De invoering van de euro in 2002 leidde in Nederland tot veel scheve gezichten. Alles wat voorheen een gulden kostte, kostte ineens een euro. Maar de euro was ruim twee keer zoveel waard! Toch is Nederland er de afgelopen decennia flink op vooruitgegaan dankzij de euro, kopte nu.nl. Daar valt echter nog wel het een en ander op af te dingen.
De euro heeft iedere Nederlander deze eeuw ruim 21.000 euro opgeleverd volgens Alessandro Gasparotti en Matthias Kullas van de Duitse denktank Centre for European Policy. Dat beweren zij in hun rapport waarin ze de groei van acht landen in de eurozone vergeleken met landen buiten de eurozone. Dat is een heleboel geld, maar wat betekent dat cijfer nou precies?
Voor zover ik het begrijp lag het bbp (bruto binnenlands product) per hoofd van de bevolking in Nederland in de periode 1999 tot en met 2017 jaarlijks tussen de 300 en 3000 euro hoger dankzij de euro. Over die periode van bijna 20 jaar tellen die bedragen tot iets meer 21.000 euro op.
De auteurs maken bij de analyse gebruik van de zogenaamde synthetic control method. Ik moet eerlijk bekennen dat ik ook nog nooit van die methode heb gehoord. Zelfs in de econometriebijbel van Angrist en Pischke (Mostly harmless econometrics) komt deze methode niet voor. Helaas is de methodologieparagraaf in het rapport heel weinig specifiek.
Het idee van de methode is dat voor ieder land in de analyse een aparte controlegroep wordt samengesteld, bestaande uit landen waar de euro niet is ingevoerd. Landen die voor de invoering van de euro vergelijkbaar waren qua bbp-groei en andere indicatoren die van invloed op het bbp zijn (bijvoorbeeld inflatie), worden zwaarder meegewogen dan landen die sterker afwijken. Zo is Nederland (in afnemende volgorde) met Denemarken, Nieuw-Zeeland, Japan en Singapore vergeleken.
Volgens het plaatje in de appendix van het rapport is het bbp in Nederland na de invoering van de euro (die volgens de stippellijn eerder in 1996 dan in 1999 plaats leek te vinden) sterker omhooggegaan dan het bbp van eerdergenoemde landen, wat tot de conclusie leidt dat Nederland welvarender is geworden door de euro. Maar hoeveel? Dat blijkt tegen te vallen.
De welvaartswinst van 21.000 euro is over bijna 20 jaar uitgesmeerd, wat neerkomt op iets meer dan 1000 euro per jaar. Inderdaad ligt het bbp per hoofd van de bevolking thans zo’n 1100 euro hoger dan het zonder de invoering van de euro zou zijn geweest, aldus de onderzoekers. Op een bbp per hoofd van zo’n 48.000 dollar (42.000 euro) is dat een welvaartsstijging van een paar procent. Leuk, maar niet wereldschokkend.
Nog erger is dat naast Nederland alleen Duitsland (vergelijkbare) groene cijfers laat noteren. Voor de Zuid-Europese landen is het effect zwaar negatief, iets wat in de discussie op nu.nl enorm onderbelicht bleef. Het ergst is Italië eraan toe, met inmiddels een bbp-verlies van bijna 9.000 euro op jaarbasis. Nauwelijks beter zijn Frankrijk en Portugal eraan toe. Spanje ontspringt de dans enigszins en Griekenland, dat de boel jarenlang geflest had, zit pas de laatste jaren in zwaar weer. De enige echte uitbijter is België, dat om de een of andere reden ook behoorlijk kwakkelt.
Volgens de onderzoekers is het probleem van de Zuid-Europese landen dat ze hun valuta niet meer kunnen devalueren, waardoor ze genadeloos weggeconcurreerd worden. De Noord-Europese landen hebben daar dan merkwaardig weinig van geprofiteerd, zodat het erop lijkt dat de eurozone er over de gehele linie zwaar op achteruit is gegaan.
Dat roept toch vragen op, want het voordeel van een gemeenschappelijke munt is toch dat handelsbarrières worden doorbroken. Geen eindeloze rijen meer voor geldwisselkantoren om je guldentjes voor francs of peseta’s in te wisselen voor de vakantie. Die voordelen zou je vroeg of laat toch in de economische cijfers moeten terugzien, zou je denken. Om de een of andere reden gebeurt dat niet. Ik zou graag van een econoom willen horen waarom niet. Heeft die dure “teuro” ons dan toch de das omgedaan?