Kerst zit er weer bijna op. De feestdagen staan toch altijd in het teken van eten en nadat mijn ouders zich gisteren hadden uitgesloofd, was ik vandaag aan de beurt om een 3-gangenmenu op tafel te toveren.
Niemand staat er in deze donkere dagen graag alleen voor, dus kreeg ik voor deze speciale aangelegenheid een hulpkok toegewezen in de vorm onze eigen Ewood. Halverwege de middag stond hij voor de deur en kon hij toezien hoe ik tevergeefs probeerde de feestverlichting op te hangen. Na een helpende hand te hebben toegestoken, kregen we het voor elkaar om de lampjes aan de kast vast te plakken. Het zag er heel, eh…, feestelijk uit. Misschien laat ik ze nog een tijdje zitten (als ze niet uit zichzelf al naar beneden donderen).
Daarna was het tijd om de drie gangen te gaan bereiden. Op internet hadden we een tijdje terug een leuk voor- en nagerecht gevonden. De ingrediënten had ik in de tussentijd in huis gehaald, dus was het moment van de waarheid dan eindelijk aangebroken. Zouden onze kookkunsten toereikend zijn? Het nagerecht was het bewerkelijkst, dus begonnen we daar maar mee. Voor de cappuccino pavlova zaten we om beurten een aantal eiwitten tot schuim te kloppen. Daarna moest er nog wat suiker en koffiepoeder bij en ging het geheel op de bakplaat de oven in.
Het hoofdgerecht was een gouwe ouwe uit de Stumass-tijd: broccoli-cheese met penne en mascarponesaus (dat is inderdaad een hele mondvol). Terwijl Ewood twee broccoli’s in stukjes hakte, kookte ik de penne en mengde ik de tomaten in blik met de mascarpone (de tomaat-mascarponesaus was in mijn Albert Heijn in geen velden of wegen te bekennen). Nadat de broccoli even mee had kunnen koken, ging de groente, samen met de penne en de saus in de ovenschalen, waarna Ewood nog een paar eiwitten tot schuim mocht kloppen.
Ondertussen waren de oude lui ook aangekomen. Loulou ging proberen mijn white board aan de muur te hangen, maar staakte die poging al gauw omdat de muur te hard was. Ondertussen waren wij in de weer met het voorgerecht, dat bij nadere beschouwing een nagerecht bleek te zijn (dat het gerecht voornamelijk uit dessertrijst bestond, deed bij mij geen belletje rinkelen). Het gerecht was vrij eenvoudig gemaakt; het koken van de rijst nam nog de meeste tijd in beslag. Nadat de bananen waren gebakken, kon iedereen voor de eerste keer aan tafel.
Ondertussen stond het hoofdgerecht in de oven en liep het echte nagerecht op het fornuis af te koelen. Er hoefde daarna alleen nog maar slagroom op gesmeerd te worden. Na het feestelijk ogende hoofdgerecht, dat een magische aantrekkingskracht op de poes had, nam Ewood de taak op zich om de slagroom te kloppen.
“Is het zo goed?”, vroeg hij na een tijdje kloppen. “Nog even”, zei Beppie nadat ze haar vinger door de witte substantie had gehaald. “Huh?! Het is helemaal nat geworden!”, merkte hij even later op. De eens zo fraai schuimige massa in de beslagkom was opeens in boter veranderd. “Ik zei: ‘nog heel even!'”, sneerde Beppie. De boter was natuurlijk met geen mogelijkheid terug in slagroom te veranderen. Gelukkig bleek de Albert Heijn nog open, dus ging Ewood maar gauw nieuwe slagroom halen.
“Als ‘ie slim is, haalt ‘ie meteen drie bekers slagroom”, merkte ik op terwijl ik met Beppie de vaat stond te doen. Een soortgelijke analyse had Ewood zelf ook gemaakt, want even later ging de deur open en stond hij met twee bekertjes slagroom in z’n hand. “Voor als ik het weer verpruts.” Dat gebeurde niet, want dit keer ging wel alles goed, dus hadden we een naar koffie smakend nagerecht en was de avond gered.
Na nog wat gebabbeld te hebben en het journaal nog te hebben gekeken, gingen Ewood en de oude lui weer op huis aan. Morgen zie ik ze, en de plant waar ze me van af hebben geholpen, weer. Op derde kerstdag is het namelijk weer de beurt aan m’n ouders om een voedzame, doch gezonde maaltijd voor te schotelen.