Terugblik 2012: Deel 12

Toenadering
De verhuizing van Annemarije naar het andere huis hakte er bij mij enorm in. De weken daarna waren afschuwelijk voor mij. Ik kon gewoon niet accepteren wat er gebeurd was en ik wilde dolgraag dat alles weer zoals vroeger werd.

Kon ik de klok maar terugdraaien. Kon ik de klok maar terugdraaien naar de tijd waarin ik gelukkig was. Het was bijna niet voor te stellen dat dat zo kort geleden was. Eind maart was mijn levensgeluk in een vrije val terechtgekomen, en nu, ruim twee maanden later, had ik de grond wel zo’n beetje bereikt. Slechter dan dit kon bijna niet. Natuurlijk kon ik niet terug naar het verleden en dus moest ik ervoor zorgen dat de toekomst me meer te bieden had.

De enige hoop die ik had, was dat mijn omgangsverbod met Annemarije maar tijdelijk was. Ik hoopte dat we weer normaal met elkaar om konden gaan. Dan konden we vanaf daar langzaam stappen zetten om onze verbroken relatie opnieuw op te bouwen en het beschaamde vertrouwen te herstellen. Hopelijk kon ik Annemarije dan weer overhalen om terug te verhuizen.

Dat was mijn insteek, maar voorlopig kon ik weinig meer doen dan mijn toekomstplannen te beramen. Om de tijd sneller te laten verlopen, ging ik ’s middags vaak op bed liggen om de saaie en eenzame dagen door te komen. Wat ook niet hielp, was het vrij plotselinge overlijden van Christina d’r oma en het feit dat ik haar niet echt getroost had. Het gevolg was dat Christina meer met Annemarije optrok en minder met mij. Ik voelde me nu wel echt eenzaam en geïsoleerd. Op mijn kamertje zat ik naar veel treurige liederen te luisteren.

I thought I was being cool
Yeah, I thought I was being strong
But it’s always the same old story
You never know what you’ve got till it’s gone

Tegenover de begeleiding probeerde ik me nog enigszins groot te houden. Ik beschouwde ze nu als mijn tegenstanders en dus wilde ik geen tekenen van zwakte tonen. Geen tranen, geen smeekbedes of andere vormen van zelfvernedering voor mij. Aan het eind van het wekelijkse gesprek met mijn begeleidster kreeg ik steevast een vraag over Annemarije. Ik besloot niet meer te happen. Wat had ik er immers mee te winnen? Dat zij straks weer een stok hadden om me mee te slaan? Mijn woorden zouden uiteindelijk toch tegen me gebruikt worden.

Ik zat er dan ook over te denken om van persoonlijk begeleidster te wisselen. Ik wilde iemand hebben die voor mijn belangen opkwam en dat was nu niet goed mogelijk omdat Savannah de persoonlijk begeleidster van zowel mij als Annemarije was. Aan de andere kant wilde ik nog graag iets gemeenschappelijks met Annemarije houden. Als we allebei een andere persoonlijk begeleidster hadden, zouden we misschien wel helemaal in twee kampen uiteenvallen en dat wilde ik niet. Zelf dacht Savannah overigens dat het geen probleem was dat ze tussen twee vuren in zat. Ik ging daarom maar met haar verder.

Verder probeerde ik mijn tijd nog met leuke dingen te vullen. Er kwamen ook leuke dingen op mijn pad. Zo was het EK Voetbal inmiddels van start gegaan. Oranje had in de poule des doods de eerste wedstrijd al wat knullig van Denemarken verloren en moest tegen Duitsland dus wat laten zien. We keken de wedstrijd in het huis van Annemarije en Christina, omdat daar de tv stond. Annemarije zelf was er natuurlijk niet bij. Ze ging zwemmen in d’r eentje. Met de rest van de groep moest ik anderhalf uur lang toezien hoe Nederland door de grote broer werd afgeslacht. Met een nederlaag tegen Portugal nam het Nederlands Elftal later die week in stijl afscheid van het toernooi.

Die donderdag ging ik met Rolex naar de film. Voor het avondeten gingen we stad in om daar gauw een pizza naar binnen te werken voordat de film begon. Het was een Franstalige film (Mon pire cauchemar/My worst nightmare) die gaat over een nogal dommige, ordinaire man die een stijve, afstandelijke tante probeert te versieren. Het deed me een beetje aan m’n eigen leven denken, al kreeg die ordinaire man in de film meer voor elkaar dan ik ooit voor elkaar had gekregen. Misschien moest ik ook maar Frans leren spreken.

Geheel anders verliep de reünie van mijn vroegere basisschool. Hoewel uiteindelijk maar iets van een derde van de oorspronkelijke klas was gekomen, zaten daar wel een paar van mijn oorspronkelijke vrienden tussen. Hoewel ik de meesten al zeker een jaar of tien niet meer had gezien, waren ze uiterlijk niet heel veel veranderd. Ik mocht wat levensverhalen aanhoren, waarna ik zelf nog de vraag kreeg of ik een vriendin had. Een pijnlijke! Welk antwoord zouden ze eigenlijk verwacht hebben? Ik antwoordde na een korte pauze met een zo vrolijk mogelijk nee.

Wie er ook bij was, was Mies. Toen ik jong was (tot een jaar of 6-7) ging ik best veel met meisjes om, maar daarna niet meer. In mijn klas, waar overigens twee keer zoveel jongens als meisjes zaten, trok altijd met dezelfde groep jongens op. Met Mies had ik nooit echt contact gehad en dat beschouwde ik nu maar als een gemiste kans, want ze was knap. Helemaal op m’n gemak voelde ik me niet als enige mislukking tussen de succesverhalen, dus toog ik nadat Griekenland het Rusland van Dick Advocaat had uitgeschakeld weer naar huis. Tot mijn verrassing gaf Mies me bij het verlaten drie dikke pakkerds, iets wat Annemarije nooit bij me gedaan had. Enigszins verward, maar met een beetje hersteld ego fietste ik terug naar huis.

De week erna had ik weer wat meer contact met Annemarije. We hadden zelfs een gesprek in mijn kamer. Annemarije vertelde dat ze voordat ik verliefd op haar werd eventueel wel met mij samen had willen wonen. Die stomme verliefdheid had alles kapotgemaakt. Ze vertelde (voor de zoveelste keer) dat ze niet op mij verliefd was geweest, maar nu wel op een normale manier. Ook voegde ze eraan toe dat ik heel veel meisjes heel gelukkig kon maken. Dat had ik duidelijk gemerkt… Bij mij was het echte verliefde gevoel inmiddels ook wel weer over, maar wat bleef was het verlangen om bij Annemarije te zijn.

Misschien had ik het allemaal wel verkeerd gezien. Misschien was onze band niet zo bijzonder als ik dacht. Misschien hadden gewone mensen wel vaker een sterke verbintenis met een ander. Daar werd ik me van bewust toen we na het eten met z’n allen spelletjes gingen doen. Annemarije en Christina leken aan een blik genoeg te hebben om elkaar te begrijpen of in lachen uit te barsten. Annemarije was vrolijk in de buurt van Christina. Ze leek gelukkig. Ze was gelukkiger dan ik, dat was zeker. En misschien was ze wel gelukkiger met Christina dan ik haar ooit kon maken.

De week erna zat mijn straf er eindelijk op. Er gebeurde echter niets. Wel hoorde ik er weer een beetje bij. De breuk met Christina was weer hersteld en zodoende bleef ik ook weer een beetje in contact met Annemarije. We zouden op bezoek gaan bij Roel, een jongen die zo nu en dan bij ons kwam mee-eten. Hij had een kamer op Uilenstede en wij mochten ‘m gaan bezichtigen.

Tijdens de fietsrit had ik weer wat contact met Annemarije. Ik bood aan om de schade aan haar fiets te vergoeden, maar van haar hoefde dat niet. Verder waren Joshua en Christina mee. Joshua was een van de nieuwe bewoners en Christina was al gauw een beetje gek op hem. Na de supermarkt te hebben overvallen voor een aardigheidje, vingen we de reis door het Amsterdamse Bos aan.

Bij Roel gingen we een film kijken (Forbidden Kingdom of zo, niet helemaal mijn genre). Annemarije zat naast Christina aan de andere kant van de kamer. Ik probeerde me van mijn beste kant te laten zien door Roel nogal overdreven te complimenteren met zijn appartement, maar dat leek hem weinig te doen (terwijl het toch best een leuk hokje was). Het was inmiddels alweer laat geworden, maar voordat we vertrokken, ging Annemarije zich nog omkleden. Vreemd genoeg deed ze dat gewoon naast mij.

We moesten weer door het bos terug. Het was inmiddels donker geworden en dat was voor Christina het sein om heel bang te worden. Iedere passerende voorbijganger werd met de grootste argwaan bekeken. Zelfs een simpele reflectie van een verkeersbord aan het einde van het bos zorgde voor paniek. Het doel van haar paniekzaaierij was ongetwijfeld dat Joshua haar als een echte man zou gaan beschermen, wat zij dan weer romantisch zou vinden. Joshua liet de kans echter aan zich voorbijgaan. Het enige wat Christina aan haar gesimuleerde angst overhield, was een aantal schaafplekken toen haar paniek op Annemarije oversloeg. Annemarije besloot om wat voor reden dan ook plotseling hard voor Christina d’r neus te remmen, waarna Christina eveneens in de ho-ijzers moest en plotseling op de grond lag. Uiteindelijk moest ze het doen met een troostende omhelzing van Annemarije.

We hadden nog een nababbel in het huis van Annemarije en Christina. Christina stelde daarin de ietwat absurde vraag met welk dier we onszelf zouden vergelijken. Opmerkelijk genoeg vergeleek Annemarije zichzelf met een bever, omdat die beesten volgens haar eerst iets opbouwen, om het later weer af te breken. Wie had gedacht dat je met een gekke vraag een schuldbekentenis weet uit te lokken? Verder beweerde Annemarije dat ze niet met één man wilde samenwonen. Zou ze een harem willen? Dat kon ik me dan ook weer niet echt bij haar voorstellen. Het ironische was dat ze nu in feite met maar één man samenwoonde (Pepijn), terwijl dat er eerst twee waren (Firaas en ikzelf).

Het klonk allemaal hoopgevend, maar de week erna was er weer een terugslag. Annemarije vond het contact met mij te snel gaan en barstte bij de begeleiding in tranen uit. Na wat kennelijk troostende woordjes leek de kou weer uit de lucht. Die avond gingen we zelfs in het Amsterdamse Bos zwemmen. Ja, dat kan ook nog. Christina kende nog een slootje waar we in alle rust konden zwemmen. Een paar weken eerder was ze er met Annemarije en David (een gozer van een andere Stumass-vestiging) geweest. Annemarije had er toen, voor zover ik het begreep, een beetje als het vijfde wiel aan de wagen bij gehangen. Ditmaal ging Joshua mee in plaats van David en waren Savannah en ik van de partij.

Echt zwemweer was het niet: het was die dag niet overdreven warm geweest en nu de zon achter de bomen zakte, koelde het merkbaar af. Toch kon er in de dreksloot wel redelijk gezwommen worden. Zelf moest ik flink aan het koude water wennen, zodat de rest al voor me uit was gesneld. Christina en Joshua hadden de overkant al bijna bereikt en verschansten zich in een hinderlaag, om Annemarije ineens met modder te bekogelen. Het slachtoffer leek de humor er wel van in te kunnen zien.

Na het zwemmen zondert Annemarije zich af om zich om te kleden. Even later staat ze voor de tweede keer in een week in haar onderbroek naast me. Samen met Savannah keren we weer huiswaarts. Annemarije blijft naast haar fietsen. Ik hoor hoe Savannah haar om de een of andere reden vertelt waar een (toekomstig) partner aan moet voldoen. Dat zullen wel alle eigenschappen zijn waar dat heerschap voor hen niet aan voldoet, vermoed ik. Ik heb geen zin meer om mee te luisteren, dus zet ik de versnelling in.

Een dag later stuur ik Annemarije een lief mailtje. Het lijkt te werken, want ineens is ze poeslief voor me. Christina vraagt haar zelfs of ze lippenstift op heeft, iets wat ze eigenlijk nooit doet. Ik kan eigenlijk niks zien. Annemarije kennende zal ze er wel met lippenbalsem overheen zijn gegaan, maar dat is natuurlijk lang niet zo sexy. We gaan weer naar het Amsterdamse Bos, maar nu om te picknicken. Annemarije leest de Donald Duck van het afgelopen weekend. Ik had ‘m al gelezen, dus wacht ik maar totdat ze ‘m uit heeft. Het contact tussen ons lijkt weer de goede kant op te gaan.

Die avond aaien we samen een katje dat in de tuin van Annemarije en Christina is komen buurten. Een verdieping boven ons kijken Christina en Joshua toe hoe alles weer koek en ei tussen ons lijkt te zijn. Hoewel Annemarije zelf geen kat maar een hond heeft, blijkt ze wel een kattenliefhebster te zijn. Zou dat echt zo zijn, of probeerde ze bonuspunten bij me te scoren? Ik maalde er niet om, ik was blij dat we weer normaal contact hadden. Ze probeert in te spelen op het jachtinstinct van het katje door geduldig met een takje te blijven bewegen, net zolang totdat ‘ie toehapt.

Een dag later hangt ze haar was zelfs in haar oude huis uit. Zou ze heimwee naar haar oude huisje hebben? Of hing het wasrek in haar nieuwe huis al vol? Zelf zou ik het natuurlijk toejuichen als ze weer terug zou komen, maar ze gaat niet op mijn avances in. De week erna gaat ze bovendien een week naar het klooster om eens goed tot rust te komen. Niet zo gek misschien na de hectiek van de afgelopen tijd, maar het betekent wel dat onze toenadering even stagneert. Hopelijk kunnen we na de vakantie de draad weer oppakken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *