BSG is in de een-na-laatste ronde van de KNSB-competitie slecht voor de dag gekomen. Thuis werd met 5½-2½ van Sliedrecht verloren, waardoor VAS automatisch kampioen werd. Tot overmaat van ramp verloor BSG 2 van degradatiekandidaat Paul Keres 5.
De achtste ronde van de KNSB-competitie viel dit jaar op de eerste dag van april. Die druilerige eerste zaterdag van de grasmaand werd een heerlijk middagje voor BSG, dat in het eigen Denksportcentrum flink huishield. Had ik je mooi op het verkeerde been gezet met mijn inleiding! Gelukkig behoor jij niet tot de luie koppensnellers en zal ik je belonen met een verslag van deze glorieuze schaakdag.
Zowel BSG 1 als BSG 2 zat nog in de kampioensrace. BSG 1 moest hopen op een wonder na het gelijke spel tegen de koploper in de vorige ronde. BSG 2 stond een overwinning achter op Caïssa 3, maar mocht in de slotronde nog tegen de Amsterdamse club en had alles dus nog in eigen hand. Voor het tweede was de wedstrijd tegen Paul Keres 5 een tussendoortje, een generale competitie of een verplicht nummer. BSG 2 trapte het gaspedaal tot op de bodem in en had al gauw met de Domstedelingen afgerekend: het werd 6-2.
De wedstrijd van BSG 1 tegen het verrassend goed presterende Sliedrecht moest toen nog op gang komen. Bij de bezoekers waren Marijn den Hartog (7 uit 7!) en William Gijsen (5½ uit 7) duidelijk de mannen in vorm. Zij waren dan ook aan de hoogste borden geposteerd, waar ze Ton en Henk, de toppers aan BSG-zijde, tegenover zich kregen. Deze clash eindigde in een duidelijke overwinning voor BSG. FM Henk ging tegen William Gijsen als een warm mes door de boter, terwijl Ton met zwart in de opening al gauw een gelijke stelling kreeg tegen Marijn den Hartog. Hij bood tactisch remise aan, wat na enig overleg (“Dat moet je zelf weten!”) werd afgeslagen. Als je dan echt niet wilt… In het vervolg overspeelde Ton zijn jonge opponent met vaste hand in het eindspel, waarmee hij het feest aan de eerste borden compleet maakte.
Minder op dreef was het middenrif. Het Apenhoofd dacht de opening te kennen, speelde toen een paar slechte zetten en moest de rest van de middag voor remise vechten. Puntenkanon Mark moest op het bord ernaast ineens een minder eindspel verdedigen tegen het jonge talent Dana Verheij, die inderdaad op een jongetje lijkt. Ondertussen had teamleider Timon aan de noodrem getrokken door eeuwig schaak te forceren tegen Wim Pool.
Beter voor elkaar had broer Rein het, die Jorik Klein aan het laatste bord een masterclass positiespel gaf. Na de zwarte stelling kort en klein te hebben geslagen, hield hij een stuk meer over en kreeg hij een hand. Helaas kon Frans het aan het bord ernaast niet bolwerken tegen Niels Mijnster, dus stond het 3½-1½ voor BSG, met nog twee bedenkelijke stellingen en een goede te gaan.
Mark tikte uiteindelijk het eerste matchpunt binnen door af te wikkelen naar het eindspel van een toren en pion tegen toren en loper. Daarin werd hij niet meer op de proef gesteld en kon hij opgelucht een halfje laten bijschrijven.
Ewood had vervolgens de taak de overwinning over de streep te trekken. Tegen Robert van Rekom veroverde hij al gauw het loperpaar. In het eindspel moest hij er nog hard aan trekken, ondanks dat zijn lopers duidelijk sterker waren dan wits paarden. Uiteindelijk offerde hij zijn a-pion om wits h-pion te winnen, waarna het pleit beslecht was.
Als langste was het Apenhoofd nog bezig tegen Arjan van der Leij. Hij had inmiddels een eindspel met toren en paard tegen toren en drie pionnen bereikt, waarin hij nog probeerde op mat te spelen. Hij slaagde erin al zwarts pionnen in te rekenen, waarna hij op enig aandringen van de teamleider maar remise aanbood. Een hele opluchting nadat zwart halverwege de partij niet minder dan zes pionnen voor het stuk had.
Daarmee was de eindstand 5½-2½ voor BSG. Over drie weken mag het wederom de tweede plek verdedigen, dan tegen Messemaker 1847. Dat is het hoogst haalbare, omdat VAS van Rokado won en met een ronde te gaan glansrijk kampioen werd. Beter nieuws was er voor BSG 2, dat leerde dat grote rivaal Caïssa 3 had verloren, waardoor beide teams aan kop staan met exact dezelfde score. Over drie weken mogen de teams tegen elkaar, dus dan is het echt erop of eronder.
BSG 1 (2161) – Sliedrecht 1 (2037) 5½-2½
1. Ton van der Heijden (2275) – Marijn den Hartog (2174) 1-0
2. Henk van der Poel (2240) – William Gijsen (2161) 1-0
3. Ewoud de Groote (2216) – Robert van Rekom (1957) 1-0
4. Jesper de Groote (2180) – Arjan van der Leij (2041) ½-½
5. Mark Grondsma (2110) – Dana Verheij (1847) ½-½
6. Timon Brouwer (2090) – Wim Pool (1990) ½-½
7. Frans Borm (2106) – Niels Mijnster (2155) 0-1
8. Rein Brouwer (2069) – Jorik Klein (1972) 1-0
Jullie wonnen in ieder geval dit duel, dus in zekere zin zou je moeten zeggen dat julle het eerder dit seizoen verloren, niet per se dit weekend, of zie ik dat verkeerd? Beetje cryptische titel iig voor dit verslag.
Of wacht, dat was vermoedelijk gelieerd aan de dag dat je dit schreef en publiceerde!
Tja, het was 1 april en het rijmde zo mooi. 😉