Hoewel hij nog altijd de regerend wereldkampioen is, is zijn nummer-1-positie op de ratinglijst de laatste jaren steeds meer onder druk komen te staan. Na jarenlang de onbetwiste koploper te zijn, moest Magnus Carlsen tijdens de Sinquefield Cup de aanval van zijn directe rivalen afslaan. Hij slaagde met vlag en wimpel.
Het ratingsysteem, dat de relatieve sterkte van schakers in een getal uitdrukt, is niet meer weg te denken uit de schaakwereld. Het systeem heeft een gedegen statistische basis en kan daardoor spelers op een objectieve manier rangschikken. De hoogsteratinghouder mag zichzelf dus als de sterkste speler van het moment zien, hoewel de status als wereldkampioen daar niet mee verbonden is.
Toch zullen Wesley So en Levon Aronian zich tijdens de Sinquefield Cup in Saint Louis gerealiseerd hebben dat de eerste plek op de ratinglijst dichterbij was dan lange tijd het geval was. Hoewel hij pas eind 2013 wereldkampioen werd, voert Magnus Carlsen al sinds 2010 de ratinglijst aan. In zijn kampioensjaar verpulverde hij het ene na het andere ratingrecord. Journalisten kwamen superlatieven tekort om zijn prestaties te kenschetsen. Daarna is de klad erin gekomen en sinds begin 2014 daalt Carlsens rating gestaag. Afgelopen maand bereikte hij zijn laagste rating sinds eind 2011. Desondanks heeft niemand hem nog ingehaald. Het gevolg is dat het achter hem dringen geblazen is:
Voorafgaande aan het toernooi was So de nummer twee op de ratinglijst. De Amerikaanse Filipijn is al een tijdje goed op schot en schreef begin dit jaar Tata Steel op zijn naam. Zou hij Carlsen tijdens het toernooi in kunnen halen? In de onderlinge partij halverwege het toernooi had hij een megaslag kunnen maken. Een overwinning zou het gat op de ratinglijst bijna volledig wegwerken. Geluk met de indeling had hij ook, want Carlsen had de ronde ervoor namelijk van Vachier-Lagrave verloren. So kleunde er vol in en kwam snel goed te staan:
So – Carlsen, Sinquefield Cup 2017 (ronde 5)
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. d4 exd4 4. Pxd4 Lb4+ 5. c3 Le7 5… Lc5 is hier de normale zet. In 2013 won Kramnik er vrij hard mee van Vachier-Lagrave in de barrage van de World Cup: 6. Le3 Lb6 7. Ld3 Pf6 8. O-O O-O 9. Pxc6 bxc6 10. e5 Nd5 11. Ld2 d6 12. c4 Pe7 13. Dc2 Pg6 14. exd6 cxd6 15. Pc3 Dh4 16. Tae1 Pe5 17. Te4 Dh5 18. Le2 Dg6 19. Dd1 Lh3 20. Lf3 Lf5 21. Th4 Lc2 22. Dxc2 Pxf3+ 0-1.
6. Pxc6 bxc6 7. Ld3 d6 8. O-O Pf6 9. Te1 O-O 10. Pd2 Te8 11. Pf3 Pd7?! Beter leek 11… Lg4 en daarna pas …Pd7. 12. Lf4 Pc5?! Het paard hoort hier niet. 13. Lc2 Lg4 14. h3 Lh5 15. Le3 Slaan op c5 is nu een positionele dreiging, dus moet het paard weer terug. Hoewel wit in de tussentijd ook twee loperzetten heeft moeten doen, staat zijn witveldige loper beter op c2 dan op d3.
15… Pd7 16. La4 De loper staat hier als een vorst. 16… c5 17.g4 Lg6 18. e5 Dat ziet er allemaal erg mooi uit. Zwart kan niet slaan en ondertussen voert wit de druk over de de d-lijn op. 18. Lc6 Tb8 19. Da4 Pb6 20. Dxa7 snoept een pion, maar zet de dame buitenspel, zodat zwart met 20… h5 op zoek kan gaan naar tegenspel. 18… Tb8
19. Lf4? De computers sloegen hier allemaal rood uit. 19. b3 houdt de toren buiten de deur en de pion op het bord, waarna zwart een hoop problemen te overwinnen heeft. 19… Le4!? 20. Lf4 Lxf3 21. Dxf3 dxe5 22. Tad1 Ld6 23. Lxd7 Dxd7 24. Txe5 Txe5 25. Lxe5 De7 26. Lxd6 cxd6 27. Dd5 Td8 met een minder dame-toreneindspel is misschien nog zwarts beste kans, maar leuk is anders.
19… Txb2 Nu valt zwart opeens aan. So gaat snel voor de bijl: 20. exd6 Lxd6 21. Txe8+ Dxe8 22. Lxd6 cxd6 23. Dxd6 De2 24. Dg3 Pf8 25. Te1 Tb1 26. Txb1 Lxb1 27. Lc6 Lxa2 28. Dd6 Dc4 29. Pe5 Dxc3 0-1.
Het zou daarna ook niet meer goedkomen voor So, die de ene na de andere partij verloor en samen met de veel te wilde Nepomniachtchi op de laatste plaats in het toernooi eindigde. Betere zaken deed Aronian, die een goed toernooi speelde en bij het ingaan van de laatste ronde aan kop ging. Een overwinning op Carlsen zou de kers op de taart zijn geweest. Hij bracht de Noor ogenschijnlijk ook in moeilijkheden:
Opnieuw heeft zwart een toren op b2 en hij is nog gevaarlijker dan de toren van Carlsen tegen So. Zo dreigen er allerlei trucs als …Lxf2+, …Txd2, …Txf3. 21. Dxc6? faalt dan ook op 21… Lxf2+. Na 22. Kxf2 verliest wit het halve huis door 22… Txd2+ en vanwege de penning op het paard kan wit niet terugnemen. 22. Kh1 Lxe1 23. Txe1 Txf3 24. gxf3 Txd2 is ook geen lolletje. Carlsen deed echter heel koelbloedig 21. Tf1! De trucs zijn ineens uit de stelling, zodat zwarts paard op c6 echt hangt. Na 21… Pa7 22. Pxe5 Dh6 23. Pdf3 had Carlsen een pion te pakken. Het zwarte initiatief zag er dreigender uit dan het was. Aronian gooide er nog een stuk tegenaan en verloor toen het eindspel.
Afgezien van een wat mindere fase halverwege het toernooi oogde Carlsen dominant als in zijn gloriedagen. Dat hij het toernooi niet won, kwam doordat hij zich tweemaal in een eindspel liet beetnemen. Vroeger kon je er bijna vergif op innemen dat hij een beter eindspel in een vol punt omzette, maar de laatste jaren is dat niet meer het geval. De gemiste halfjes kunnen verklaren waarom Carlsen 60 à 70 punten is afgezakt. Heel veel is daar namelijk niet voor nodig: ieder toernooi één of twee partijen extra naar remise laten lopen is al voldoende. In Saint Louis gaf Carlsen misschien wel anderhalf punt weg.
Tegen Nakamura overkwam hem iets dat hem in de WK-match tegen Karjakin bijna de kop had gekost: in een technisch gewonnen stelling schoof hij achteloos een pion naar voren, waarna de stelling op slot zat en hij in remise moest berusten.
Hier deed Carlsen 43. g5? Daarmee beroofde hij zijn stukken toegang tot de pion op h7, zodat hij een zet of vijftig later met remise genoegen moest nemen. De gelijkenis met zijn partij tegen Karjakin is treffend:
Hier deed Carlsen 45… f4? De stelling kwam potdicht te zitten en dus moest hij zo’n vijftig zetten later in remise berusten.
Nog erger verging het hem tegen Vachier-Lagrave. Tegen de uiteindelijke toernooiwinnaar was hij tactisch niet scherp door tot twee keer toe een truc in zijn vooruitberekeningen over het hoofd te zien. Wat restte was een verloren eindspel. MVL won het toernooi uiteindelijk met 6 uit 9, een half puntje meer dan Carlsen en Anand. Door de toernooiwinst staat de Fransman op het punt weer door de 2800-grens te breken, terwijl het omgekeerde geldt voor So en Caruana, Carlsens naaste belagers op de ratinglijst. Zodoende vergrootte Carlsen met zijn tweede plaats zijn voorsprong op de nummer twee op de ratinglijst en heeft hij weer even lucht. Zijn spelniveau zal hem tevreden hebben gestemd, maar de resultaten kunnen nog altijd beter. Het rendement kan dus nog omhoog. Vooralsnog is zelfs een inefficiënte Carlsen in staat uit de klauwen van zijn achtervolgers te blijven.
N.B.: Dit artikel is later nog op schakers.info geplaatst.