Waarom moet het nieuwe jaar toch altijd in januari beginnen? Het is koud en ’s ochtends blijft het zo gruwelijk lang donker. Erg vitaal voelde ik me dan ook niet in de eerste week van het jaar. Mijn weerstand was laag en dus had ik de grootste moeite om iedere dag m’n nest uit te komen.
Gisteren had ik de hele dag krachten verzameld voor de wereldreis naar het centrum van Bussum, waar ik voor het eerst in ruim een maand weer een potje voor de interne competitie ging spelen. Op de dag voor pakjesavond had ik daar mijn laatste potje gespeeld. De week daarna had het flink gesneeuwd, daarna was er een training van Thomas Willemze en daarna kwamen de feestdagen. Het betekende dat mijn laatste officiële partij van het jaar die partij tegen Caïssa was.
De eerste partij van 2018 verliep weinig beter, hoewel er voor de neutrale toeschouwer meer te genieten viel. Na 24 intense zetten eindigde de partij in remise. Meestal kan ik wel leven met een remise. Ik zie dat als een teken dat beide partijen goed hebben gespeeld. Soms is dat inderdaad zo, maar vaak ook niet. Na afloop hadden zowel Coen als ik het idee een halfje te hebben laten liggen. De een door een overschot aan onhandige praktische beslissingen en een gebrek aan gevoel voor gevaar (dat is een soort van vormcrisis) en de ander door wat al te frivool spel en een gebrek aan killersinstinct. Zoals gezegd was het publiek de echte winnaar. Kijk en huiver!
De partij wordt mede mogelijk gemaakt door de Chessgame-replayer.