Formule 1-rapport 2011

Van taxichauffeur tot wereldkampioen
2011 was een bijzonder jaar voor de Formule 1: er kwam een nieuwe bandenleverancier en er werd een hulpmiddel geïntroduceerd dat inhalen moest bevorderen: DRS. Dit zorgde voor meer inhaalacties en, in het begin van het seizoen, voor meer spektakel. Ook werd het kaf van het koren gescheiden: sommige gerenommeerde coureurs kunnen volgend jaar aan het werk als taxichauffeur, terwijl anderen voorbeeldig profiteerden van de nieuwe kansen.

Hieronder het overzicht, gebaseerd op mijn eigen raceverslagen.

27. Rubens Barrichello
Arme Barrichello. Hij neemt afscheid van de Formule 1 in zijn slechtste jaar van zijn carrière. Het is eigenlijk onvoorstelbaar dat deze coureur, die twee jaar geleden nog een gooi deed naar de wereldtitel, zo ver is weggezakt. Dat lag voor een groot deel aan zijn erg matige Williams, die zelden goed was voor WK-punten, maar Barrichello liet ook niet bepaald blijken een meerwaarde te zijn voor zijn team. Zijn vele aanrijdingen getuigden niet meteen van een enorme berg ervaring, hoewel hij dat met meer dan 300 GP-starts natuurlijk wel heeft. Ondertussen staat de nieuwe generatie te popelen om een racestuur in handen te krijgen. Barrichello heeft zijn kansen gehad.

26. Mark Webber
Een inkoppertje, want als iemand door het ijs zakte in 2011, dan was het Webber wel. Waar iedereen weer een gevecht verwachtte tussen de twee Red Bull-rijders, kwam dat er eigenlijk nooit. Webber was al vanaf het begin geen partij voor zijn teammaat. Hij had het hele seizoen moeite met de overstap naar de Pirelli-banden. In de kwalificaties was hij vaak net wat trager dan Fattle, waardoor hij zich vaak terugvond tussen de McLarens en de Ferrari’s. In de races had Webber vaak problemen om bij de start van zijn plek te komen en anders gooide een hoge bandenslijtage wel roet in het eten. Waar Fattle al vier races voor het einde kampioen werd, werd Webber met de grootste moeite derde, tussen de McLaren van Button en de Ferrari van Alonso.

25. Michael Schumacher
De lage klassering van Schumacher doet misschien een beetje gek aan, want hij was in 2011 toch zo lekker op dreef geraakt? Vergeet niet dat we het hier hebben over een zevenvoudig wereldkampioen en niet over een of andere debutant. Schumacher deed het zeker beter dan in zijn dramatische eerste seizoen bij Mercedes. Helaas leken de inspanningen bij Mercedes om de veteraan beter uit de verf te laten komen, een negatieve impact te hebben op Rosberg, die desondanks in de kwalificaties de snellere was en meer punten vergaarde. Schumacher viel in 2011 dan ook vooral op door de vele botsingen waar hij bij betrokken was.

24. Lewis Hamilton
Hamilton had ontegenzeggelijk zijn slechtste seizoen uit zijn komeetachtige carrière. In het begin van het seizoen zag het er nog mooi uit: hij was de enige die de ongenaakbare Fattle nog een beetje kon bedreigen. Helaas ging hij daarna vooral het gevecht aan met de wedstrijdleiding en anders wel met Felipe Massa. Fattle werd er met de race vrolijker door. Hoewel hij soms briljante dingen presteerde, deed hij soms ook meer fout dan voor mogelijk werd gehouden. Pas tegen het eind van het seizoen wist Hamilton de negatieve spiraal te doorbreken. Zelfs de strijdbijl met Massa werd begraven, maar het leed was al geleden: Hamilton finishte als vijfde in het kampioenschap, ver achter teamgenootje Button.

