Formule 1-rapport 2015

2015 zal niet de boeken in gaan als het leukste Formule 1-seizoen ooit. Verre van. Al drie jaar op rij wordt de sport gedomineerd door één team (Red Bull in 2013 en Mercedes in 2014 en 2015) en zo’n lange periode is nooit eerder in de sport voorgekomen. Ook van een spannende titelstrijd was geen sprake: al sinds 2008 zijn alleen de kampioenschappen in de even jaren tot de laatste race spannend gebleven. Dit jaar was Hamilton al drie races voor het einde kampioen.

Met het spektakel in de races was het ook droevig gesteld. Hoewel iedereen verwachtte dat de andere teams het gat naar Mercedes zouden dichten, heeft alleen Ferrari dat gedaan. Net als Red Bull in 2014 kaapten de Italianen drie zeges voor de neus van Mercedes weg, maar tot heel veel meer waren ze niet in staat. Tel daarbij op dat Hamilton Rosberg het grootste gedeelte van het seizoen in zijn zak had en je begrijpt dat er vooraan ook weinig gebeurde.

De overige teams hadden helemaal weinig in de melk te brokkelen. Williams was volkomen kleurloos en de Renault-motoren waren dit jaar nog slechter dan vorig jaar, wat vooral bij het team van Red Bull kwaad bloed zette. De Oostenrijkers klopten tevergeefs aan bij de rivalen Mercedes en Ferrari, maar moesten uiteindelijk met hangende pootjes terug naar de Franse motorleverancier. Een nog triester verhaal was de Honda-motor waarmee McLaren hoopte het verloren gegane terrein goed te maken. Het was geen succes en dus kende Britse team het slechtste jaar in hele lange tijd. De middenmoters als Force India en Lotus zaten diep in de financiële problemen en waren het hele seizoen meer bezig met overleven dan met het ontwikkelen van de auto. En tot slot was er nog het team van Manor dat lichtjaren achter de rest aan bleef hobbelen. Het gevolg was dat de posities vaak al snel in de race vastlagen. De banden zorgden nauwelijks voor problemen en de coureurs klaagden om het hardst dat inhalen, zelfs met DRS, nagenoeg onmogelijk was. 2015 was een buitengewoon voorspelbaar en saai jaar. Was het dan echt alleen maar ellende? Gelukkig niet! Dankzij de spectaculaire optredens van Max Verstappen viel er zo nu en dan toch weer wat te genieten. In zijn eentje zorgde de debutant voor het leeuwendeel van de memorabele gebeurtenissen en daar mogen Nederland en België heel trots op zijn.

Mercedes (kampioen met 703 punten)
Met 16 zeges uit 19 races deed Mercedes aan vormbehoud. Sterker nog: het team scoorde dankzij de verbeterde betrouwbaarheid zelfs twee punten meer dan vorig jaar, ondanks dat er dit jaar 43 punten minder voor het oprapen lagen. Vooraf het seizoen had niemand dat verwacht, want na de ingrijpende reglementsveranderingen van vorig jaar zou de concurrentie toch wel langzaam dichterbij komen? Niet dus. Daarom is het ook jammer dat de onderlinge strijd tussen de Mercedes-coureurs niet wilde ontbranden (alleen in Amerika gingen ze elkaar voorbij) en daar zijn de uniforme racestrategieën debet aan. Waarom toch?
9

Lewis Hamilton (Luis) (wereldkampioen met 381 punten)
Het grootste gedeelte van het seizoen was Hamilton onaantastbaar: met elf poles uit de eerste twaalf races liet hij er geen twijfel over bestaan wie de snelste Mercedes-coureur was. Met zijn overwicht in de kwalificaties legde Hamilton de basis voor zijn derde wereldtitel, want in de races wist Rosberg hem eigenlijk nooit te verontrusten. Met een grote voorsprong verliet Hamilton Europa, maar daarna kwam de klad erin. Had het met de bandenspanning te maken, of liet Hamilton de teugels vieren toen de titel hem bijna niet meer kon ontgaan? Professioneel kwam het niet over, maar voor deze keer zie ik het door de vingers.
9

