Op een voorjaarsachtig aandoende derde zaterdag van september heeft BSG 2 bij zijn rentree in de tweede klasse meteen een puntje gepakt. In de hoofdstad eindigde de wedstrijd tegen het Verenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap in 4-4.
Het is een apart wereldje, het openluchttheater aan de monding van de Amstel, met eigenaardige bewoners. Het ene moment loop je langs een negerin die schreeuwt dat haar kut nat is, het andere moment word je opgeschrikt door een colonne opgeschoten pubers op iets te lawaaiige motoren. Gelukkig was het in het Cygnus Gymnasium, de betonnen bunker waar de thuisploeg met drie teams van de partij was, een stuk rustiger.
Over betonnen bunkers gesproken: de laatste keer dat BSG 2 in de tweede klasse speelde, zag de skyline van New York er nog heel anders uit. Na de stopzetting van de sponsoring bracht het team nog vier seizoenen in de onderbond en daarna dertien seizoenen in de kelder van de landelijke schaakcompetitie door.
Die kelder is er met ingang van dit seizoen overigens nog een stuk groter geworden: door de invoering van een aparte zaterdag- en een doordeweekse competitie zijn er nu niet meer dan zes verschillende niveaus (van meesterklasse tot vijfde klasse). Het betekent ook dat BSG dit jaar met vier teams in de zaterdagcompetitie vertegenwoordigd is. In de kruipruimte van de competitie spelen BSG 3 en 4 hun wedstrijden. BSG 3 begon met een thuiswedstrijd, terwijl BSG 4 volgende maand pas voor het eerst in actie hoeft te komen.
In de woonkamer van de zaterdagcompetitie begon BSG 2 met een uitwedstrijd tegen VAS. Op papier waren de teams aan elkaar gewaagd en dat bleek in de praktijk ook aardig te kloppen. Aan het eerste bord werd als eerste de vredespijp gerookt. Nadat de meeste stukken van het bord waren verdwenen, namen het Apenhoofd en Victor Hendriks een snipperdag op. Beide teams zullen wel blij zijn geweest dat de sterkste speler van de tegenpartij was geneutraliseerd.
Niet lang daarna kwam BSG 2 zelfs op voorsprong. Aan het tweede bord liet Coen jeugdtalent Khoi Pham, die de laatste tijd flink aan de weg timmert, volkomen kansloos. Al gauw stonden Coens stukken met z’n allen op de witte koning gericht. De genadeklap kon niet uitblijven en dat gebeurde ook niet, dus stond het 1½-½.
Ook Ruben hield het tempo hoog in zijn partij tegen Pim Ghijsen. In een soort dubbele Stone Wall hield hij het witte initiatief keurig binnen de perken, waarna de stukken in hoog tempo van het bord gingen en hij met zijn actieve dame zelfs het betere van het spel leek te hebben. Misschien had ze wel een droge kut, want gescoord werd er niet; 2-1.
De voorsprong was geen lang leven beschoren, want hij werd gauw weer uitgepoetst door Ed Baarslag, die Tom er positioneel gruwelijk van langs gaf. De nestor kwam in een perspectiefloos passieve stelling waarin op de een of andere reden beide lopers slecht waren en gaf op toen hij zijn toren op b8 kwijtraakte, dus stond het 2-2.
Niet veel beter verging het Timon aan het laatste bord. Hij offerde tegen Morrison Lesger in de opening een pionnetje voor open lijnen tegen de witte koning. Een aardig concept, alleen jammer dat zijn iets te hitsige dame bij de koningsaanval in een hinderlaag liep en het avontuur niet meer kon navertellen. In ieder geval stond het nu 2-3.
Gelukkig was Yme op dat moment bezig het punt binnen te tikken. In een vreemd soort Draak waarin hij vroeg h3 had gespeeld, leek hij de beste kansen te krijgen toen David Kleeman niet op tijd rokeerde en een pion moest inboeten. Wat volgde was een enorme heksenketel waarin Yme de toren op b8 meegraaide, waarna het de vraag was of zijn loper nog uit de zwarte stelling kon ontsnappen. In de partij lukte het, waarna Yme het eindspel met een stuk meer won, dus stond het 3-3.
De gelijke stand bleef vervolgens op het scorebord. Rein zal absoluut niet tevreden zijn geweest met de puntdeling tegen Ticho Cornelisse, de Amsterdamse teamleider, nadat hij met een pion en een stelling meer uit de opening was gekomen. Frans stond daarentegen het hele eindspel onder druk van Niels van Dam, die overigens nog wel lange tijd tegen de klok vocht. Uiteindelijk werd ook die partij remise en dus begonnen beide teams met een punt aan het seizoen.
VAS (2091) – BSG 2 (2061) 4-4
1. V Hendriks (2239) – J de Groote (2206) ½-½
2. K Pham (2066) – C van der Heijden (2046) 0-1
3. N van Dam (2078) – F Borm m (2142) ½-½
4. P Ghijsen (2124) – R Hilhorst (2022) ½-½
5. D Kleeman (2067) – Y Brantjes (2109) 0-1
6. E Baarslag (2079) – T de Ruiter (1953) 1-0
7. T Cornelisse (2057) – R Brouwer (2086) ½-½
8. M Lesger (2022) – T Brouwer (1924) 1-0
Ondertussen won BSG 1 met niet minder dan 7½-2½ van Apeldoorn, waardoor het team na een ronde aan kop gaat. BSG 3 verloor nipt met 3½-4½ van het tweede team van De Waagtoren.
De volgende ronde is over drie weken. BSG 2 mag dan tegen SOPSWEPS. In Amsterdam hebben ze waarschijnlijk de hele zomer al naar die wedstrijd uitgekeken…
Dat kan toch niet meer…negerin. Dat is nu iets iemand van afro-afrikaanse afkomst. En dan kun je natuurlijk memoreren dat ze melding maakte haar vaginale droogte had overwonnen..