De Hollandse ziekte

De eerste ronde van het Tata Steel Chess Tournament is niet helemaal gelopen zoals het thuisfront had gehoopt: van de twee besliste partijen in de hoofdgroep zaten de Nederlanders tweemaal aan de verkeerde kant van de score, hun witvoordeel ten spijt.

“Nederlanders zijn tactisch zwak”, beweerde Ton terwijl we Wijk aan Zee binnenreden. Hij noemde een aantal voorbeelden van tactische missers van de grote Nederlandse meesters uit lang vervlogen tijden, zoals Euwe die tegen Lasker ooit in een eindspel in een simpel trucje tuinde. Er viel wel wat voor te zeggen, al kun je dergelijke blunders bij alle topschakers uit die tijd wel terugvinden.

Jaren geleden hoorde ik een discussie aan tussen Piet Peelen en Yge Visser (dat geeft denk ik wel een idee van hoelang het geleden was, het was in 2005) over ratinginflatie. Piet stelde dat de ratings alsmaar hoger werden, terwijl Yge, die zelf op het punt stond grootmeester te worden, beweerde dat het schaakniveau navenant was toegenomen. Voor de komst van de computer waren de meeste partijen inderdaad vaak zuiver positioneel van aard, waardoor de spelers in gewonnen stellingen vaak nog in de enige truc die in de stelling zat (de “bananenschillen”, zoals Yge ze noemde) trapten.

Met dank aan de Stappenmethode zal het gebrek aan tactische slagkracht onder de Nederlandse toppers tegenwoordig niet meer zo’n probleem zijn, alhoewel de meeste Nederlandse topschakers niet zulke rekenmachines als de Russen en de Indiër zijn. Wat wel een Nederlandse zwakte lijkt te zijn, is het onvermogen om op remise te spelen. Een bus voor de goal parkeren zit niet bepaald in ons DNA.

In de A-groep werd dat in de eerste ronde goed duidelijk. Op een sterk bezet toernooi is het prettig om in ieder geval met een resultaat aan het toernooi te beginnen, zodat de tegenstanders niet het idee krijgen dat er wat te halen bij je valt. Dat moest te doen zijn, helemaal omdat de twee voor Nederland uitkomende deelnemers (Anish Giri en Jorden van Foreest) allebei wit hadden.

Giri zal met grootse ambities naar Wijk aan Zee zijn gekomen. Na zijn gemiste toernooiwinst van vorig jaar was hij er natuurlijk op gebrand om het nu nog net even iets beter te doen. Was het plankenkoorts, was hij er met zijn hoofd niet bij, of wist hij zich geen raad met de opening die Yan Nepomniachtchi hem voorschotelde? Of was het een combinatie van factoren? Ik kan me in ieder geval niet herinneren dat ik Giri de afgelopen tien jaar zo slecht heb zien spelen als gisteren. Een raadselachtig optreden.

Jorden van Foreest had de schone taak Viswanathan Anand te bestrijden. Geen eenvoudige opgave natuurlijk, maar met wit moet er altijd wel iets mogelijk zijn. Jorden maakte zijn intenties al vroeg in de partij duidelijk. Hoewel de stelling er vanwege de tegengestelde rokades gevaarlijk uitzag, voelde Anand zich veel meer als een vis in het water, zodat hij de vis vrij eenvoudig op het droge wist te trekken.

Iets meer Nederlands succes was er in de B-groep, waar Erwin l’Ami won, maar omdat Stefan Kuipers het slachtoffer was, was dat ook niet echt iets om de rood-wit-blauwe loftrompet over af te steken. Lucas van Foreest zorgde voor een klein beetje goed nieuws door de Hongaar Benjámin Gledura op remise te houden. Overtuigend was het niet:

De partijen werden mede mogelijk gemaakt door TuxTown Chessgame-Replayer.

Nu maar hopen dat het de rest van het toernooi wat beter gaat…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *