Uitwerking
De laatste weken van het schooljaar gingen in. We hoefden alleen nog maar onze uitkomsten te rapporteren en dat was het dan. Hoewel het schrijven me geen probleem leek, was ik wel bang dat ik moest schrijven over iets waar ik weinig tot niks vanaf wist. Probeer dan maar een A4’tje te vullen…
Eerste week
Bij een gesprek met Jan-van-gent werd Simon als redacteur aangewezen. Ik kende hem niet zo goed, maar ik dacht dat hij wel aardig overweg kon met Word. Zijn taak was om de stukjes naadloos aan elkaar te koppelen. Zelf ben ik meer een Excelmens. Ik mocht dan ook iets gaan schrijven over de uitkomsten van de enquêtes. Dat was natuurlijk leuk. Echter, ik moest ook wat schrijven over de methoden en materialen van de enquête. Dat sprak me minder aan. Hetzelfde mocht ik doen met de cultuurhistorische waarden. Via internet kon ik wat bronnen vinden die mijn observaties ondersteunden. Helaas was ik na twee alinea’s alweer klaar, waarna Rolex uit de losse pols wat aanvullingen gaf. Uiteindelijk had ik dan een verhaaltje van bijna een pagina, waar ik wel blij mee was.
Hoewel we de eerste week niet keihard hadden gewerkt, leek het toch al aardig op te schieten. Zelf probeerde ik zo snel mogelijk alles af te krijgen, hoewel dat niet makkelijk was. Zo moest ik de literatuurlijst maken, wat niet zo simpel was. Om het allemaal nog eenvoudiger te maken, had ik thuis geen internet. Dat hielp ook niet echt.
Op woensdag hadden we nog een afspraak met Nancy. Zij liet ons nog trucs zien met arc GIS. Desondanks bleef het behelpen met dat programma. Het doel was om verschillende “geschiktheidskaarten” over elkaar te leggen, waarna we de plek konden bepalen van onze bypass. Voor m’n gevoel verloren we veel tijd met onbenullige dingen. Zelf had ik een hele eenvoudige kaart: hij stond al bijna letterlijk in Arc GIS. Het enige wat ik wilde doen was de cultuurhistorische waarden een getal geven. Rolex had een veel lastiger kaartje. Hij moest vele kaarten combineren tot één geheel. Als je de truc eenmaal doorhebt, kun je dat in korte tijd wel voor elkaar krijgen. Verder moest Simon nog een kaart maken. Daarbij was het niet meteen duidelijk of de “wielen” nou mijn of zijn pakkie-an was. Hetzelfde gold voor de dijkringen. Toen het eenmaal was besloten, zochten we ons rot naar het bestand waar die landschapselementen voorkwamen. Dat was geen doen: er waren zoveel mappen en submappen. Op goed geluk vond ik zo’n kaart, waarna hij ook aan de slag kon. Of beter gezegd: Rolex. Hij was zelf nog tot diep in de nacht bezig, waarna hij Simons klusje ook maar effe deed. We hadden immers maar één laptop met de bestanden erop.
Op donderdag kreeg ik een mailtje van Sandra van de gemeente Kampen. Ze had geen idee wat het Rijksdriehoekstelsel nou was en verzocht ons om gezellig langs te komen. Okeej…
Tweede week
Bij aanvang van de tweede week was Rolex nog optimistisch. We zouden het best wel eens voor donderdag, de presentatiedag, af kunnen hebben. Dat beviel me wel, maar echt veel vertrouwen had ik er niet in.
Dat bleek terecht toen we uiteindelijk toch in tijdnood kwamen. Om te beginnen moesten we die maandag nog informatie inwinnen. We zouden vanuit Amsterdam naar Utrecht gaan, waar Simon vanuit Den Haag zou komen. Rolex ging het interview uitschrijven, waarna hij opeens bedacht dat we het ding beter twee verdiepingen beneden konden uitprinten, omdat dat gratis was… Dus ik naar beneden, inloggen, e-mail openen, ding uitprinten, nog een keer uitprinten, nog een keer… Totdat ik eindelijk de goeie printer had gevonden. Snel uitgelogd en naar ‘t station gerend. Helaas waren we erg aan de late kant en moesten we gaan rennen. Nog vier minuten hadden we om op Amsterdam Zuid te komen, dus zette ik het maar op een lopen. Ik concentreerde me op het lopen en ik ging volgens Rolex verschrikkelijk snel. Hij was beladen met een zware laptoptas en zijn rugkoffer. Het verbaasde me wel dat ik, ondanks mijn gebrekkige conditie, bijna het hele stuk kon rennen zonder kapot te gaan. Pas bij de kruising stopte ik met rennen. Rolex haalde me weer bij en samen liepen we het perron op. Volgens Rolex stond de trein aan de achterkant van het perron, maar daarin vergiste hij zich. Waarschijnlijk was de trein korter, omdat het net middag was, want heel in de verte zagen we onze trein stilstaan. Dus wij weer rennen… Uiteindelijk haalden we het net en zat ik de hele weg nog te hijgen. Het was die dag dan ook erg heet en bovenin de Intercity heb je ook niet echt ventilatie… De volgende keer moesten we maar wat eerder vertrekken.
Omdat we te vroeg (!) waren, gingen we op het station nog naar de supermarkt, waar ik op aanraden van Rolex een pak vruchtensap kocht. Ik wilde niet uitdrogen, dus leek het me heel verstandig. We zaten uitgeteld op een bankje en ik besloot mijn pak gestaag leeg te drinken. Toen het pak uiteindelijk echt leeg was, was Rolex opnieuw verbaasd.
Ondertussen was Simon aangelopen. Ook hij was vroeger dan noodzakelijk en ging maar friet halen. Toen dat op was, gingen we maar naar de bus zoeken. Toen de juiste bus gevonden was, reden we naar een mij niet bekend gedeelte van de Domstad. Hier was ergens het bureau van een landschapsarchitect.
De beste man had nog een bespreking, waarna hij ons te woord stond. In plaats van dat we hem vragen voorlegde, begon hij zelf te praten. Enthousiast ging hij ver over zijn zelf gestelde eindtijd heen. Ik kwam niet veel verder dan het noteren van enkele quotes, Simon schreef een heel verhaal op. We hadden de puzzelstukjes verzameld.
De rest van de week was dus uitwerken, uitwerken en nog eens uitwerken. Het werken met Arc GIS ging echter niet helemaal lekker, waardoor we nog steeds geen ondersteunende kaart hadden. Op woensdag gingen we maar weer langs bij Nancy. Zij legde uit wat er nu weer was fout gegaan, waarna we weer tandenknarsend aan de gang konden.
Op donderdag was het tijd voor de presentaties. In de ochtend sleutelde Simon de presentatie in elkaar. Om één uur ‘s middags begonnen de presentaties en wij waren, zoals gebruikelijk, iets te laat. Gelukkig was er sprake van een inloopkwartiertje, waardoor het niet echt opviel.
Voordat het presentatiegeweld losbarstte, deelde Jan-van-gent mee dat de beoordelingscriteria waren veranderd. Geen idee wat het verschil was met vroeger, maar ik hoorde weinig blije geluiden.
Het was in ieder geval tijd voor de praatjes. Een voor een kwamen de groepjes aan bod. Of er echt veel verschil was met de presentaties in Kampen zelf, weet ik niet.
Een presentatie die wel bleef hangen, was die van Mathieu. Hij was zeer aanwezig en het verhaaltje liep ook goed door. Misschien wat te goed, want in plaats van de informatie op het beeld nog te herhalen, maakte hij zich er vanaf dat je het toch wel kon lezen. Toch mag iedereen wat mij betreft zo presenteren.
Tegen het eind kwam ons groepje. Zelf had ik niet echt een zinnige rol, dus bleef ik maar kijken. Mijn taak was om de tijd bij te houden. Als ze te lang zaten te lullen, moest ik een sein geven. In mijn geval was dat m’n bril afzetten. Ik zat dan ook vooral op m’n horloge te kijken en niet naar het scherm. Wel vond ik het leuk om al na een minuut m’n bril af te zetten. 😉 Uiteindelijk duurde de presentatie iets langer dan de streeftijd van tien minuten. Dat ging dus goed.
