Hoewel er geen strijd om de koppositie gevoerd werd, barstte de Grand Prix van Canada van het spektakel. Dat had onder andere met de imposante inhaalrace van Vettel te maken, maar ook met de banden.
Ook in Canada was de bandenslijtage dusdanig laag dat de meeste coureurs maar één keer van banden hoefden te wisselen. Meestal levert dat saaie races op, maar niet dit keer. Dat had vooral te maken met het enorme pitwindow: waar sommige coureurs al vroeg in de race hun banden lieten vervangen, reden anderen veel langer door. Het gevolg was dat snelle coureurs zich vaak achter tragere coureurs terugzagen.
Daarnaast kon er op het Circuit Gilles Villeneuve betrekkelijk goed worden ingehaald. De trage McHonda’s waren de voornaamste slachtoffers. Zowel Alonso als Vandoorne werd in de race vijfmaal om de oren gereden. Inderdaad waren er in Canada meer inhaalacties te bewonderen dan in de afgelopen drie races bij elkaar.
Doordat de bandenslijtage niet erg hoog was, maakte de strategie ook niet heel veel uit. Zo baalde Ocon dat hij teamgenoot Pérez niet voorbij wist te komen, ondanks dat zijn banden meer dan tien ronden nieuwer waren. Er waren dan ook weinig coureurs die veel hoger of lager eindigden dan waar ze op grond van hun snelheid hoorden te rijden.
Volgens de analyse van de rondetijden was Vettel de snelste coureur op de baan. Hamilton, die eenzaam aan kop reed, was volgens de analyse een tiende trager, maar hij hoefde ook nooit het achterste van zijn tong te laten zien. Hij zette aan het eind van de race nog even aan om de snelste ronde neer te zetten; een tijd die Vettel op veel nieuwere banden niet eens wist te verbeteren. Bottas was iets trager dan Hamilton, terwijl Räikkönen en Verstappen voor hun problemen twee tienden op Vettel toegaven.
In de subtop ontliepen Ricciardo, Pérez en Ocon elkaar maar weinig. Ze moesten 3-4 tienden per ronde op Vettel toegeven. Daarna was er een groot gat naar Hülkenberg (+0,7) en de verrassend snelle Stroll (+0,8). Kwjat zat er ook goed bij (+1,0) en had zeker de snelheid om punten te scoren.
De achterhoede begint bij Palmer, Magnussen, Alonso en Grosjean (+1,4) en Ericsson (+1,5). Vandoorne volgde op +1,7 en Wehrlein was afgetekend laatste op +2,4. Al met al waren de snelheidsverschillen in de race gering, net als in Monaco, omdat de aerodynamica niet zo’n grote rol speelt.
De rangorde bij de teams is nu dus:
1. Ferrari
2. Mercedes (+0,1)
3. Red Bull (+0,2)
4. Force India (+0,4)
5. Renault (+0,7)
6. Williams (+0,8)
7. Toro Rosso (+1,0)
8. Haas (+1,4)
9. McLaren (+1,4)
10. Sauber (+1,5)
Over het dilemma van Force India las ik nog een interessant artikel in Autosport. Het team vond dat ze achteraf gezien teamorders hadden moeten geven, zodat Ocon Ricciardo kon bedreigen. Mercedes-strateeg James Vowles had een ander idee: Force India had Pérez nog een keer naar de pits moeten halen:
“If they had boxed Perez they would have come out ahead of Kimi just after he had stopped, and that would have then put them in the situation where they had removed the options for Ferrari,” Vowles suggested.
“Ferrari now have a car that was on 60 laps tyres at the end of the race, a very compromised car. We saw [Romain] Grosjean make it [after stopping on lap one] but it is not the fastest race, and if Vettel boxes he now comes out behind Perez, which is a complicated decision. It leaves Esteban trying to attack Ricciardo for that P3 and if he is not successful, Perez would have caught up again and allowed him the chance to overtake with much fresher tyres. That would have generated a good opportunity for Force India.”