De voortekenen waren goed en de hooggespannen verwachtingen zijn vooralsnog volledig waargemaakt: halverwege het seizoen gaat BSG 2 riant aan kop in klasse 3C. Ook tegen naaste rivaal Caïssa 3 werden de twee punten gepakt.
De afgelopen weken werd de mensheid weer hard met de neus op de feiten gedrukt: ten opzichte van computers kunnen we er werkelijk waar niks van. Waar het zelflerende schaakprogramma Alpha Zero (een zwakke versie van) Stockfish inmaakte, sloeg wereldkampioen Magnus Carlsen in de London Chess Classic andermaal een modderfiguur.
Het wekte dan ook geen verbazing dat het niveau in de wedstrijd Caïssa 3 – BSG 2, gespeeld in de kelder van de KNSB-competitie, niet al te hoog was. BSG 2 kon voorschot nemen op promotie als het de topper zou winnen, maar aanvankelijk zag het er niet naar uit dat dat ook zou gebeuren. Halverwege de match moest BSG 2 uit een aantal slechte stellingen een achterstand wegwerken. Er was nog geen reden tot paniek, want het hele seizoen is Caïssa BSG 2 al gunstig gezind. In Amsterdam was het niet anders. Met het nodige fortuin wist BSG 2 de wedstrijd in de slotfase nog naar zich toe te trekken.
Het was van tevoren al bekend dat BSG 1 spelertechnisch de eindjes voor de winterstop maar net aan elkaar kon knopen. Voor de wedstrijd tegen HMC lukte dat niet, dus werd aanvankelijk een beroep gedaan op het Apenhoofd. Het Apenhoofd achtte zichzelf onmisbaar voor het tweede, dus offerde teamleider Ruben Hilhorst zich maar op. Het betekende dat Rein Brouwer het teamleiderschap weer een keer op zich nam.
De speellocatie, waar de thuisploeg met niet minder dan vier teams vertegenwoordigd was, werd gemakkelijk gevonden. Vanwege de in het weekend gebruikelijke werkzaamheden aan het spoor was de reistijd voor de Gooise BSG’ers wel langer dan anders. Na een uurtje zigzaggen in een bus waren zij er dan ook eindelijk.
Caïssa had de opstelling wat omgegooid in de hoop Jos de parkeerexpert tegen het Apenhoofd te laten spelen. Het experiment faalde, want aan bord 3 kwam hij Vrolijke Frans tegen, die na wat schermutselingen in een Kalashnikov het loperpaar moest inboeten zonder dat er echt wat tegenover stond. Al gauw konden ze handjes schudden.
Dat gebeurde ook aan het bord ernaast, waar Rein Günther Ballon tegenkwam. Die was ongetwijfeld aan een wat lager bord gezet om na twee nullen een keer een resultaat te behalen. Dat lukte, want na een slappe opening konden beide partijen zelfs geen speldenprikjes meer uitdelen, dus werd de vredespijp gerookt.
Ondertussen sloeg Coen “uit teambelang” een remiseaanbod van de nogal manke Martin Bottema af. Vol trots vertelde hij na afloop dat hij achter het bord de juiste zet in de opening had gevonden. Het leverde hem een iets beter eindspel op, waarin hij enthousiast op jacht ging naar meer. Dat deed hij kennelijk op een dusdanig onbeholpen manier dat hij al snel twee pionnen moest inboeten, waarna hij de strijd moest staken.
Niet veel beter ging het eraan toe bij het Apenhoofd, dat tot zijn lichte verbazing tegen Rik Salomons kwam te spelen. In een grijs verleden hadden ze tijdens een schaakfestival op het Max Euwe-plein de degens al gekruist, een confrontatie die voor het Apenhoofd niet heel goed afliep. Zes en een half jaar later deed hij het geen haar beter. Uitgerekend op de 41e zet verknolde hij zijn partij volkomen met een afgrijselijke blunder. Zo kwam BSG 2 met 3-1 achter.
Bijna precies het omgekeerde gebeurde aan het bord ernaast, waar Yme door ambitieus openingsspel in de problemen was geraakt. Tegenstander Stef van Haaren draaide de duimschroeven iedere zet verder aan. Daarbij zette hij echter ook zijn eigen toren op een zijspoor, wat een tactisch grapje mogelijk maakte. Yme haalde een stuk op en scoorde, na nog een remiseaanbod naast zich neer te hebben gelegd, de aansluitingstreffer.
Helemaal wild ging het eraan toe in Timons partij. Timon bekloeg zich er terecht over dat tegenstander Cees Visser in tijdnood stopte met noteren. Dat is sinds de invoering van het Fischer-tempo, waardoor de spelers elke zet een halve minuut bedenktijd erbij krijgen, immers verplicht. De verder waardeloze arbiter hield het maar bij een waarschuwing. De berisping leek psychisch door te werken bij de arme witspeler, die steeds verder in de verdedigende tunnel terechtkwam en zich met een kwaliteit meer gelaten liet afslachten. Het stond in ieder geval weer gelijk: 3-3.
Als laatste waren de oudjes nog bezig. Tom had een prettige positionele plus, Theo had een lopereindspel met een pluspion. Tegenstander Martijn Miedema bleef hem maar oneerbare voorstellen doen, maar nadat de afwikkeling tot een pionneneindspel niet tot een beslissende oppositie had geleid, moest Theo toch met een halfje genoegen nemen. Zodoende moest Tom de klus voor het team klaren. Hij rukte vrolijk met zijn door de koning gesteunde b-pion op. Tegenstander Albert Riemens verweerde zich kranig, maar had zo weinig bewegingsruimte dat hij de verdediging onmogelijk kon organiseren. Na een lange zit (die nog langer werd doordat de klok plotseling uitviel en de arbiter geen flauw idee had hoe hij de klok opnieuw moest instellen) scoorde Tom het beslissende punt.
Het behoeft geen betoog dat de sfeer na de vijfde overwinning op rij uitgelaten was. Tweede klasse, here we come! Slechts een enkeling likte zijn wonden. De lange schaakdag werd afgesloten bij een Turkse Italiaan in de buurt, waar het goede nieuws doorkwam dat BSG 1 met maar liefst 7-3 van het niet misselijke HMC had gewonnen. Door de zege neemt het tiental duidelijk afstand van de rode streep, waardoor het de toekomst weer met vertrouwen tegemoet kan zien.
Caïssa 3 (2025) – BSG 2 (2058) 3½-4½
1. R Salomons (2038) – J de Groote (2202) 1-0
2. S van Haaren (2050) – Y Brantjes (2056) 0-1
3. J van Ommeren (1988) – F Borm (2143) ½-½
4. G Ballon (2106) – R Brouwer (2028) ½-½
5. M Bottema (2099) – C van der Heijden (2072) 1-0
6. C Visser (2006) – T Brouwer (1989) 0-1
7. A Riemens (1943) – T de Ruiter (1978) 0-1
8. M Miedema (1971) – T Slisser (1992) ½-½