In het eigen Denksportcentrum kende BSG een redelijk succesvolle middag. BSG 1 rolde Zuid Limburg (het voormalige Voerendaal) met 7½-2½ op, terwijl BSG 2 een zwaarbevochten punt pakte tegen de Alternatieve Aalsmeerse Schaakvereniging.
Op papier is het team van AAS een van de betere teams in klasse 2B. Toch bivakkeert de club uit Rijsenhout in de staart van de middenmoot na nederlagen tegen de tweede teams van de Kennemer Combinatie en Paul Keres. Zou het tweede team van BSG opnieuw de 2 zijn die de aas versloeg?
Daar leek het aanvankelijk niet op, want tot kwart voor twee moest BSG 2 met een zevental het achttal van de uitploeg in toom houden. Een kwartier voordat hij de partij reglementair had verloren, verscheen Yme dan toch aan het zevende bord. Opmerkelijk genoeg had zijn late verschijning niks met de NS van doen (de afgelopen wedstrijd kostte het hem vijf en een half uur om in Maastricht, waar hij tegenwoordig studeert, aan te komen). Niets van dat alles dit keer. Hij gaf na afloop ruiterlijk toe zich te hebben verslapen.
Het is weer die tijd van het jaar waarin iedereen ziek, verkouden en futloos is. Bij de gebruikelijke smalltalk voor het begin van de wedstrijd klaagde iedereen erover. Het is koud, de nachten zijn lang, de griep zit weer in de lucht en het bed is zacht en uitnodigend. In ieder geval was een vroege achterstand voorkomen, of althans, daar leek het op. Coen had andere ideeën. In een levendige Siciliaan had hij plotseling een leuke ingeving… die meteen hardhandig werd weerlegd. Met een stuk minder moest hij al gauw de koning omleggen.
Opmerkelijk genoeg wist Yme ondanks zijn tijdsachterstand nog te winnen. Tegenstander Ben de Leur wilde er, conform zijn naam, een rotzooitje van maken, in plaats van dat hij een overzichtelijke stelling met een pion meer ging uitspelen. In de resulterende bende raakte hij de draad kwijt, waardoor hij verloor. Timon maakte het feest aan de laagste borden compleet door Simon Groot redelijk overtuigend te vegen.
De held van de dag was echter Tom, die aan het vierde bord was gezet en daar Jasper van Eijk volkomen weg zat te tikken. De ongelukkige zwartspeler moest een kwaliteit inboeten en gaf daarna in hopeloze stelling ook nog een stuk weg.
Dat waren dus drie puntjes voor het tweede. Helaas ging het aan de hogere borden weer mis. Ruben probeerde in zijn betonstijl Marc Trimp op remise te houden, maar zag een geniepig schaakje over het hoofd en kon meteen inpakken. Frans speelde tegen de sterke Johannes Rudolph en kwam er, zoals verwacht, nauwelijks aan te pas. In een eindspel met een kwaliteit minder kon hij wits h-pion niet meer met normale middelen afstoppen. Daarmee was de stand weer in evenwicht.
In het vervolg leek het nachtmerriescenario voor BSG 2 helemaal uit te komen. Rein had een ongelijkelopereindspel met een pluspion dat uiteraard remise werd. Daarna was alleen het Apenhoofd nog over. Tegen Jeffrey van Vliet verspeelde hij in no time een geweldige stelling, waarna hij alleen nog maar de genadeklap kon afwachten. Toen de witspeler die dacht uit te delen, riposteerde het Apenhoofd met een torenzet waarmee hij niet alleen het schaak ophief, maar ook de witte koning ineens aanviel. Wit weggetrokken realiseerde wit zich dat hij niet meer aan eeuwig schaak kon ontsnappen. Daarddor ontsnapte BSG 2 met een gelijkspel en pakte het het tweede puntje van het seizoen. Niet verkeerd, maar voor de stand maakte het weinig uit: BSG 2 blijft negende. Om erin te blijven zou een overwinninkje goed van pas komen.
BSG 1 boekte alweer zijn derde competitiezege van het seizoen. Omdat teamleider Thomas Willemze verstek moest laten gaan, nam Large zijn taken over. De krullenbol had zich natuurlijk tot in de puntjes voorbereid op deze verantwoordelijke taak. Het resultaat mocht er zijn: vijf overwinningen en vijf remises. Als vervangend teamleider deed Large bijna nog zijn plicht om als enige van het team te verliezen, maar een eindspel met een kwaliteit minder wist hij nog te winnen alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Het was bijna alsof Thomas zelf achter de zwarte stukken zat.
Door de ruime zege blijft BSG 1 aan kop in de meesterklasse, samen met nog drie andere teams. De dikke zege werd na afloop gevierd in een Grieks restaurant waar een heus liveoptreden werd verzorgd en André een bak chocoladesmurrie over zich heen kreeg.
BSG 2 (2058) – AAS (2138) 4-4
1. F Borm m (2141) – J Rudolph f (2332) 0-1
2. R Hilhorst (2014) – M Trimp (2179) 0-1
3. J de Groote (2209) – J van Vliet f (2354) ½-½
4. T de Ruiter (1947) – J van Eijk (2050) 1-0
5. R Brouwer (2097) – P Schrama (2165) ½-½
6. C van der Heijden (2052) – AJ Keessen (2151) 0-1
7. Y Brantjes (2071) – B de Leur (1873) 1-0
8. T Brouwer (1930) – S Groot (2003) 1-0
Over drie weken speelt BSG wederom thuis. BSG 1 ontvangt degradatiekandidaat De Stukkenjagers, terwijl BSG 2 kampioenskandidaat De Waagtoren punten mag proberen te ontfutselen.