Minder goed ging het de dag erna. Rolex klaagde dat het het slechtste verslag was wat hij ooit had ingeleverd. Om twaalf uur moest het verslag worden ingeleverd, dus ik was al voor negenen op de VU. Rolex kwam even later en toen konden we aan de slag. Ik moest nog een literatuurlijst maken. Ik moest dus van iedereen de gebruikte bronnen hebben. Gek genoeg was ik de enige met voetnoten in z’n stukje. Rolex had nog enkele boeken gebruikt. Helaas moest ik hem vaak storen bij het maken van de literatuurlijst. Zelf zat hij nog steeds te zweten op zijn Arc GIS-kunststukje. Na veel moeite had hij eindelijk een kaart, maar blij was hij er niet mee: er was iets fout gegaan, waardoor de kaart maar voor de helft af was.
Al met al duurde het lang voordat het werkstuk klaar was. Pas om vijf voor een of zo leverden we wat in. Rolex noemde het ding het slechtste werkstuk wat hij ooit had ingeleverd. Zou dat aan mij hebben gelegen? Opmerkelijk waren overigens de paginanummers, die Simon handmatig had toegevoegd. Verder leek het me wel een aardig werkstuk, hoewel ik nog het een en ander had willen finetunen. Bijvoorbeeld de opmaak van de verschillende stukken. Nu is namelijk wel te zien wie welk deel heeft gemaakt…
Zelf was ik redelijk tevreden. Ik wilde gauw naar huis, maar ik kwam met de dubieuze vraag of de bestanden op de laptop nog bewaard moesten worden. Rolex ging daarom maar bij de leiding vragen of we de laptop langer konden lenen, maar dat kon niet. Daarom probeerden we de data over te zetten. Hans de M. kwam aanzetten met een CD’tje. Daar konden we het lekker op branden. In plaats van het ter plekke d’r effe op te zetten, ging Rolex naar het trappenhuis, waar we de laptop op een tafeltennistafel zetten. Daar bleek na veel geduld dat we er niet in slaagden de data over te zetten. Wij weer terug, waarna we het nog een keer probeerden. Jan-van-gent ging weg en bood ons nog aan de informatie naar zijn computer te verzetten, maar Rolex wees het af. Was ‘ie er maar wel op ingegaan, want na lang wachten bleek dat de CD’s niet van het juiste type waren. Hans fikste het uiteindelijk voor ons. Om tien over half vijf (!) ging ik weer naar huis. Eindelijk vakantie!
Derde week
Nou ja, vakantie… Op maandag gingen we eerst naar Lelystad en later naar Kampen. In Lelystad probeerde Rolex te regelen of we een natuurgebied in mochten na de vakantie; in Kampen konden we bij Sandra kijken naar kaarten over ons gebied. Dat allemaal voor het vervolgonderzoek. Pas op 15 oktober zal dit boek worden gesloten. De terugreis duurde iets van twee en een half uur, waardoor ik om een uur of acht ‘s avonds weer thuis was. Maar dan heb je ook wat: vakantie!
Evaluatie
Tijdens de presentaties kregen we twee evaluatieformulieren uitgedeeld. De ene was een vrij “standaard” formulier, met wat vragen die aangepast waren naar het veldwerk, maar velen ook niet. Daardoor stonden er wat vragen bij over “het tentamen”, wat ik toch wel dom vond.
Het andere formulier ging over het veldwerk zelf. Ik vond alleen dat ik niet echt wat kon met de vragen. Veel heb ik dan ook op de achterkant gezet.
Zo vond ik dat
– Het vak slecht werd geleid
Er werd zeer weinig gecommuniceerd door de docenten. Er werd niet gezegd: “Zo, zo en zo gaan we het doen”, maar dat werd gecamoufleerd in wollig taalgebruik. Daarbij kwam dat de hoofddocent, Wagten Donk, zeer teruggetrokken was en dat Jan-van-gent zijn rol overnam. Hij was een beetje het populaire mannetje, maar niet echt iemand die heel begripvol leek of was. Hoe dan ook, het veldwerk was zeer vaag. Daarbij kwam dat er meerdere roosters in omloop waren. Het rooster op roosters.vu kwam totaal niet overeen met het rooster op Blackboard, waar in eerste instantie geen lokaalnummers bij stonden. In zo’n geval is het tactisch om na afloop van de les even te zeggen naar welk lokaal je de volgende dag moet komen. Kleine moeite, groot gebaar. Echt, je kan beter iets drie keer te vaak zeggen, dan een keer te weinig.
Datzelfde gold voor het kamperen. Wees duidelijk. Dit is het adres en jullie moeten zelf een tent meenemen. Dat klinkt beter dan een verhaal over grote tenten en een vaag verhaal over de locatie van de camping. “We zijn er langsgereden.”
– Rommelige lessen
Ter voorbereiding werden er wat docenten opgetrommeld. Zodoende hadden we een idee wat nuttig kon zijn bij het aanpakken van onze vraagstukken. Helaas vond ik de meeste lessen niet leerzaam, maar erg saai. Ik had vaak niet echt het idee dat er wat nieuws werd gezegd en ik had al helemaal geen idee wat ik eventueel kon hebben aan wat ze vertelden.
Het college van Henk S. schokte me helemaal. (Voor degenen die toevallig op het Goois Lyceum hebben gezeten: hij doet me een beetje denken aan Pim Sollman (1949 – 2004), maar dan nog wat meer zelfingenomen.) Zijn “college” sloeg echt nergens op. Het ging het eerste uur alleen over de avonturen in zijn jonge jaren, waarna hij er weer snel vandoor ging omdat -ie met een of ander chickie op vakantie ging. Beseffen ze niet dat ik twee uur onderweg ben voor dit soort verhalen?
Ik heb al eens m’n beklag gedaan over de lessen over Arc GIS. Zo’n programma krijg je niet in een middagje onder de knie. En dat terwijl het een zeer prominente rol inneemt in het veldwerk.
– Onderzoek
Zelf vond ik ons onderzoek vaak erg saai. Eerst dacht ik dat het de schuld was van de saaie thema’s die waren verzonnen, maar opeens viel het kwartje: we moesten zelf iets verzinnen wat maatschappelijk relevant moest zijn, in plaats van dat (meestal) het bedrijfsleven zelf met een vraag kwam. Tijdens het veldwerk schijnen er groepjes geweest te zijn waarbij invloedrijke personen graag de resultaten wilden zien van hun onderzoek. Was het dan niet mogelijk om ons te laten kiezen uit een aantal maatschappelijk relevante onderwerpen? Dan weet je tenminste zeker dat je echt ergens mee bezig bent.
– Overig
Ik denk dat ik hiermee wel de grootste bezwaren heb gehad. Zelf vond ik het vreemd dat we gingen kamperen. Dat is leuk voor op vakantie, maar als je ergens serieus mee bezig bent, is het toch minder. Daarnaast vond ik de uitwerkruimte tegenvallen. Het internet was krankzinnig slecht daar en vaak ging ‘ie al vroeg weer dicht, waarna je inderdaad niet meer kon uitwerken.
Verder vond ik het raar dat er opeens hele bruikbare kaartjes waren verschenen op Blackboard. Kaartjes die wij goed hadden kunnen gebruiken, maar waarvan we niet wisten dat ze gewoon beschikbaar waren.
Dit moest ik even kwijt. Waarschijnlijk zeur ik, want Rolex vond alles prima. Misschien komt het omdat ik niet tegen tegenslag kan, maar ik voel dat ik door de omstandigheden op misschien vijf procent van m’n kunnen heb kunnen werken en daardoor kan ik veel dingen aanwijzen die niet goed zijn. Daarnaast vind ik dat ik deze jonge studie zo veel mogelijk moet proberen te verbeteren en dat kan alleen door te zeuren.
Al met al heb ik me niet echt vermaakt in deze periode. Het is de laatste keer dat we nog een groep vormen. Volgend jaar zal de groep in drie stromen gesplitst worden. Dit bijzondere jaar had een betere afsluiting verdiend.