23. Karun Chandhok
Mocht van geluk spreken dat hij niet vaker hoefde in te vallen, want in één race maakte hij al genoeg fouten om een heel seizoen mee te vullen. Kon zijn gebrek aan talent ook geregeld in de vrije trainingen etaleren, waar Jarno Trulli dan weer de dupe van werd. Werd volkomen terecht door Lotus aan de kant gehouden tijdens zijn thuis-GP in India. Aan aardige rijders heeft Lotus niks. Ik kan me niet voorstellen dat ze geen betere Indiase taxichauffeur konden vinden.

22. Jerome d’Ambrosio
Een jaar lang reed er een Belg in de Formule 1. Volgend jaar waarschijnlijk niet meer. De vraag is of onze zuiderburen er echt rouwig om moeten zijn, want met zijn kansloze Virgin kon Jerommeke weinig uitrichten. Positieve uitschieters kende het team niet, negatieve uitschieters des te meer. Jerommeke viel dit jaar eigenlijk alleen op toen hij zijn bolide in de pits achterstevoren zette, wat slecht voor de beeldvorming was.

21. Nick Heidfeld
Ook aan Heidfelds Formule 1-carrière is een einde gekomen. Kon in het begin van het seizoen nog pronken met een podiumplaats, maar daarna zakte de Renault met de week verder weg op de startopstelling. In het geval van Heidfeld betekende dat dat hij al gauw in de buurt stond van de Loti. Desondanks scoorde hij een flinke schep punten, maar het was niet genoeg om zijn zitje te behouden.

20. Jaime Alguersuari
In het begin van het jaar had Toro Rosso de Pirelli-banden het slechtst van alle teams weten te doorgronden. Het gevolg: goede startposities werden in no-time omgezet in kansloze posities in de race. Gedurende het seizoen kreeg Alguersuari de banden steeds beter onder de knie. Steeds vaker offerde hij de kwalificatie op, om dan in de slangenkuil van de achterhoede op te rukken. Wel bleef hij wat onstuimig, wat resulteerde in veel botsingen en crashes, wat hem terugwierp in dit overzicht. In ieder geval was 2011 een geslaagd leerjaar voor de jonge Spanjaard. Als Pirelli volgend jaar nog zachtere banden meeneemt, dan zit Alguersuari gebakken.

19. Narain Karthikeyan
Ook weer zo’n trááááge coureur uit India. Zoals Cruijff zei tegen Edgar D., zo zou ik zeggen: hij zat hier alleen maar omdat ‘ie Indiër is. Werd halverwege het seizoen vervangen door Ricciardo.

18. Vitantonio Liuzzi
Ook Liuzzi viel maar één keer op dit seizoen, namelijk toen hij bij de start de macht over het stuur verloor en Rosberg en Petrov uit de race beukte. Oh, wat zullen die blij zijn geweest dat het team van HRT nog steeds meedoet. In de overige races speelde hij een marginale rol, maar het was kennelijk wel genoeg om Virgin voor te blijven in het constructeurskampioenschap.

17. Felipe Massa
Ook in 2011 lieten de prestaties van Felipe Massa veel te wensen over. Daar waren honderden redenen voor, variërend van verprutste pitstops, tot aanvaringen met Lewis Hamilton. Blijkbaar voerde Massa de teamorders om Hamiltons race te verwoesten wat al te goed op. Het kan niet anders dat de Ferrari van 2012 competitiever is dan dat hok van dit jaar, maar dan zal Massa ook wel moeten presteren, anders is zijn plaatsje zo vergeven.

16. Bruno Senna
Als invaller van Heidfeld liet hij zo nu en dan goede dingen zien, geholpen door de grillen van zijn bolide, die op de hogesnelheidcircuits redelijk snel was, maar totaal niet uit de voeten kon op de trage circuits. Deed het niet slecht, al heeft hij nog een hoop te leren.

15. Sebastien Buemi
Buemi was het snelst van de twee Toro Rosso-coureurs aan de nieuwe banden gewend. Toen zijn teammaatje de banden ook onder de knie kreeg, kreeg die zelfs de overhand. Buemi had vooral pech dat hij in het eind van het jaar vaak door zijn wagen in de steek werd gelaten, waardoor hij uiteindelijk nog ver achter zijn teammaat in het kampioenschap eindigde, wat zijn positie verder onder druk zette. Zonde, want zowel hij als Alguersuari had het plekje van Webber verdiend.

14. Jarno Trulli
Trulli reed vrij kleurloos rond dit seizoen. Het zat hem allemaal ook niet mee, zeurde een half jaar over de stuurbekrachtiging en in de races kruisten geregeld andere deelnemers zijn pad. Daarnaast waste teamgenootje Kovalainen hem de oren. Tijd om met pensioen te gaan?

13. Timo Glock
Kleurloos. Zat ook weer een jaar te vergooien in een kansloze auto. Hopelijk bakt Virgin een betere auto voor 2012, want nu wist Glock buiten de schijnwerpers te blijven.

12. Daniel Ricciardo
Viel in voor Karthikeyan. Was soms verrassend goed. Helaas was het slechts gerommel in de marge.

11. Nico Rosberg
Het moet een frustrerend jaar zijn geweest voor Rosberg. In 2010 veegde hij de vloer aan met Schumacher, in 2011 kreeg hij meer tegenstand. Prompt werd de zevenvoudig wereldkampioen door iedereen opgehemeld, terwijl Rosbergs eerdere prestaties langzaam naar de achtergrond werden verdrongen. Rosberg begon het seizoen nog erg goed, maar ook dit jaar wist Mercedes geen winnende auto te maken. Geregeld eindigden de grijze machines op een ronde achter de winnaar. De podiumplaatsen bleven ook nu weer buiten bereik. Kortom: een teleurstellend en succesarm jaar voor Rosberg, die vorig jaar nog de wereld aan zijn voeten had.

10. Vitali Petrov
In zijn tweede jaar in de Formule 1 groeide Petrov uit tot een vrij solide coureur. Helaas stelde zijn auto gedurende het seizoen steeds meer teleur. De eerste race was al meteen het hoogtepunt van het seizoen. Desondanks sloot hij het kampioenschap nog af als tiende. De tiende plaats in dit overzicht is daarmee wel verdiend.

9. Paul di Resta
Het is geen lachebekje, maar met zijn rechtervoet is niets mis: Paul di Resta is een van de betere debutanten. Vooral in het begin van het jaar maakte hij indruk door teamgenootje Sutil keer op keer de oren te wassen, hoewel die al vier jaar bij het team zat. De echte beginnersfouten maakte hij pas later in het seizoen, toen hij werd overvleugeld door Sutil. Door een sterk seizoenseinde wist hij met Force India wel knap de zesde plaats in het constucteurskampioenschap te behalen.

8. Adrian Sutil
Adrian Sutil moest in het begin van het seizoen flink slikken: teamgenootje Di Resta was in de eerste races gewoon de snellere. Sutil herpakte zich in de kwalificatie en in de races was hij doorgaans wat slimmer. Ook Sutil profiteerde in de slotfase van het seizoen van een steeds beter wordende auto, waarmee hij geregeld in de punten wist te rijden.

7. Heikki Kovalainen
Als enige achterhoedecoureur wist Kovalainen zich positief te onderscheiden. Het hele jaar had hij zijn teamgenoot onder de duim, of die nou naar de naam “Jarno” luisterde, of Chandhok van achteren heette. Als de middenmoters problemen hadden, dan stond Kovalainen vooraan in de rij om ze een pak slaag te geven. Af en toe kwam hij dan in “Q2” van de kwalificatie, of wist hij een Williams of een Renault achter zich te houden. De overstap naar het matige Lotusteam is het beste wat hem ooit is overkomen.

6. Sergio Pérez
Een pitstop. Pirelli begreep er helemaal niks van. Pérez wisselde in de openingsrace maar één keer van banden en desondanks wist hij gewoon stevig in de punten te rijden. Nou ja, totdat bleek dat de auto niet aan de reglementen voldeed… Zo bleef Pérez eigenlijk het hele jaar verbazen, want waar Kobayashi langzaam maar zeker wegzakte, bleef Pérez constant presteren. Je zou niet zeggen dat hij een debutant was.

5. Pastor Maldonado
Olav Mol wist het zeker: die Maldonado kon er niks van. Had iets te veel geld meegenomen en had iets te weinig talent. Moest Williams het daar nou van hebben? Moest een talentvolle rijder als Nico Hülkenberg zijn plaats afstaan aan dit figuur? Gelukkig reageerde Maldonado op de baan. Hoewel zijn bolide niet veel soeps was, verraste hij vaak in de kwalificatie. Jammer genoeg leverden die inspanningen in de race maar één punt op, maar dat hij een potje kan sturen, dat staat vast.

4. Kamui Kobayashi
In het begin van het jaar had Sauber het best door hoe je de Pirelli-banden het best wist te conserveren. Hiervan wist Kobayashi veelvuldig te profiteren. In de eerste zeven races van het seizoen kwam hij in de punten, geen slecht resultaat in een middelmatige auto als de Sauber. Daarna begon Sauber terug te zakken op de grid en werkte de conservatieve bandenstrategieën eerder averechts, waardoor hij vaak buiten de punten bleef. Door in de laatste twee races weer te scoren, overhandigde hij zijn team alsnog de zevende plaats in het constructeurskampioenschap.

3. Jenson Button
Het was een moedige stap die Button in 2009 maakte door naar McLaren te verhuizen. Twee jaar later kunnen we wel vaststellen dat Button zich prima heeft geweerd tegenover Hamilton. Anders dan Alonso en Kovalainen, Hamiltons eerdere teamgenoten, laat hij zich niet gek maken. Inmiddels lijkt het er meer op dat Hamilton juist de confrontatie aan het verliezen is. Verder was Button geholpen door de snel slijtende Pirelli-banden. Opmerkelijk was dan ook dat hij vooral toesloeg in de regenraces. Tegen Vettel kon hij niet op, maar hij was wel het langst in de titelrace, om uiteindelijk knap tweede te worden in het kampioenschap.

2. Fernando Alonso
Het is lastig in te schatten hoe slecht de Ferrari in 2011 was. Wel was duidelijk dat Alonso er veel meer uit wist te halen dan zijn teamgenootje. In de kwalificatie kwamen de rode bolides tekort op de Red Bulls en de McLarens, in de race ging het doorgaans beter, waardoor Alonso nog geregeld mee kon doen om het podium. Vaak slaagde hij er bij de start al in (een deel van) de schade uit de kwalificatie ongedaan te maken, zoals bijvoorbeeld in zijn thuisrace in Spanje. Dat hij in de wisselende omstandigheden in Groot-Brittannië zelfs overtuigend wist te winnen, was een klein wonder.

1. Sebastian Vettel
De wereldkampioen hoort natuurlijk op de eerste plaats in dit overzicht. Kwam zijn wereldtitel vorig jaar nog onverwachts, in 2011 was er al na een paar races geen twijfel meer over mogelijk: Vettel zou met overmacht kampioen worden. Zo ging het dan ook. Met chirurgische precisie liet hij zijn bolide over het circuit rijden. Vijftien keer was hij de snelste op zaterdag. Op zondag reed hij dan beheerst en foutloos (!) naar de zege, en was hij steeds net buiten het bereik van zijn tegenstrevers. Het zag er zo makkelijk uit, dat de concurrentie er moedeloos van werd. En anders Mark Webber wel. Die worstelde het hele jaar en moest achter de rug van zijn teammaat met de McLarens en Ferrari’s vechten. De wereldtitel komt dan ook voor het grootste gedeelte op het conto van Vettel, hoewel de Red Bull natuurlijk wel een erg fijne auto had. Dit jaar was weer een duidelijk voorbeeld wat er gebeurt als je de beste rijder in de beste wagen propt. Voor de Formule 1 is te hopen dat McLaren en Ferrari volgend jaar een wat betere bolide hebben ontwikkeld.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *