Offday van beschamend slecht BSG

Interessante partijen, onverwachte wendingen en spannende eindspelen: in het Denksportcentrum werd weer een waar spektakelstuk opgevoerd. Helaas lieten de resultaten te wensen over: BSG 1 verloor van HMC en zit nu echt in de degradatiezorgen, terwijl BSG 2 werd afgedroogd door Wageningen 2 en daardoor het laatste sprankje hoop op het kampioenschap zag verdwijnen.

De dag begon nog fraai met een vrolijk schijnend zonnetje. Maar zaterdag de 13e zou inderdaad een ongeluksdag worden. Niet voor middenmoter HMC of subtopper Wageningen 2, maar wel voor BSG. Het onheil tekende zich al in de week voor de wedstrijd af, toen Robin Oscar plotseling zijn snor drukte, waardoor hij zich alvast nomineerde voor de Dildo Award. Het betekende dat het eerste in allerijl op zoek moest naar een invaller en die werd gevonden in Theo. Het werd een invalbeurt die hij niet snel zal vergeten, want met een bemazzelde overwinning op Jasper Broekmeulen werd hij de man of the match.

Man of the match: Theo Slisser. Afbeelding: schaaksite.
Man of the match: Theo Slisser. Afbeelding: schaaksite.

Lange tijd had BSG echter amper wat in de melk te brokkelen tegen de tien titelhouders van de uitploeg. Het bontst maakte topscorer Ton het, die tegen Rob Schoorl brutaal tegen de storm in rokeerde en een vernietigende aanval over zich heen kreeg. Op de andere borden zetten de HMC’ers de combinatie van een ratingvoordeel en het witvoordeel in volle punten om. Dat Alexander het niet redde tegen Daniel Fridman aan het eerste bord was wel te verwachten, maar dat Frank (tegen de sterke Martijn Dambacher) en FM Henk (tegen David van Kerkhof) ook vrij gauw verloren, maakte de situatie penibel voor BSG. Gelukkig deed Large wat terug door Geert van der Stricht in een spannende partij pardoes mat te zetten. Vervolgens won Theo ook en viel de schade met een 2-4-achterstand zowaar nog mee.

In de tussentijd ging het met BSG 2 ook niet best. Doordat Remmelt niet mee kon spelen, had het team twee invallers nodig. Een daarvan was al na een uur klaar. Bert Kieboom klaagde dat hij een verkeerde zet had gespeeld in de opening, waardoor hij kennelijk al gauw kon gaan douchen. De andere invaller, Iskander Schrijvers, kende daarentegen een prima debuut in de KNSB-competitie. Doordat het tweede team van Wageningen met een tactische opstelling speelde, kreeg hij het aan het laagste bord meteen flink voor zijn kiezen. Toch stond hij tegen Kees Stap, de grote man met de korte naam, de hele partij beter. Uiteindelijk kon hij echter geen progressie meer boeken, waarna zijn tegenstander remise claimde vanwege een herhaling van zetten.

Aan de kopborden ging het redelijk. Frans won in de opening een pion. In een grijs verleden versloeg hij met diezelfde variant John Markus, die ditmaal als toeschouwer van de partij was. Tegenstander Martijn Naaijer verdedigde het echter handiger en maakte ondanks de minuspion vrij eenvoudig remise. Het Apenhoofd won wel. Helaas voor hem zat de revanche tegen Hendrik Marks er niet in, maar met de weinig gestroomlijnde zege op Audry Burer was hij ook wel tevreden.

Tot op dat moment leek het erop dat BSG 1, dat op alle borden minder stond, een dikke nederlaag te slikken kreeg, terwijl BSG 2 nog kansen op een gelijkspel leek te hebben. Het vervolg wees anders uit. Li wist Benjamin Bok na een tamelijk mislukte opening nog op remise te houden. Ook Thomas speelde remise. In een ingewikkeld ogend toreneindspel wist Twan Burg hem op remise te houden. Meevaller van de middag was de overwinning van Robert op Jeroen Bosch. In een achtbaanpartij had hij een volle toren geofferd zonder dat hij daar nou echt genoeg compensatie voor leek te hebben. In een zinderend tijdnoodduel won hij ergens een dame, waarna zijn koning door een spervuur van schaakjes moest lopen om de overwinning binnen te halen. Vervolgens vocht Ewood als een leeuw om het verliezende halfje binnen te halen. Al vroeg in de opening verbruikte hij zeeën van tijd tegen Niels Ondersteijn. Hij klaagde dat zijn hersenen pas na dertig zetten begonnen te werken en toen was er weinig meer van zijn stelling over. Opnieuw voltrok zich een klein wonder toen hij het eindspel met een pion minder op zijn tandvlees remise wist te houden, waardoor de eindstand op 4½-5½ werd bepaald. Geen grote nederlaag, maar ook geen punten die in de strijd tegen degradatie goud waard kunnen zijn.

Het tweede wist niet meer aan schadebeperking te doen, want het middenrif lazerde in het restant van de wedstrijd met een donderend geraas in elkaar. Tom was als eerste klaar en vervolgens verloor teamleider Rein van Tjerk ondergang van de Titanic Sminia in een lopereindspel met twee pionnen minder. De eer moest dan maar gered worden in de andere lopereindspelen. Zowel Ruben als Coen had een eindspel met loperpaar tegen loperpaar. Hoe vaak zie je zoiets? Ruben leek me wat beter te staan, maar naarmate de tijd verstreek, werd ik daar minder zeker van. Nadat hij zich had vergrepen aan zwarts a-pion stond hij zo passief dat hij zwarts vrijpion niet meer goed kon afstoppen. Als laatste was Coen bezig. Gezien de stand deed hij nog een poging het eindspel te winnen, maar daarbij bracht hij zichzelf steeds verder in de problemen, zodat hij zelfs nog verloor. Zodoende bleef de teller steken op slechts 2 bordpunten en die magere score kan niet anders dan een afgang worden genoemd. Het seizoen 2015-2016 kan nu definitief worden afgeschreven. In de komende wedstrijden zal klassebehoud moeten worden veiliggesteld en dat zal, gezien de huidige vorm, nog een loodzware klus worden.

BSG (2319) – HMC (2439) 4½-5½
1. A van Beek m (2246) – D Fridman g (2656) 0-1
2. R Ris m (2404) – J Bosch m (2384) 1-0
3. L Ootes m (2406) – G van der Stricht m (2377) 1-0
4. L Riemersma m (2434) – B Bok g (2604) ½-½
5. F Erwich f (2362) – M Dambacher m (2477) 0-1
6. T Willemze m (2412) – T Burg g (2509) ½-½
7. H van der Poel f (2207) – D van Kerkhof f (2319) 0-1
8. T van der Heijden (2321) – R Schoorl f (2316) 0-1
9. T Slisser (2078) – J Broekmeulen f (2390) 1-0
10. E de Groote (2315) – N Ondersteijn f (2356) ½-½

BSG 2 (2052) – Wageningen 2 (2006) 2-6
1. J de Groote (2198) – A Burer (1930) 1-0
2. F Borm m (2194) – M Naaijer (1972) ½-½
3. T de Ruiter (2027) – C de Vos (2030) 0-1
4. C van der Heijden (2084) – R van Leerdam (1950) 0-1
5. R Brouwer (2008) – T Sminia (2009) 0-1
6. R Hilhorst (2033) – J Franssen (2112) 0-1
7. B Kieboom (1937) – J Verwoert (1964) 0-1
8. I Schrijvers (1937) – K Stap (2083) ½-½

De volgende ronde is gelukkig pas over vijf weken…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *