De Grand Prix van Australië werd niet door de virtuele safetycarfase beslist, maar door een onhandige zet van het team van Mercedes.
Mercedes was in Australië duidelijk het te kloppen team. Toch waren er al voor de race scheurtjes in het machtige bolwerk ontstaan. Bottas’ rol aan vooraan was na zijn crash in de kwalificatie uitgespeeld, wat betekende dat Hamilton de Ferrari’s en Red Bulls in zijn eentje moest zien te verslaan. Dat leek aanvankelijk geen probleem, want in de kwalificatie liet hij geen spaan heel van de concurrentie. Het enige wat hij in de race hoefde te doen, was een goede start maken.
Bij de start werd de race ook in grote lijnen bepaald. In de top 3 vonden geen wijzigingen plaats, maar daarachter verloor Verstappen wat ongelukkig zijn plaats aan Magnussen, die de koplopers al gauw uit het oog verloor. Het betekende dat Ferrari twee wagens in de kopgroep had en dat bood kansen, vooral ook omdat Hamilton in de race helemaal niet veel sneller was.
In de 18e ronde begon het strategische schaakspel dan echt. Ferrari haalde Räikkönen naar de pits. De Fin verloor zijn plekje aan teamgenoot Vettel, maar bleef de op de vierde plaats liggende Magnussen nog wel voor. Mercedes moest een keuze maken. Moesten ze op Räikkönens pitstop reageren, of moesten ze wachten op Vettels pitstop?
Mercedes koos voor de eerste optie en dat was een fout. Dat werd al duidelijk toen Hamilton zijn voorsprong op Räikkönen na de stops met ruim een seconde had vergroot. Inderdaad reden Räikkönen en Hamilton na hun bandenwissel niet of nauwelijks sneller dan ervoor, wat impliceerde dat Räikkönens vroege stop een loze dreiging was geweest.
In de ronden tussen Hamiltons stop en die van Vettel reed Hamilton op de zachte band rondetijden van gemiddeld 1:28,4, waarmee hij nog geen tiende sneller was dan in de openingsfase. Räikkönen reed gemiddeld 1:28,6 en was daarmee zelfs nog iets trager dan in tien ronden voor zijn stop. Vettel reed op oude ultrazachte banden gemiddeld 1:28,7, wat betekende dat hij tot de virtuele safetycar nog geen twee tellen van zijn voorsprong in hoefde te leveren.
Mercedes dacht de zaken volkomen onder controle te hebben. Volgens de computer zou Vettel door zijn stop de leiding verliezen. Net als drie jaar geleden in Monaco kwam het Duits-Britse team bedrogen uit toen Vettel precies voor Hamiltons neus de baan opkwam. De Duitser verloor door de virtuele safetycar slechts tien seconden met zijn stop, terwijl Hamilton door zijn stop 22 tellen had moeten inleveren. Het verschil van twaalf seconden deed hem de das om.
Welke rekenfout Mercedes had gemaakt, werd niet helemaal duidelijk. De vraag was of Hamilton zijn nederlaag had kunnen voorkomen door na zijn stop harder te pushen. De coureur zelf dacht van wel. Hij deed het echter rustig aan, omdat zijn banden nog de rest van de race mee moesten gaan. Die lezing wordt ondersteund door het feit dat de rondetijden na de herstart beduidend sneller waren dan daarvoor. Daarbij moet echter wel worden aangetekend dat de coureurs tijdens de safetycarfase brandstof hadden kunnen sparen, zodat ze dat in het vervolg veel minder hoefden te doen.
In het vervolg kon Hamilton Vettel niet meer echt bedreigen, dus stapte hij na 58 rondjes met het gezicht van een oorwurm uit zijn bolide. Na afloop stelde hij terecht dat hij beter Vettels strategie had kunnen kopiëren. Dan had Vettel hem natuurlijk nooit verslagen, terwijl Räikkönens undercut ook niet bijster kansrijk leek. Mercedes had gewoon strategisch gefaald.
Vettels overwinning toonde aan hoe oneerlijk virtuele safetycars uit kunnen pakken. Hoewel het grote voordeel ten opzichte van de gewone safetycar is dat de gaten tussen de bolides behouden blijven (wat natuurlijk eerlijker is), kunnen coureurs tijdens een virtuele safetycarfase zonder al te grote tijdsverliezen hun banden verwisselen, wat dus gunstig is voor coureurs die dat nog niet hebben gedaan. Dit probleem kan op een makkelijke manier worden verholpen, namelijk door de pitstraat te sluiten tijdens een virtuele safetycar. Die regel mag wat mij betreft zo snel mogelijk ingevoerd worden.
De overige coureurs vochten om plek vier, een strijd die uiteindelijk door Ricciardo gewonnen werd. In de middenmoot profiteerde met name het team van McLaren van de virtuele safetycarfase. Net als Vettel konden de amberkleurige bolides tijdens de virtuele safetycarfase van banden wisselen. Het bracht Alonso voorbij de beide Renaults en Verstappen. Vandoorne en Bottas klopten Sainz, die in de ronde voor zijn stop nog even de grindbak had verkend. Ondanks het uitvallen van de Hazen verloor de jonge Spanjaard zelfs nog een plaats bij de pitstops:
Hoewel er in de slotfase nog de nodige gevechten aan de gang waren, leverden die geen positiewisselingen meer op. Hamilton beet zijn tanden stuk op Vettel, Ricciardo kwam Räikkönen niet voorbij en Alonso wist Verstappen tot aan de finishvlag achter zich te houden. Ondanks een derde DRS-zone was het aantal inhaalacties op de vingers van een hand te tellen. Op Albert Park is het sinds de overgang naar bredere bolides met spektakel droevig gesteld. De vrij behoudende bandenkeuze van Pirelli hielp ook niet mee: de banden hielden het prima uit, zodat praktisch iedereen op dezelfde strategie zat (in de achterhoede wisselden sommige rijders tijdens de safetycarfase nogmaals banden om de race op de gewenste compound te kunnen uitrijden). Het leverde een uiterst statische race op, waarbij de positiewisselingen bijna uitsluitend door de pitstops kwamen.