Gehaktballen, herfstweer en inmaakpartijen

Het is geloof ik alweer de laatste zondag van de meivakantie en dat betekent dat het vandaag precies een week geleden is dat ik naar Assen toog om een deel van de verslaggeving van het Nederlands Jeugdschaakkampioenschap op me te nemen.

Net als de afgelopen twee jaar vond het toernooi plaats in het plaatselijke Van der Valk Hotel waar toernooifotograaf Harry Gielen me elke dag braaf naartoe bracht. Net als de afgelopen twee jaar hield het weer niet over en net als de afgelopen twee jaar werden er, naast de soep van de dag, de befaamde gehaktballen geserveerd.

De organisatie stond als een huis en het toernooi is, voor zover ik weet, zonder wanklanken verlopen. Daarom is het ook spijtig dat dit (voorlopig) de laatste keer was dat het toernooi in Assen werd georganiseerd. Na drie jaar moet de Drentse provinciehoofdstad het stokje doorgeven, maar het is nog niet helemaal duidelijk aan wie.

Zelf had ik de taak om, net als de afgelopen twee jaar, de A-categorie te verslaan. Ik denk dat dat redelijk gelukt is, al zullen critici misschien tegenwerpen dat ik geen enkele partij heb gewonnen. Ik had bij het schrijven van de verslagen wat inspiratie geput uit oude artikeltjes. Misschien dat de lezer het leuk vindt om naar de gelijkenissen te zoeken.

De titelstrijd bij de A-jeugd was helaas niet zo spannend. Er deden twee 2400-plussers mee: Liam Vrolijk en Max Warmerdam. Max wist geen moment te overtuigen, dus won Liam het toernooi vrij gemakkelijk. Met 6 uit 7 bleef hij Max en Siem van Dael (ja, dat spreek je inderdaad als vandaal uit) een vol punt voor.

In de andere categorieën was de titelstrijd spannender, of in ieder geval onvoorspelbaarder. Zo leek ratingfavoriet Robin Duson bij de A-meisjes in een rechte lijn naar de titel te gaan. Misschien kwamen de overwinningen haar te gemakkelijk aanwaaien, wat ten koste leek te gaan van haar focus. In de voorlaatste ronde kwam dan de langverwachte nederlaag tegen Alisha Warnaar, die uitgerekend op de koudste dag van de week haar kortste rokje had aangetrokken. Misschien raakte Robin daardoor afgeleid, want ze werd op het bord helemaal uitgekleed, waardoor ze met Feline Waardenburg moest strijden om de titel. Feline won de barrage, waardoor ze, net als twee jaar geleden, kampioen werd.

Bij de B-jeugd was het helemaal een Agamemnon. De koplopers wisselden elkaar in hoog tempo af. Ratingfavoriet Jonas Hilwerda werd vroeg in het toernooi ingemaakt door Rembrandt Bruil, die daardoor aanvankelijk aan de leiding ging, totdat hij van Tim Grutter verloor. Die verloor vervolgens van Chi Yun Cchung (wat is dat toch met die namen?), waardoor Jonas toch nog kampioen werd. In de barrages was Tim opnieuw te sterk voor Rembrandt.

Bij de B-meisjes won Cato de Zoeten (of zoals Hiddo zou schrijven: Kato de Zoete) vrij eenvoudig, voor Kiri Arnold (nee, niet Giri) en Marrit Adema.

De C-jeugd was de grootste groep en speelde daardoor als enige negen ronden. Winnaar werd Khoi Pham (wat je ongeveer als gooi, vang uitspreekt), de man die dit seizoen in de eerste competitieronde nog van Coen verloor. Hij gaat dus echt met sprongen vooruit. Op gepaste afstand kwamen Eline Roebers en Timo Yeh binnenhobbelen.

Bij de C-meisjes kwam Wendy Huang bovendrijven. Ze wist Kathleen Velasco en de vaak luchtig geklede Rolinde den Heijer vrij gemakkelijk voor te blijven.

Het toernooi was een weerzien van oude bekenden. Zo kwam Lennart, onder de oudere lezers misschien beter bekend als viswijf, een dagje kijken. Ik had hem al zes jaar niet gezien, maar hij bleek in al die jaren geen spatader veranderd te zijn. Hij had zichzelf een geblondeerd kapsel met roze accenten aangemeten, wat overigens niet zo opvallend was als het strandbalrode haar van Pia Sprong. De kunstenares was twee dagen van de partij om de organisatie middens een tekening te vereeuwigen. Bij de prijsuitreiking, die nog een vreemd intermezzo met Iozefina Paulet en Loek van Wely kende, kreeg iedereen van de organisatie een ingelijst exemplaar.

Net als de afgelopen jaren kon ik bij Harry overnachten. Ook Roelieboelie, die in de tweede helft van het toernooi de toernooicoach was, verbleef daar een aantal nachten. Het meeste heb ik echter gesproken met Jop Delemarre, die, totdat hij zijn Duitse grammatica moest ophalen, een uitermate boeiende gesprekspartner bleek. Hij wist veel over politiek en hij had een interessante kijk op hoe de maatschappij volgens hem moest worden ingericht. Een heleboel food for thought derhalve.

Dat ik met een extra goed gevulde tas terug naar huis ging, had ik te danken aan de damclinic die ik bijwoonde. In de quiz wist ik op een na alle vragen correct te beantwoorden, wat mij een stappenboek en een magnetisch damspel opleverde. Al met al was de clinic een succes, ook omdat een aantal echt goede schakers van de partij was.

Toch kan de damwereld nog heel wat van de schaakwereld leren als het gaat over het promoten van de sport. Zoals het nu ging, stond een of andere dude met een magnetisch dambord in zijn hand wat onhandig de zetten uit te voeren. “Dit is een opening die op grootmeesterniveau vaak gespeeld wordt”, zei hij terwijl hij nauwelijks zichtbaar wat steentjes verplaatste, zonder dat het voor de bordschakers duidelijk werd waarom die zetten gespeeld werden. Een gemiste kans.

Op de terugweg kon ik, net als vorig jaar, meerijden met Eric van Breugel. Tegen tienen kwam ik thuis, waar Ewood de deur voor me opendeed. Hij zou de dag erna Wageningen gaan bevrijden met heel goed schaak, zodat ik in alle rust kon herstellen van een weekje gehaktballen eten, hagelbuien trotseren en inmaakpartijen analyseren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *