten. Het kostte hem het loperpaar, waarna de stelling werd geopend en er geen houden meer aan was.
FM Henk had aan het kopbord ondertussen remise gespeeld tegen de in vorm zijnde Jimmy van Zutphen, waardoor BSG met 4-1 voorstond en dus al één matchpunt in de tas had. De overige stellingen boden echter weinig hoop. Judit was minder komen te staan, terwijl Mark en Rein aan de onderste zwartborden alleen maar aan het tegenhouden waren.
Inderdaad verloor Judit. Tegen Bart-Piet Mulder speelde ze na de opening iets te cryptisch, waarna de zwartspeler het initiatief pakte. Het leidde uiteindelijk tot een eindspel waarin zwarts dame sterker was dan wits twee torens. Nadat Judit zich aan zwarts d-pion had vergrepen, verloor ze haar c-pion en liepen zwarts vrijpionnen hard door.
Rein verdedigde zich aan het zevende bord ondertussen koelbloedig tegen Sjoerd Plukkel. Met een megaslechte loper tegen een goed paard probeerde hij zijn stelling bij elkaar te houden. Met succes, omdat de witspeler zo gefocust was op zijn eigen kansen dat hij compleet over het hoofd zag dat zijn toren ineens werd ingesloten. Hij kon de toren alleen nog redden door zijn paard te offeren, waarbij hij ook nog eens de megaslechte loper tot leven wekte. Rein had daarna weinig moeite om de vis op het droge te trekken en daarmee was de wedstrijd beslist.
Als laatste was Mark nog bezig. Na in een Trompowsky het dubieuze 2…g6?! te hebben gespeeld, stond hij de hele partij minder tegen Rick Duijker. Die ging er rustig voor zitten, gaf geen stukken weg en drukte ver in het eindspel het punt. Daarmee werd de eindstand wederom op 5-3 bepaald en rukte BSG op naar de gedeeld tweede plaats.
BSG 2 en 3 hadden al lang en breed gewonnen van twee lagere teams van Paul Keres. BSG 2 won met het kleinst mogelijke verschil, terwijl BSG 3 eveneens 5-3 op het scoreformulier liet noteren.
BSG (2161) – De Wijker Toren (2121) 5-3
1. Henk van der Poel (2150) – Jimmy van Zutphen (2127) ½-½
2. Ewoud de Groote (2233) – Dragan Skrobic (2105) 1-0
3. Ton van der Heijden (2289) – Sam Cornelisse (2045) ½-½
4. Jesper de Groote (2177) – Arjan Wijnberg (2098) 1-0
5. Mark Grondsma (2139) – Rick Duijker (2226) 0-1
6. Judit Clopés Llahi (2164) – Bart-Piet Mulder (2097) 0-1
7. Rein Brouwer (2102) – Sjoerd Plukkel (2193) 1-0
8. Timon Brouwer (2030) – Thomas Broek (2076) 1-0