Nico Rosberg (2e met 322 punten)
Vorig jaar waren de races Rosbergs zwakke punt, dit jaar de kwalificaties. Doordat Rosberg de slag op zaterdag steeds verloor, kwam hij er op zondag vaak niet aan te pas. Terwijl hij de Ferrari’s in zijn spiegel in de gaten moest houden, moest hij in Hamiltons zog ook aan de remtemperaturen en de banden denken, waardoor het nooit van een inhaalactie kwam. Door een flinke portie pech zag Rosberg na de zomerstop zijn laatste restje hoop op de wereldtitel vervliegen. Er leek een last van zijn schouders te zijn gevallen en in de laatste races was Rosberg Hamilton steevast te snel af. De roep om hem door een jong talent te vervangen is verstomd en Rosberg staat voor 2016 mentaal op poleposition.
8

Ferrari (2e met 438 punten)
Met drie zeges deed Ferrari wat Red Bull vorig jaar deed: de kruimels opvreten die Mercedes liet liggen. Tot heel veel meer was Ferrari niet in staat, maar met de keurige tweede plaats heeft Ferrari ten opzichte van 2014 een megasprong gemaakt. Vooral op motorisch vlak heeft Ferrari een sprong gemaakt: het gat naar Mercedes lijkt bijna te zijn gedicht. Op aerodynamisch vlak loopt Ferrari nog wel behoorlijk achter en het lijkt erop de rode bolides gedurende het seizoen ook hun bandenslijtagevoordeel ten opzichte van Mercedes zijn kwijtgeraakt. Het betekende dat Ferrari na de overtuigende zege in de straten van Singapore nauwelijks meer een bedreiging voor Mercedes is geweest.
8

Sebastian Vettel (Fattle) (3e met 278 punten)
2014 was dus een incident, want in 2015 was Vettel weer echt de man die tussen 2010 en 2013 vier jaar lang het veld declasseerde, hoewel hij dit jaar slechts de uitdager van de Mercedes was, zoals Schumacher in de jaren 90 de uitdager van de oppermachtige Williams’ of McLarens was. Vettel was ontspannen, reed teamgenoot Räikkönen zoek, won drie races en had zelfs nog even de tweede plaats in het rijderskampioenschap in handen. Dat hadden waarschijnlijk maar weinig mensen voorspeld nadat Ricciardo hem vorig jaar flink de oren had gewassen.
9

Kimi Räikkönen (4e met 150 punten)
Met 150 punten ten opzichte van de 55 van vorig jaar toont Räikkönen aan welke sprong Ferrari dit jaar heeft gemaakt. Toch werd Räikkönen voor het tweede jaar op rij door een wereldkampioen als teammaat verpulverd. Dat de van Red Bull overgekomen Vettel hem in de kwalificaties meestal de baas was bijna twee keer zo veel punten scoorde, doet Räikkönens reputatie geen goed. De Ferrari was goed genoeg om bijna in elke race op zijn minst een vierde plaats te scoren, maar al te vaak was Räikkönen zelfs daartoe niet in staat. Soms door pech (Räikkönen viel twee keer buiten zijn schuld uit), maar vaak ook door onkunde in de vorm van spins en botsingen. Dat Bottas de vierde plaats in het kampioenschap lange tijd in handen had, pleit niet voor hem.
4

Williams-Mercedes (3e met 257 punten)
Net als in 2014 is Williams derde geworden. Toch zal de kleine Britse renstal er niet al te enthousiast de champagne voor ontkurken, want waar de witte bolides vorig jaar de ene na de andere podiumplaats behaalden en het de Mercedes heel lastig maakten, was daar in 2015 helemaal niks meer van te zien. Het was aan de wanprestatie van Renault te danken dat Red Bull dit jaar werd verslagen, want naast Mercedes was ook Ferrari dit jaar te sterk voor Williams. Een te conservatief ontwerp was er debet aan, want net als vorig jaar vraten de Williams’ hun banden sneller op dan de concurrentie en waren ze in de regen onherkenbaar. Voor 2016 moet Williams dringend uit een ander vaatje tappen.
7

Valtteri Bottas (5e met 136 punten)
Vier podiumplaatsen en 50 punten minder dan vorig jaar: erg tevreden zal Bottas niet zijn over zijn seizoen. Waar hij teamgenoot Massa vorig jaar met gemak versloeg, zaten er dit jaar maar 15 punten tussen de Williams-coureurs. De cijfers bedriegen hierbij wel een beetje, want Bottas verloor door pech de nodige punten, zoals in België, waar zijn team een verkeerde band monteerde en in Rusland, waar Räikkönen hem in de laatste ronde van de baan kegelde. Daarnaast moest hij de eerste race nog door rugklachten laten schieten. Bottas’ seizoen was dus beter dan het leek, maar niet echt sprankelend.
7

Felipe Massa (6e met 121 punten)
Als er bij de laatste race van 2014 geen dubbele punten waren toegekend, dan had Massa dit jaar meer punten gescoord dan vorig jaar. En dat met een auto die ontegenzeggelijk minder goed was. Het verschil was dat Massa dit jaar bij heel wat minder ongevallen betrokken was. Goed, de start in Amerika was een smetje, maar de raceongelukken in Singapore en Japan waren niet echt zijn fout. Al met al verspeelde Massa weinig punten met botsingen. Wel werd Massa in de kwalificatie door Bottas geklopt en bleef hij in de races vaak erg lang in de middenmoot steken, zijn sterke Mercedes-motor ten spijt.
6

Red Bull-Renault (4e met 187 punten)
Een misverstand? Of een gemene valstrik? Hoe dan ook, Red Bull tuinde er met open ogen in. In de veronderstelling een motorendeal met Mercedes te hebben, stuurden de Oostenrijkers het op een breuk aan met Renault. Nou hadden ze ook wel een punt: de Renault-motor was nog slechter dan die van vorig jaar, waardoor de wereldkampioenen van 2010 tot en met 2013 helemaal niet meer in het stuk voorkwamen. Net nadat de breuk met Renault definitief leek, meldde Mercedes doodleuk dat ze Red Bull helemaal niet van motoren gingen voorzien. Ferrari had er ook geen trek in om motoren aan de grote rivaal te leveren. Puur om te jennen bood Honda Red Bull zelfs hun diensten aan, voordat ze door Ron Dennis werden teruggefloten. Dus moest Red Bull maar met hangende pootjes terug naar Renault, dat aankondigde dat Red Bull ook nog eens extra voor de motoren moest betalen. Al met al een vernederend en succesarm jaar voor Red Bull dat er, op een opleving in de zomer na, nauwelijks aan te pas kwam.
6

Daniïel Kwjat (7e met 95 punten)
Hoewel hij de uitstraling heeft van een dooie vis, is er met zijn rechtervoet weinig mis. Dat bewees Kwjat wel door het duel van de Dany’s te winnen. De Rus had een beetje meer mazzel met de betrouwbaarheid van zijn Red Bull, maar dat hij Ricciardo versloeg, die op zijn beurt Vettel versloeg, zal hem heel goed hebben gedaan. Hoewel Red Bull zijn slechtste seizoen in lange tijd meemaakte, maakte Kwjat een solide indruk en bewees dat het wel snor zit met het talentenprogramma van Red Bull.
7

Daniel Ricciardo (8e met 92 punten)
Na zijn fantastische derde plaats in 2014 was 2015 een stapje terug voor de vrolijke Australiër, die dit jaar in Hongarije en Singapore op het podium stond. In Hongarije profiteerde hij van een offday van Mercedes en de (ook door hemzelf veroorzaakte) chaos, terwijl hij in de straten van Singapore profiteerde van een offday van Mercedes en het superieure Red Bull-chassis. “He got lucky, didn’t he?”, riep hij na afloop over zijn ex-teammaat, die hij dankzij de twee ongelukkig getimede safetycarfases niet meer te pakken kon krijgen. Op de snellere circuits kwamen de Red Bulls er niet echt aan te pas en was Ricciardo vooral veldvulling.
7

Force India-Mercedes (5e met 136 punten)
De titel voor het meest verbeterde team gedurende het seizoen gaat zonder twijfel naar Force India. Het voormalige team van Spyker kende met de B-spec een spectaculaire tweede seizoenshelft, waarin het de aanval op de voor het team zo bijzondere vijfde plek in het kampioenschap afsloeg. Hoewel Force India in 2014 19 punten meer scoorde dan dit seizoen, eindigde het financieel geplaagde team dit seizoen voor het eerst in de top 5. Als Force India de lijn van dit seizoen door kan trekken, mogen Williams en Red Bull hun borst alvast natmaken.
8

Sergio Pérez (Chicko) (9e met 78 punten)
De man van de tweede seizoenshelft, waarin hij vijf keer zo veel punten pakte als in de eerste seizoenshelft. Hoewel Pérez over één ronde vaak wat trager is dan Hülkenberg, compenseert de Mexicaan dat weer met uitmuntende races. Foutloze optredens kenmerkten Pérez’ seizoen en dat was ook het verschil met vorig seizoen, toen hij bij menig incident was betrokken. Het podium in Rusland maakte het feest compleet.
8

Nico Hülkenberg (10e met 58 punten)
Dankzij pech, botsingen en een slechte timing van zijn goede momenten is Hülkenberg door Pérez verslagen. Waar Hülkenberg in de eerste seizoenshelft beter, of effectiever was, was Pérez in de veel lucratievere tweede seizoenshelft beter. Botsingen in Singapore en Amerika (waar hij achteraf gezien weinig aan kon doen) kostten hem punten, net als het technische defect in België, maar Hülkenbergs grootste teleurstelling moet Rusland geweest zijn, waar hij voor Pérez was gestart, maar al in de eerste bocht dwars ging en uit de race werd gereden. Na 96 races is Hülkenberg nog steeds zonder podium.
7

Lotus-Mercedes (6e met 78 punten)
Financieel was het een roerig jaartje voor Lotus. Halverwege het seizoen was het voormalige team van Renault platzak en dus wilde het heel graag weer door de Franse fabrikant overgenomen worden. Of dat gaat gebeuren is niet bekend, maar het is wel hard nodig, want gedurende het seizoen was er geen geld om de auto verder te ontwikkelen. Het gevolg was dat Lotus overtuigend het slechtste Mercedes-team werd en dat biedt weinig hoop voor de toekomst, als het team weer met die krachteloze Renault-motoren moet rijden.
5

Romain Grosjean (First Lap Nutcase) (11e met 51 punten)
Het indrukwekkendst aan Grosjeans seizoen was de manier waarop hij teamgenoot Maldonado in de kwalificatie helemaal scheel tikte. Ook in de races was Grosjean op dreef, want mede dankzij een podiumplaats in België scoorde hij het leeuwendeel van de punten voor Lotus. Het hadden er nog meer kunnen zijn als de auto wat betrouwbaarder was geweest of als Grosjean zelf wat minder fouten had gemaakt: in Rusland zette hij zijn wagen krachtig tegen de muur, terwijl hij zowel in Engeland en Italië bij de start zijn teamgenoot tegenkwam.
7

Pastor Maldonado (Pastoor) (14e met 27 punten)
Hoewel hij er in de kwalificatie totaal niet aan te pas kwam, was Maldonado in de races beter dan de cijfertjes deden vermoeden. Hoewel hij zo nu en dan de architect van zijn eigen ongeluk was, zoals in België, waarin hij zijn auto beschadigde toen hij te vol over een curbstone ging, kon hij vaak niks aan zijn uitvalbeurten doen. Drie keer gaven de remmen voortijdig de geest en vier keer was hij bij de start net op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Zou startnummer 13 dan toch echt ongeluk brengen?
5

Toro Rosso-Renault (7e met 67 punten)
Dankzij de zwakke Renault-motor kwam het enorme potentieel van de Toro Rosso er eigenlijk geen moment echt uit. Op de rechte stukken werden de paarsblauwe bolides om de oren gereden door de Ferrari’s en de klantenteams van Mercedes. Maar dat was niet het hele verhaal: ook op operationeel gebied liet het team zo nu en dan flinke steken vallen. Maar al te vaak verloren de Toro Rosso’s plekken via de pitstops, soms doordat de bandenwissels slecht werden uitgevoerd, maar meestal doordat de stops slecht waren getimed. Dat zelfs de zesde plaats bij de constructeurs te hoog gegrepen was, moet een bittere teleurstelling zijn geweest voor Franz Tost en de zijnen, maar hopelijk is dat snel vergeten als het team het volgend met de Ferrari-motoren een stuk beter doet.
8

Max Verstappen (Max) (12e met 49 punten)
Het is dat Max dit jaar meedeed, anders was het Formule 1-seizoen het aanzien echt niet waard geweest. Met inventieve inhaalmanoeuvres zette de tiener zichzelf op de kaart. Doordat hij niet de luxe had van een krachtige motor, moest Max voor iedere inhaalactie keihard werken. Vaak moest hij toeslaan op plekken waar zijn rivalen het niet verwachtten, bijvoorbeeld buitenom in een snelle bocht. In dat opzicht was Toro Rosso een prima leerschool. Ondanks de risico’s die hij nam, eindigden zijn acties maar zelden in tranen. Met tien puntenfinishes snoerde Max al zijn criticasters de mond. Sterker nog: hij wordt al een potentiële wereldkampioen genoemd. Niet slecht voor iemand die pas 18 is.
8

Carlos Sainz (Science) (15e met 18 punten)
Hoewel Sainz in de kwalificatie vaker de betere was, liet hij in de races lang niet zoveel zien als zijn teamgenoot. De snelheid zat er vaak niet zo in, de inhaalmanoeuvres zagen er wat minder gelikt uit en tot overmaat van ramp liet de betrouwbaarheid hem danig in de steek. Door vier uitvalbeurten op rij verloor Sainz het momentum en de aansluiting met Max. Uiteindelijk bleef Sainz met maar 18 punten toch wel erg ver achter.
6

Sauber-Ferrari (8e met 36 punten)
Na een erg fortuinlijke seizoenstart kwam Sauber er in de tweede seizoenshelft nauwelijks meer aan te pas. Punten waren vaak al te hoog gegrepen voor de geel-blauwe bolides. Net als vorig jaar speelde het rijdersduo weinig klaar, maar wat wil je ook met twee paydrivers? Desondanks scoorde het team 36 punten meer dan vorig seizoen, maar als de trend van dit seizoen indicatief is voor de toekomst, dan gaat Sauber barre tijden tegemoet.
5

Felipe Nasr (13e met 27 punten)
Echt heel slecht heeft Nasr het dit jaar niet gedaan, want met zijn 27 punten scoorde hij drie kwart van de punten van Sauber. Maar er is ook niemand die teamgenoot Ericsson als een supertalent zal omschrijven. Hoewel Nasr halverwege het seizoen een mindere fase kende, was hij redelijk attent bij de demolition derby’s in Rusland en Amerika, waardoor hij nog een paar belangrijke punten scoorde.
7

Marcus Ericsson (18e met 9 punten)
Hoewel hij Nasr in de kwalificatie geregeld de baas was, was Ericsson in de races vaak de mindere. Het grootste gedeelte van het seizoen reed hij in de staart van de middenmoot rond en daarmee was Ericsson de grootste grijze muis van het seizoen.
5

McLaren-Honda (9e met 27 punten)
Elk woord dat over de hernieuwde samenwerking van McLaren en Honda geschreven wordt, is er een te veel. De Japanse powerunit schoot op alle vlakken ernstig te kort en dus beleefde McLaren zijn slechtste seizoen sinds 1980. McLaren nam een risico en moet nu met de consequenties verder zien te leven.
1

Jenson Button (16e met 16 punten)
Alsof hij zich het hele seizoen tegen straaljagers moest verdedigen, zo voelde 2015 voor Button. Aan het eind van de lange rechte stukken waren de McHonda’s zo ongelooflijk traag dat iedereen ze met een noodgang voorbij kwam scheuren. Moedeloos werd Button ervan dat hij constant op de rechte stukken met boter en suiker werd ingemaakt. Door een bekeken zesde plek in Amerika versloeg Button Alonso in het kampioenschap en dat was wel een applausje waard.
7

Fernando Alonso (17e met 11 punten)
“Weinig bijzonder” vond Alonso zijn prestaties in 2015. Hoewel hij zijn best deed om positief te blijven, kwamen de frustraties er tegen het eind van het seizoen wel uit. In Japan wist hij de technici van Honda tot op het bot te beledigen door de powerunit een GP2-motor te noemen. Na afloop van het seizoen kwam er een gerucht de wereld in dat Alonso er volgend jaar eventueel een jaartje tussenuit zou knijpen, wat door Alonso niet direct met klem ontkend werd. Geef hem eens ongelijk. Net als in 2007 bracht het huwelijk tussen Alonso en McLaren alleen maar ellende.
6

Manor-Ferrari (10e met twee 12e plaatsen)
Het was niks, het werd niks en het zal ook niks worden. Het hele seizoen sukkelden de Manors mijlenver achter de rest aan, zodat er eigenlijk maar 18 auto’s meededen.
4

Roberto Merhi (19e met een 12e plaats)
Een beetje triest is het wel: nadat hij meestal het onderspit moest delven ten opzichte van Stevens, bleek debutant Alexander Rossi nog een stuk beter te zijn dan Stevens.
4

Alexander Rossi (20e met een 12e plaats)
Hoewel hij maar vijf races van de partij was, liet Rossi in de korte tijd die hem gegund was er geen misverstand over bestaan wie de beste Manor-coureur was. Indrukwekkend. Of waren Stevens en Merhi echt zo slecht?
7

Will Stevens (21e met een 13e plaats)
Een beetje triest is het wel: toen Rossi het stoeltje van Merhi overnam, was hij al gelijk sneller dan Stevens.
4

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *