Vandaag speelde Behirder mee voor het snelschaakkampioenschap voor clubteams. Het toernooi werd ditmaal gehouden in Bunburg/Spakenschoten, in die toren die heel schakend Nederland kent van de schaakpromotiefilmpjes…
BSG was dit jaar met vier teams gekomen, nadat Mark Pieterse de boel had georganiseerd. Vorig jaar had BSG maar één zwak team, dat kansloos degradeerde uit de kampioensgroep. Dat betekende dat we ons konden opmaken voor een middagje kneusjes prakken. Bleek dat we uiteindelijk toch in de kampioensgroep speelden, omdat er maar negen teams waren. De kampioensgroep speelde dan ook met tien teams, in plaats van de gebruikelijke twaalf. Eigenlijk was het maar goed ook, want de krappe benedenzaal zat al helemaal vol. Nog een rij tafels zou helemaal onwerkbaar zijn geworden. Aan de andere kant was het wel jammer dat er nu minder partijen waren.
BSG 1 speelde met FM Henk, Le, ondergetekende, Ptr, Rüben Hilhorst en de witte. Daarmee hadden we een redelijk sterk team. Het was zonder twijfel sterker dan het team van vorig jaar, maar voor het kampioenschap was meer nodig: de sterkste teams waren nog een maatje te groot voor ons.
Dat bleek wel in de eerste ronde, toen we de organiserende vereniging troffen en met 6-0 klop kregen. Het signaal was duidelijk: welke @#%^&*! heeft ons in deze groep geplaatst?! Toch had de nederlaag dragelijker kunnen worden als FM Henk tegen Bosboom niet door z’n vlag was gegaan, of als Lenaard beter met z’n kansen was omgesprongen in tijdnood. Ondergetekende speelde tegen Hans Böhm en kon zich de betekenissen van de vele Franse woorden niet meer herinneren, terwijl de grammatica ook niet al te best ging toen Mr. Oscarnominatie een hoofdstuk overhoorde dat Behirder niet had geleerd. Het leek wel of hij er geen fromage van had gegeten. Kortom: een partij wedstrijd om gauw te vergeten.
Vervolgens speelden we tegen Paul Keres 1, opnieuw een sterke tegenstander. Behirder pakte tegen Gerben Veltkamp opnieuw een nulletje. Ditmaal was het een vreemde partij, waarin Behirder niet best uit de opening kwam, waarna de stelling werd open geramd en de tactiek in zijn nadeel was. Gelukkig bleef de schade nog beperkt tot een verrot eindspel, waarin een actieve verdediging net niet voldoende was om een ondergang te vermijden.
De rest van het team deed het echter erg goed. Zo won FM Henk knap van Ksander Wemmers, om maar iets te noemen. BSG won dan ook verrassend met 4-2.
Ook tegen Utrecht 1 werd de huid duur verkocht. Aan de hoogste borden werden drie remises behaald, samen met de remise van de witte goed voor 2 punten. Behirder speelde weer eens tegen Joost Michielsen en kwam opnieuw goed uit de opening. De stelling kwam open en met het loperpaar in z’n bezit had hij goede kansen. Behirder graaide een pion op a7 zonder de controle over de stelling te verliezen. Hij was echter nog steeds erg zenuwachtig en het lukte hem niet goed om helder te blijven nadenken. Een aanval werd adequaat verdedigd en in het eindspel wikkelde zwart ineens af naar een eindspel met ongelijke lopers, dat hij ondanks twee minuspionnen wist te houden.
In ieder geval had ik een halfje en hoopte ik tegen Ger Hageman m’n eerste puntje te scoren. In de opening werd echter veel geruild en kwam ik door m’n achterstand in ontwikkeling in het nadeel. Ik kreeg echter tegenkansen over de lange diagonaal (“eeuwige” penning op een paard op f3), maar het was slechts voldoende voor een gelijke stelling. Met 19 tegen 40 seconden bood ik maar remise aan, wat hij (gelukkig) accepteerde. BSG verloor uiteindelijk wel met 2½-3½ van Paul Keres 2, een verrassende nederlaag.
Ook tegen Utrecht 2 werd nipt verloren. Behirder speelde tegen Michiel Blok en die kwam ineens met een heel raar soort Frans aanzetten. Het leek wel Waals of zo. Ik verstond er in ieder geval geen woord van, maar gelukkig kon ik de meerkeuzevragen nog wel redelijk beantwoorden. Zo kruiste ik het vakje “Een stuk offeren voor aanval” aan op de vraag “U dreigt een pion te verliezen, wat doet u?” en dat leverde me weer een toren op. De stelling was wel tricky. Er dreigden steeds nare dingen en uiteindelijk zag ik niets beters dan een afwikkeling waarbij ik weer een stuk teruggaf, die echter geforceerd tot mat bleek te leiden.
Ik was inmiddels hard toe aan een pauze, ook om m’n blaas te legen. Het was behoorlijk warm in de speelzaal door al die zweterige schakers. Helaas waren de toiletten in de pauze constant bezet… Kutlocatie. :S Een blik op het scoreformulier leerde dat BSG het niet best had gedaan. Lenaard deed het goed, FM Henk en Witkop konden wel tevreden zijn, maar Ptr, Ruben en ik hadden maar één punt. Ik had zelfs niet één keer gewonnen. Dat moest beter gaan…
Na de thee speelden we tegen Hoogland. Ik weet eerlijk gezegd niet tegen wie ik nou speelde. Hij speelde Scandinavisch en offerde een hele rij pionnen. Ik nam het maar aan, omdat ik anders niet echt voordeel dacht te hebben, maar waarschijnlijk pakte ik er één te veel of zo, want opeens stond ik superslecht. Mijn stukken maakten een krachteloze indruk, terwijl zwarts stukken gretig in mijn stelling keken. Blijkbaar kan ik na al die jaren nog niet goed inschatten hoeveel pionnen ik kan slaan… Gelukkig miste hij een paar keer de beste zet en kon ik consolideren. Vervolgens nam ik de aanval over en won ik. Ik had in ieder geval een keertje gewonnen. Wat de rest van het team deed, boeide me niet zo. xD
De derby tegen HSG eindigde wat teleurstellend in 3-3. Ptr won knap van Herman van Engen, maar daar stond tegenover dat FM Henk goed wegkwam tegen Pinda en dat Lenaard werd weggecombineerd door Wim van der Wijk. Zelf had ik het genoegen om tegen Klaas (Candy voor de kenners) te spelen. Ik overleefde de opening voor de verandering en ik slaagde erin om in het vervolg niet te veel getruct te worden, waardoor ik zelfs wat beter stond. Ik wikkelde echter braaf af naar remise. Doordat de staartborden elkaar ook in evenwicht hielden (de witte won, terwijl Hilhorst wel weer door z’n vlag zal zijn gegaan), werd het dus 3-3.
Tegen Zeist was ik snel klaar. Ook nu speelde ik weinig klaar in het Frans (ik kopieerde Coens opening tegen SOPSWEPS) en dat gaf mijn tegenstander behoorlijk tegenspel op de damevleugel. Hij pakte echter een vergiftigde pion op c2 en dacht zich er mooi uit te redden, maar niets was minder waar: ik won gewoon een stuk. Vervolgens schoof ik het traag uit en kon ik eindelijk naar de plee. De rest van het team won ook, zo bleek, waardoor we ook een keertje met 6-0 wonnen.
In de laatste ronde speelden we tegen Amersfoort. Zij hadden met MadU Sadler in de gelederen verrassend van En Passant gewonnen. Sadler had alleen nog maar palen gescoord en daar kwam tegen FM Henk geen verandering in. Aan de rest van het team de taak dat verlies goed te maken. Dat lukte echter niet. Lenaard ging er hard af in een Draak toen hij even niet oplette. Ondergetekende speelde een saaie remise in de Nimzo tegen Jeroen Schuil. Eerst werden de dames geruild, daarna de paarden en vervolgens kwam er een remiseaanbod. De kleine nettowinst op de onderste borden kon een teamnederlaag vervolgens niet meer voorkomen.
Het verlies betekende dat BSG bleef steken op een nogal teleurstellende 6e plaats. En dat terwijl we het qua bordpunten niet eens zo verkeerd deden. FM Henk, tegen wil en dank aan bord één geplaatst, scoorde nog 50 procent. Lenaard en Ptr scoorden een halfje meer, Behirder scoorde een halfje minder. De witte scoorde zelfs 7½ punt. De zwakste schakel was vandaag helaas Ruben Hilhorst, die veel partijen verloor doordat hij zijn bedenktijd overschreed. Niet erg handig dus. Gezien de vele 3½-2½-nederlagen was dat vaak kostbaar puntverlies.
De overige BSG-teams konden ook niet echt opvallen. BSG 2 werd derde in zijn poule, maar dat was onvoldoende voor promotie. BSG 4 klopte BSG 3 in een onderling duel, dus dat zal ook wel niet veel meer geweest zijn dan gerommel in de marge. Ondanks de matige resultaten speel ik graag mee. Helaas was de locatie totaal ongeschikt voor dit toernooi. Het was maar goed dat het buiten niet stormde of regende, want binnen was niet genoeg plek voor iedereen. Het lijkt me een goed idee om nu alvast te gaan lobbyen om het toernooi volgend jaar in het Visnet of zoiets onder te brengen. Hopelijk is dat voor enkele sterke BSG’ers (IK NOEM GEEN NAMEN!!) een aanmoediging om dan wel mee te doen.