Terugblik 2012: Deel 13

SPAchess
Hoewel er van echt zomerweer geen sprake was, naderde de vakantie alweer zijn hoogtepunt. En uitgerekend in de mooiste tijd van het jaar zou ik Annemarije een paar weken niet of nauwelijks zien.

Ik was blij dat ik er in de eerste week van juli in was geslaagd om de ergste misverstanden tussen mij en Annemarije uit te weg te ruimen. Het was inmiddels alweer twee maanden geleden dat het zo mis tussen ons was gegaan, maar nu leek onze verstandsverhouding weer een beetje te zijn genormaliseerd. Dat was even positief als noodzakelijk, want de komende weken zouden we elkaar waarschijnlijk niet of nauwelijks meer zien. Annemarije zou zich namelijk tien dagen in een klooster ver weg afzonderen. Misschien kon ze daar tot rust komen en de ellende van de afgelopen tijd verwerken, waardoor we later misschien weer stappen konden zetten om onze vriendschap verder te herstellen.

Hoe anders was de situatie precies een jaar eerder, toen ik met Annemarije en Pepijn een paar dagen op Terschelling had gekampeerd. Het was inmiddels bijna niet meer voor te stellen, maar tijdens die vakantie had ik gewoon twee nachten naast Annemarije in de tent geslapen; alleen in de laatste nacht lag Pepijn er ook nog bij omdat enorm begon te stormen. Spannend had ik het niet gevonden, want ik beschouwde Annemarije toen gewoon als een vriend en ik kon me toen niet voorstellen dat ik ooit wat voor haar zou voelen.

Annemarije d’r vakantie kwam precies in de week voordat ik verslaggever zou worden bij SPAchess, een toernooi op het Science Park in Amsterdam (vandaar die rare naam) dat tegelijk met het Nederlands Kampioenschap plaatsvond. Het grootste gedeelte van de dag was ik dan bij het toernooi en pas ’s avonds laat zat mijn werkdag erop als het verslag op internet stond. Daarna ging ik afwisselend naar Amstelveen of naar mijn ouders.

De toernooien konden rekenen op veel media-aandacht, ook omdat er nog een derde toernooi was, met allerlei internationale topschakers. Het was een hersenspinsel van Lennart, die het wel wat vond om een schaaktoernooi in oude stijl te hebben, dat wil zeggen: met een lang speeltempo en de mogelijkheid om de partij af te breken. Dat werd vroeger (tot, pak ‘m beet de jaren 80) nog gedaan, maar nu niet meer, omdat tegenwoordig alles sneller moet. Zelf mocht ik verslag doen van de partijen in het open toernooi, dat toegankelijk was voor iedereen. Ik hoopte stiekem dat ik als verslaggever een keer geïnterviewd zou worden. Voor die five seconds of fame zou ik bijna wel een moord willen doen.

Hoewel ik tijdens het toernooi ook nog geacht werd alle deelnemers te fotograferen en partijen in te kloppen, stak ik mijn ziel en zaligheid in de dagverslagen. Ik probeerde echt indruk te maken op de lezers, al had ik geen idee wie mijn verslagen precies lazen. Mensen van de media? Annemarije? Zouden zij de stukken echt op waarde kunnen schatten? Ik hoopte het maar. In ieder geval had ik het idee dat ik betere stukken dan ooit tevoren schreef. Een traumaatje op zijn tijd was misschien toch nog ergens goed voor.

Tijdens het toernooi was ik de hele tijd druk bezig de partijen te volgen en de interessantste partijfragmenten uit te kiezen. Op sociaal gebied waren de memorabele momenten schaars, maar niet compleet afwezig. Zo reisde ik een keer met Chiel van Oosterom mee naar de speelzaal. Dat was niet zo bijzonder, want hij is een prima gozer, maar hij was ook degene die mij drie maanden terug van mijn onoverwinnelijke gevoel had afgelopen. Ik nam het hem niet kwalijk, maar ik kon de gedachte moeilijk loslaten dat mijn leven me misschien meer te bieden had gehad als ik toen die partij niet had verloren. Met de overige mensen in de persruimte had ik niet veel. Ik kende alleen Lennart echt, maar die was met van alles en nog wat in de weer. Zo had hij camera’s in de speelzaal geïnstalleerd zodat de kijkers thuis de emoties van de spelers konden zien. Ik zag de meerwaarde er niet zo van in, maar hij had het er altijd heel druk mee.

Verder had ik nog een dag last van een computerstoring. Van het ene op het andere moment deed het beeldscherm het niet meer zoals ‘ie het zou moeten doen, dus moest ik maar van een computer in de persruimte gebruikmaken. Vreemd genoeg deed m’n laptop het een dag later gewoon weer. Inmiddels zijn we vijf jaar verder en heb ik nooit meer zo’n storing meegemaakt. Ik heb geen flauw idee wat er dus die ene dag aan de hand was.

Omdat ik vaak lang onder de pannen was, dineerde ik ’s avonds op de toernooilocatie. Bij de lokale uitbater had ik de keuze uit twee gerechten die ook nog redelijk aan de prijs waren (voor hetzelfde bedrag kon ik in Amstelveen bijna een week eten), wat natuurlijk niet ideaal was. Maar op het door leegte gekarakteriseerde Science Park had ik ook niet echt een alternatief. Wel kreeg ik als verslaggever iedere dag een hoop muntjes voor consumpties, die alleen voor drankjes waren in te wisselen. Na wat geklaag van de toernooidirecteur konden we er ook een maaltijd mee bekostigen, al was die boodschap niet bij iedereen in de keuken aangekomen. Al met al keek ik een beetje met gemengde gevoelens op het toernooi terug.

Ondertussen was er ook nog goed nieuws: mijn ouders hadden er een katje bij. Na een half jaar was de leegte van Sheba eindelijk opgevuld door Belle. Mijn moeder was op de boerderij van mijn oom en tante naar eigen zeggen als een blok voor haar gevallen. Niet slecht voor iemand die mij vroeger aan een hond wilde helpen… Bonnie vond de nieuwkomer natuurlijk machtig interessant, maar anders dan Sheba bij haar had gedaan, tolereerde ze Belle wel.

Belle op schoot en Bonnie die komt kijken. Afbeelding: Facebook.

Annemarije was die week gewoon in Amstelveen, maar veel contact hadden we natuurlijk niet omdat ik er maar heel sporadisch was. Die ene keer dat ik haar zag, was ze bovendien verkouden. Ze zou dat weekend met Christina en Pepijn gaan zeilen in verband met Pepijns afscheid. Ik kon er helaas niet bij zijn en dat vond ik natuurlijk best jammer.

SPAchess was afgelopen op de dag voor mijn verjaardag. In de nieuwe week was er nog steeds geen spoor van Annemarije. Haar had ik graag op mijn verjaardag gehad. Ik moest het echter doen met Robert, die voor een dagje vanuit Leiden was overgekomen. Het was een mooie, zonnige dag en vanwege mijn verjaardag ging de begeleiding voor ons koken. Ik mocht zelfs het gerecht bepalen. Ik koos voor een pastagerecht met broccoli. Dat gerecht hadden we vorig jaar, op de eerste werkdag van Savannah, ook gemaakt. Ik had het daarna zelf nooit meer durven maken omdat ik altijd de grootste moeite had om een ei te breken, maar daar hoefde ik me nu dus geen zorgen om te maken. Daarna ging ik met Christina en Firaas een film kijken, zodat mijn dag weer gevuld was.

Annemarije zou die week ook niet meer terugkeren en de week daarna zou ik naar Londen gaan, zodat we elkaar waarschijnlijk pas weer in augustus zouden zien. De zomer van 2012 was daarmee wel zo goed als afgeschreven voor mij, dus hoopte ik erop dat we in het najaar de draad weer echt op konden pakken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *