Terugblik 2012: Deel 2

Sheba
Het was donderdagavond. Ik zat in het kantoortje van de begeleiding uit te buiken na een zware boerenkoolmaaltijd toen er een onheilspellend telefoontje vanuit Bussum kwam. Het ging over Sheba, mijn poes. Ze at niet meer. Ze dronk niet meer. Het einde was in zicht.

Het ging al langer niet zo goed met Sheba. Na 16 jaar in goede gezondheid te hebben doorgebracht, ging het in het laatste jaar al minder. Haar gehoor werd slechter en de vakantie, toen iedereen weg was, had haar zeker geen goed gedaan. Ze moest uiteindelijk over op ander voer, met minder eiwitten, omdat haar nieren niet goed meer werkten. Tot overmaat van ramp ging haar zicht daarna ook nog rap achteruit. De laatste maanden was ze (zo goed als) blind en moest ze op de tast haar weg vinden. Desondanks had ik niet het idee dat het met haar gezondheid heel slecht ging. Aan die illusie kwam nu een eind.

Het leek wel alsof de dood rondwaarde in de eerste weken van 2012. Zo verongelukte er eerder die maand een vrouw doordat de bus waar ze inzat door “onze” metro 51 werd aangereden. Ik moest in die tijd ook vaak denken aan de dood van twee meisjes door koolstofmonoxidevergiftiging. Maar nu, nu het mijn eigen poes betrof, kwam het wel erg dichtbij.

Ik kan niet goed tegen afscheid nemen. Van nooit meer krijg ik altijd de kriebels. De gedachte dat Sheba d’r einde eraan zat te komen, maakte me enorm verdrietig. Ik barstte dan ook in huilen uit.

Nadat ik m’n tranen had gedroogd, maakte ik me klaar om een dag eerder dan gepland naar Bussum te komen. Gedurende de reis kwam ik een beetje tot bedaren. Ik wist niet goed wat ik nog kon doen en wat ik kon verwachten. Zou ze nog in leven zijn?

Toen ik eenmaal thuis was, was Sheba er nog. M’n ouders hadden haar op een deken gelegd. Ze legden haar bij mij op schoot, maar daar reageerde ze amper op. Ze probeerde langzaam weg te lopen. Katten sterven liever niet waar iedereen bij is. Gelukkig dronk ze tot mijn opluchting nog wat water. Ik hoopte dat ze het dan nog iets langer vol zou houden.

Uiteindelijk hield ze het nog bijna een dag vol. Vrijdagavond, na etenstijd, was het gedaan met haar. De poes die ruim 16 jaar mijn huisdier was, was er ineens niet meer. Gek genoeg kwamen de herinneringen aan die 16 jaar daarna pas naar boven. Dat weekend was ik vooral bezig met foto’s van Sheba zoeken. Toen ik jong was, hadden mijn ouders er een handje van om alles op de gevoelige plaat vast te leggen. Ewoud en ik waren daar nooit zo van gediend en zodra we doorkregen dat we werden gefotografeerd, gingen we gekke bekken trekken. Mensen met een negatief zelfbeeld vinden het nou eenmaal niet leuk om op een foto te verschijnen. Hoe dan ook, er waren nog wat oude foto’s van Sheba. Zelf ben ik ook met het fotovirus besmet geraakt en dus had ik nog een hele lading foto’s van de oudere Sheba. Daarnaast hadden we nog een fotoboekje van Sheba als kitten.

Het terugkijken naar die foto’s, waarvan de oudste uit 1995 dateerden, deed mij inzien hoezeer de wereld (soms ongemerkt) verandert. De meubels die we toen hadden leken nu ineens enorm ouderwets en aftands. Vanwege de relatieve constantheid in mijn leven had ik daar nooit zo bij stilgestaan.

Die zaterdag brachten we Sheba naar het crematorium. Mijn moeder liet daar ook het rood-zwarte dekentje dat ze ooit had gebreid achter. In de tussentijd had ze het huis grondig schoongemaakt, waardoor alle sporen van Sheba d’r bestaan werden uitgewist. Het enige wat ze had achtergelaten, was een pootafdruk in onze harten.

Sheba (1995-2012), foto: mei 2010.

Een nieuw leven
Die maandag werd Sheba gecremeerd. Het was net alsof dat de weergoden gunstig had gestemd, want nadat het weer in het weekend stormachtig en guur was geweest, was het nu ineens prachtig weer. Ik had het gevoel dat ik aan een nieuw leven was begonnen. Vergeleken Sheba d’r dood stelden de meeste tegenslagen in het leven maar heel weinig voor. De meeste dingen kunnen immers nog teruggedraaid worden, maar dood is dood.

Toen ik die ochtend in Amstelveen aankwam, stond mijn huisgenootje Annemarije al op me te wachten. Ze had zich die dag mooi uitgedost en ze was enorm aardig. Ze had me natuurlijk zo verdrietig gezien en ze wilde me graag een beetje opbeuren. We deden samen boodschappen, waarna we op het veldje voor het huis met piepschuimen zweefvliegtuigjes gingen spelen. Het zijn vaak de kleine dingen die het doen in het leven. Die nacht sliep ik als een roos. Ik was mijn poes dan wel kwijtgeraakt, maar in Amstelveen had ik een heleboel mensen met wie ik het goed kon vinden. En het werd steeds beter.

Het slechte nieuws was dat er maar dingen bleven doodgaan, want nadat mijn computer op tilt was geslagen, bleek ‘ie zelfs door de experts niet meer te redden. Mijn pa verwoordde het op zijn onnavolgbare manier:

Hoi Jep, over je pc:
Het goede nieuws is dat al je gegevens nu in een fraai handzaam kastje zitten. Dit is ook nog eens een extra harde schijf, niet dat hij harder dan hard is maar je snapt hem wel denk ik.
Het slechte nieuws is dat je pc is overleden!

Tja, dat kon er ook nog wel bij. Reden te meer om me op het contact met mensen te richten. Mijn nieuwe leven was immers begonnen, een leven waarin ik alleen maar lol wilde maken. En met het voorjaar in het vooruitzicht moest dat toch gaan lukken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *