“Ik heb het eerst nog door de vingers gezien, maar dat je nu nog steeds je moeder meeneemt naar de interne…”, grapte Richard. Ik was natuurlijk alweer vergeten dat ze naar de club zou komen om het Pinkstertoernooi van volgende week door te spreken.
Het competitieseizoen is alweer bijna afgelopen, wat betekent dat FM Henk al bijna kampioen is. Vooral in de huidige periode is hij bezig aan een indrukwekkende serie. Daar kon ik nog een puntje aan zuigen. Door omstandigheden en een gebrek aan zin had ik weinig gespeeld en die keren dat ik m’n gezicht liet zien, speelde ik doorgaans als een krant. Ik was dus maar naar het Denksportcentrum gekomen om in ieder geval niet uit de hoogste groep te degraderen…
Een andere speler die de laatste tijd totaal uit vorm is, is Coen. Hij raakte zichtbaar en hoorbaar geïrriteerd toen Rob de voorzitter voor het begin van de ronde een eindeloze preek afstak over de successen van BSG van de laatste tijd. De ronde was al te laat begonnen omdat de indelers het inloopkwartiertje hadden volgeklept, waarna de indeling ook nog aangepast moest worden omdat iemand zich niet had ingeschreven. Anyway, het was toen al duidelijk dat Coen zijn partij mentaal verloren had.
Coen speelde tegen Iskander, de overbuurman van mijn ouders, die nog niet heel veel jaartjes lid van de club is. Hij ziet er wat studentikoos uit en heeft misschien iets te lang onder de zonnebank gelegen. In ieder geval is het een van de weinige schakers bij BSG die overtuigd van zijn eigen kunnen is en fanatiek vloog hij Coen naar de keel.
De andere buurman van mijn ouders, Florian, werd uitgeloot. Bij wijze van proef mocht iedereen tegen hem een zet doen. Het was een lucratief voorstel, want zelfs als Florian zou verliezen, zou hij net zoveel punten krijgen als hij anders had gekregen als hij naar huis was gegaan, iets wat Coen ook maar niks vond.
Zoals verwacht was Coen vrij snel klaar en zoals verwacht was hij van het bord getimmerd. “Ik had dame g4 niet gezien!”, mopperde hij terwijl hij driftig met zijn hoofd schudde, waarna hij probeerde te achterhalen hoe hij niet direct zou hoeven verliezen. FM Henk kwam uit nieuwsgierigheid de schade opnemen en trok een veelbetekenende grimas bij het zien van Coens stelling.
Zelf kreeg ik tegen Cees Jan in de opening een vaag stukoffer te verwerken. Ik speelde het daarna zo slecht dat ik zelfs nog bijna minder kwam te staan, maar uiteindelijk had ik dan toch mijn tweede zege uit de derde periode binnen.
FM Henk zat ondertussen met zijn lopers de stelling van Timon kort en klein te slaan. In zijn geliefde London System ruilde Timon op een inventieve manier zijn slechte loper tegen een paard, wat hem nog wel aardig spel leek op te leveren. Toen hij even later ook nog zijn goede loper voor een paard inleverde, was er echter geen houden meer aan en werd zijn stelling met groot geweld uiteengereten.
Coen stond al met zijn handje klaar. “Gefeliciteerd Henk. Je bent nu toch kampioen?” Henk wist het niet zeker, maar dacht van wel. Het kon ook moeilijk anders nadat hij alle drie de periodes had gedomineerd. Met nog één ronde te gaan had hij inderdaad een onoverbrugbare voorsprong opgebouwd. Daarna feliciteerden Timon en ik hem ook maar, waarna ik vroeg of hij voor de 10 uit 10 ging. Dat kan niet meer, maar 9 uit 9 moet toch zeker gaan lukken.
Op dat moment waren er nog wat partijen aan de gang. De partij tussen Ruben en Ruben leek redelijk in evenwicht. Ruben had een vernaggelde pionnenstructuur, maar ook wat activiteit als compensatie. Oude Bert stond een stuk voor tegen Tom en onzekere Bert leek wat beter te staan tegen de voorzitter, maar zou het naar alle waarschijnlijkheid toch weer ergens verknallen.
Florian was ook nog steeds bezig. In een gesloten stelling met torens en lopers van ongelijke kleur leek hij iets beter te staan, totdat hij een pion met de verkeerde pion terugsloeg en het zelf voor zijn kiezen kreeg. Hij rook onraad en nadat Coen en Teun om beurten een zet deden, protesteerde hij dat het niet de bedoeling was dat hij steeds tegen dezelfde mensen speelde.
Wedstrijdleider Bert was gauw ter plaatse, waarna de partij hervat werd en Coen nog steeds het merendeel van de zetten deed. Hij wist de goed opgezette partij in één zet grondig te verzieken toen hij Florian met schaak op g2 binnen liet komen, waarna hij een loper kwijtraakte. Daarna probeerde hij nog koppig zijn zelfgecreëerde puinhoop te verdedigen, maar dat was uiteraard tevergeefs.
Zijn derde nederlaag op rij betekende dat Coen terugviel naar de twaalfde plek, een ongekend lage klassering voor iemand die alle ronden heeft meegespeeld. Het betekent ook dat ik hem ondanks al mijn absenties alweer heb ingehaald. Heel veel hoger dan elfde ga ik deze periode natuurlijk niet meer eindigen en dus gaat het seizoen 2017-2018 voor mij als teleurstellend de boeken in. Het enige waar ik aan vast kan houden is dat ik Henk dit jaar in de onderlinge duels de baas was, maar hij was veel en veel sterker tegen de rest. Om met de woorden van mijzelf van vroeger te spreken: “Henk was niet te goed, ik was te slecht.” Volgend jaar hoop ik hem in ieder geval meer weerwerk te kunnen bieden.