BSG heeft het gevecht om de tweede plek verloren van Messemaker 1847. In Gouda eindigde de onderlinge wedstrijd in een nipte overwinning voor de gastheren, waardoor BSG met brons genoegen moest nemen.
De kampioen was al bekend (VAS), net als de drie degradanten (Schaakmat Westland, Dordrecht en Rijswijk), dus ging de laatste competitieronde in klasse 2C alleen nog maar om des keizers baard. Er werd alleen nog gevochten de eer om achter het ongenaakbare VAS tweede te eindigen. BSG bezette de tweede plek en verdedigde in het onderlinge duel een voorsprong van 1 matchpunt en 2 bordpunten tegen de nummer 3, Messemaker 1847.
De laatste keer dat beide teams elkaar troffen, was eind 2016, toen nog in de eerste klasse. Destijds was het vinden van de speellocatie, verstopt op een industrieterrein tussen twee sporen, nog een behoorlijke kluif. Ditmaal besloot het BSG-achttal met de auto af te reizen en werd het nogal aftandse Biljart- en Bridgecentrum De Hoog vrij eenvoudig en ruim op tijd gevonden.
Van de thuisploeg ontbrak op dat moment nog ieder spoor, maar voor het middaguur waren de gastheren compleet. Messemaker is namelijk een van de weinige clubs die om 12:00 begint. Kennelijk was degene die de klokken moest instellen nog niet helemaal uitgeslapen, want tijdens de wedstrijd klaagden spelers geregeld over verkeerd ingestelde klokken.
Het tempo lag aanvankelijk erg hoog in de wedstrijd. Tegen de tijd dat de meeste andere KNSB-partijen begonnen, waren er al drie beslist. Dat zat goed nieuws tussen, maar helaas ook slecht nieuws. Het eerst klaar was Rein. Doorgaans speelt hij lange partijen, hoewel hij vorige maand tegen VAS in sneltreinvaart had gewonnen. Nu zat hij aan de verkeerde kant van de score nadat hij zich aan een centrumpion had vergrepen. Dat kon nog wel, maar in het vervolg permitteerde Rein zich een paar mindere zetten, waarna tegenstander Ed Roering de trekker overhaalde en met een familieschaakje het volle punt binnenhaalde.
Mark had slecht geslapen en nam aan het bord ernaast gauw een snipperdag op tegen Jan Evengroen na een vreemd gespeelde Fransoos. Beter verging het Ewood, die een dag na terugkomst uit Menorca een makkelijke middag had tegen Peter Ypma. Aanvankelijk was er nog verwarring of de klok het increment er wel bij optelde, maar nadat de klok twee keer was gecontroleerd, ging de rem eraf. Ewood ruilde vroeg in de partij dames en vervolgde toen met de knappe paard-achteruitzet Pe2-c1!, waarna het paard zwarts damevleugel leeg ging vreten. Een forse blunder maakte niet lang daarna een eind aan zwarts lijden, dus was de stand weer in evenwicht: 1½-1½.
Topscorer Ton zette BSG zelfs op voorsprong door Erik Hennink in een Siciliaanse partij te verslaan. De witspeler werkte zichzelf steeds verder in de nesten door steeds op een ongunstige manier stukken te ruilen. Ton was in zijn element en breide er met een leuke combinatie een eind aan. Een passende afsluiting van een formidabel gespeeld seizoen.
Ruben kreeg tegen Frans Bottenberg, die zich inderdaad van het Frans bediende, een gevaarlijke aanvalsstelling. Helaas zette hij ergens niet energiek genoeg door en verwaterde zijn voordeel, waarna hij met het halve ei genoegen nam.
Hoge pieken en diepe dalen maakte Timon mee in zijn partij tegen Albert Segers. Die vloog hem in de opening naar de keel. Timon offerde een pion voor wat open lijnen, al leek hij vooral zelf met een gatenkaas achter te zijn gebleven. Nadat hij de stelling voor zijn lopers had weten open te gooien, werden de bordjes gauw verhangen. De witspeler offerde maar een stuk om niet overlopen te worden, waarna Timon enkele goede voortzettingen miste en in tijdnood plotseling een stuk wegblunderde. In het eindspel stelde hij met de nodige vechtlust en wilskracht alsnog een halfje veilig, zodat BSG met 3½-2½ voorstond.
Een halfje was genoeg voor de tweede plaats, maar wie zou het binnenhalen? Het Apenhoofd in ieder geval niet. Tegen Peter Scheeren zat hij geen moment in de partij en werd hij de hele partij geschoren, hoewel het meer voelde alsof zijn haren er een voor een uitgetrokken werden. Een passende afsluiting van een slecht seizoen.
FM Henk had aan het kopbord tegen Wim Heemskerk in het Frans eerst een kansrijke aanval, daarna de mogelijkheid om eeuwig schaak te houden en tot slot een minder dame-eindspel. Bij de tijdcontrole bleek ook deze klok verkeerd in te zijn gesteld en ontstond er verwarring over hoeveel tijd beide spelers er nou daadwerkelijk bij hadden gekregen. Het stelde Henks ondergang wel uit, maar niet af. Zijn koning bleef slecht staan en dus moest hij uiteindelijk de witte vlag uithangen, zodat Messemaker alsnog met de zege en de tweede plaats aan de haal ging.
Het seizoen werd in de pizzeria in Bussum afgesloten met een heleboel partijanalyses. Het wachten was vervolgens op de uitslag van het tweede, dat tegen medekoploper Caïssa 3 speelde. De teams stonden exact gelijk, dus zou de winnaar kampioen worden. Zoals verwacht eindigde het onderlinge duel onbeslist. BSG 2 legde het op secundaire criteria af omdat het resultaat aan het laagste bord dan komt te vervallen. Helaas voor BSG 2 hadden ze daar gewonnen, dus moeten ook zij nog een jaar wachten.
Messemaker 1847 (2148) – BSG (2143) 4½-3½
1. Wim Heemskerk (2151) – Henk van der Poel (2226) 1-0
2. Erik Hennink (2142) – Ton van der Heijden (2280) 0-1
3. Peter Ypma (2297) – Ewoud de Groote (2208) 0-1
4. Peter Scheeren (2347) – Jesper de Groote (2189) 1-0
5. Jan Evengroen (2118) – Mark Grondsma (2113) ½-½
6. Ed Roering (2159) – Rein Brouwer (2093) 1-0
7. Frans Bottenberg (2016) – Ruben Hilhorst (1975) ½-½
8. Albert Segers (1952) – Timon Brouwer (2056) ½-½