Apenhoofd de eindspelmeester

“Hebben wij niet eens tegen elkaar gespeeld?”, vroeg tegenstander René Buisman na de partij. Hoewel hij me ergens bekend van voorkwam, kon ik het me niet herinneren. Was ik hem ooit in een vluggertje tegengekomen? Het zou zomaar kunnen. “Zo’n tien jaar geleden. Toen speelde ik nog voor Zeist.” Dat moest die wedstrijd in de tweede klasse zijn. Dat was eind 2005, toen BSG voor het eerst in zijn lange geschiedenis niet in de meesterklasse of eerste klasse speelde. Voor m’n gevoel is dat alweer vele mensenlevens geleden.

Zelf speelde ik die middag voor het tweede tegen het tweede van VAS. Ik verloor als eerste nadat ik nogal sullig een pion was kwijtgeraakt en dat was extra zuur omdat we uiteindelijk maar met 4½-3½ verloren van de titelpretendent. Ik was er echter al gauw weer overheen, want in de trein kwamen we erachter dat het eerste had wel gewonnen van de club waar we dat jaar menig speler aan waren kwijtgeraakt. Maar om een lang verhaal kort te houden: ik was toen dus niet in Zeist.

Zou hij dan tegen Ewood hebben gespeeld? Warempel, dat was inderdaad het geval. Wat een geheugen had die man! Uit de opstellingen in het wedstrijdverslag (Kontakt, januari 2006) was op te maken dat ze elkaar aan het zevende bord troffen. Teamleider Edwin Baart schreef er het volgende over:

Ewoud (bord 7) begon sterk, maar ging iets te veel met een paard zwerven i.p.v. de ontwikkeling af te maken. Kwam een kwal achter, maar kreeg die in de tijdnood van de tegenstander terug en moest toen een toreneindspel met een pion minder keepen, wat hij ook deed en kort voor de tweede tijdscontrole werd hier remise overeengekomen.

Bijna elf jaar later deed ik het beter. Hoewel ik niet erg sterk begon, wist ik de zwakte van een geïsoleerde dubbelpion in het eindspel genadeloos uit te buiten. Tijd voor een analyse!

 

De partij wordt mede mogelijk gemaakt door Knightvision.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *