BSG wint massakamp van Utrecht

Het gaat niet goed met Schaakclub Utrecht. De interne competitie van de club schijnt niet veel meer voor te stellen en een fusie met stadsgenoot Oud Zuylen is ophanden. In de landelijke schaakcompetitie dragen hun twee teams evenzoveel rode lantaarns en ook in de massakamp tegen BSG kwam daar geen verandering in.

De wedstrijd in het Stedelijk Gymnasium was een weerzien van bekenden, want naast de teams van Utrecht speelden ook de teams van Paul Keres in het gebouw met de scheve ramen. Sommige spelers had ik al jaren niet gezien en waren in de tussentijd flink veranderd. Dat gold niet voor Marc Schwartz, de jeugdrivaal die me een decennium geleden de doorgang naar het Nederlands Jeugdkampioenschap versperde. Hij zag er eigenlijk nog net zo uit als vroeger. Anderen, zoals Marijn Otte, waren wel spectaculair veranderd. Zoals de altijd subtiele Lukas Boutens jaren geleden naar aanleiding van een regionaal kampioenschap al opmerkte:

“Otte, Drost en Ootes pasten qua gedrag goed bij deze heren [de veteranen in de hoofdgroep, JdG], tamelijk zenuwachtig, nagelbijten, krullen in de slinkende haardos etc.”

Inderdaad was er, zoals verwacht, van Marijn Ottes overigens sluike pruik nagenoeg niks meer over, maar het is toch wel vreemd om een 26-jarige man al met een vleeshelm te zien rondlopen. Ook de voor Apeldoorn spelende Stefan Kuipers gaat rap die richting op. Een paar jaar geleden waren de eerste voortekenen er al en nu is het echt duidelijk. Hij is dus over een paar jaar ook een skinhead en dat kan ik me bij hem nauwelijks voorstellen.

Minder last van dihydrotestosteron had het achttiental van BSG, maar daar stond weer een flinke portie wedstrijdspanning tegenover. Nagelbijten moest BSG 1-teamleider Edwin Baart bijna continu doen, terwijl het BSG 2 amper beter verging: playing captain Rein Brouwer verloor en aan de kopborden werden grote ratingoverwichten slechts in remises omgezet. De winst werd binnengehaald door de oudjes: Coen (70), Theo (77) en Tom (82) wisten de achterstand in een voorsprong om te buigen. Uiteindelijk had Tom het genoegen om bij een 4-3-voorsprong de matchpunten binnen te halen. Erg hoogstaand was het allemaal niet, maar in ieder geval kan BSG 2 weer naar boven kijken.

Voor BSG 1 blijft de situatie penibel na de uiterst krappe zege op de rodelantaarndrager in de meesterklasse. Lange Alexander liep tegen voetbalstatisticus Pieter Nieuwenhuis vrijwillig een mijnenveld in en kon daar niet heelhuids uit ontsnappen, maar doordat Large al gauw won van Sebastian Halfhide, maakte dat nog niet veel uit. Een domper was dat de kopborden verloren: de bijna kale Thomas gaf een stuk weg tegen Jelmer Jens, terwijl de licht kalende Robert in zijn vooruitberekeningen tegen “vaste klant” Tycho Dijkhuis over allerlei leuke dingen met een geofferde toren droomde en ruw ontwaakte toen hij ontdekte dat dat dus helemaal niet meer mogelijk was.

Ewood keepte nog naar een halfje tegen Robert Beekman, maar hij vervloekte zichzelf dat hij de opening niet voortvarender had aangepakt. Ook Li keepte een eindspel tegen Vincent Diepeveen, die tegen zijn eigen repertoire zat te vechten en op voorhand wel tevreden zal zijn geweest met de remise. Ook Frank speelde remise en wel tegen zijn naamgenoot, maar blij was hij er allerminst mee, want hij had in de partij alle kansen op meer gehad.

Robin pakte zijn eerste winst van het seizoen tegen Sven Dijkhuis en maakte zich na afloop gauw uit de voeten. Ook de flink kalende Naardense grootmeester Ton mocht weer het zoet van de overwinning smaken. Tegenstandster Joelia Jakovitsj (dochter van een grootmeester) speelde de opening nogal gaar en kwam gauw in het nadeel. Ton dacht het meteen af te maken, maar kwam in plaats daarvan slechts in een gewonnen eindspel, dat hij met de grootste moeite ook won. Voor Henk was zijn puntje daarentegen de eerste in lange tijd. Tegen Andre Bouwmeester won hij al gauw een pion, maar stond hij wel enorm krom. Hij wist echter te consolideren, waarna de pluspion beslissend was, zodat de wedstrijd in 5½-4½ eindigde en de punten dan toch in de tas waren. Toch is BSG nog lang niet uit de zorgen, omdat Het Witte Paard verrassend van LSG won. De tweede helft van de competitie zal BSG het met HWP en Pathena Rotterdam moeten uitvechten wie er met Utrecht degradeert en dat is wel weer andere koek dan het bijna-kampioenschap van vorig jaar. Net als LSG en Apeldoorn eerder heeft BSG moeten ondervinden hoe lastig het is om in de meesterklasse aan de top te blijven.

Utrecht (2233) – BSG (2376) 4½-5½
1. J Jens m (2366) – T Willemze m (2410) 1-0
2. T Dijkhuis f (2342) – R Ris m (2404) 1-0
3. S Dijkhuis (2162) – R van Kampen g (2608) 0-1
4. V Diepeveen f (2368) – L Riemersma m (2431) ½-½
5. S Halfhide (2113) – L Ootes m 2408) 0-1
6. P Nieuwenhuis f (2224) – A van Beek m (2298) 1-0
7. F van der Put (2255) – F Erwich f (2358) ½-½
8. J Jakovitsj wf (2119) – T van der Heijden (2309) 0-1
9. A Bouwmeester (2149) – H van der Poel f (2206) 0-1
10. R Beekman (2228) – E de Groote (2327) ½-½

Utrecht 2 (1909) – BSG 2 (2096) 3-5
1. S van Roon (1903) – J de Groote (2209) ½-½
2. P de Groot (2060) – F Borm m (2193) ½-½
3. M Schwartz (2003) – R Otten (2082) ½-½
4. S Blok (1919) – T Slisser (2061) 0-1
5. HT Wagenaar (1902) – T de Ruiter (2018) 0-1
6. O Huizer (1824) – R Hilhorst (2050) ½-½
7. G Visschedijk (1846) – C van der Heijden (2103) 0-1
8. H van den Bos (1816) – R Brouwer (2053) 1-0

En dan sluit ik me nu even een halfuurtje op in de garage om met afgedankte radioapparatuur, frituurpannen en siertegels te gooien.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *