De coronacrisis: een tweede golf of een tsunami?

Met het mooie weer leek het coronavirus zich in het voorjaar langzaam maar zeker gewonnen te geven. De experts waarschuwden dat het virus in het najaar weer zou oplaaien en dat was zelfs nog een te optimistische inschatting. Het coronavirus was in de tweede helft van de zomer al aan een gestage opmars bezig, een opmars die nog altijd niet gestuit is.

Aanstaande dinsdag begint om half vier ’s middags de astronomische herfst. Dat betekent dat het griepseizoen ook langzaam weer voor de deur staat, geen prettig vooruitzicht nu het coronavirus in grote delen van de wereld om zich heen grijpt. In Nederland is het de laatste weken helemaal mis. Het aantal nieuwe besmettingen bereikte deze week een nieuw record en het eind van de stijging is nog lang niet in zicht.

De coronacrisis begon in Nederland eind februari, begin maart. Al gauw liep het aantal nieuwe besmettingen op en bezweken veel mensen aan het virus, voornamelijk ouderen. Halverwege maart besloot de regering in te grijpen en een maand later begon het aantal nieuwe besmettingen terug te lopen. In het begin van de zomer leek het coronavirus in Nederland bijna verslagen.

In het begin van de zomervakantie begon het aantal nieuwe besmettingen opeens weer toe te nemen. Het kabinet greep nu niet in, tot wanhoop van de oppositie. Halverwege augustus piekte het aantal nieuwe besmettingen opnieuw, om deze maand weer heel hard verder te stijgen en de top van de derde piek is nog lang niet in zicht.

Opmerkelijk genoeg overlijden er momenteel weinig mensen aan het virus en daarmee is de situatie volledig anders dan in maart en april. Destijds overleed ongeveer 1 op de 8 besmette personen aan het coronavirus, waarbij zowel het aantal besmette personen als het aantal coronaslachtoffers werd onderschat. Het werkelijke sterftecijfer lag in die tijd meer in de buurt van 1 à 2 procent. Momenteel overlijdt ongeveer 1 op de 300 personen bij wie een besmetting is vastgesteld.

Aantal nieuwe besmettingen per dag (blauwe lijn) en het aantal sterfgevallen per dag (rode lijn, rechter y-as) in Nederland vanaf 15 februari, doorlopend gemiddelde over 7 dagen. Data: Worldometer.

Bij de eerste coronagolf is goed te zien dat de grafiek van het aantal nieuwe sterfgevallen ten opzichte van de grafiek van het aantal nieuwe besmettingen met ongeveer 5 dagen is verschoven, wat impliceert dat het voor de ongeluksvogels gemiddeld 5 dagen na de vaststelling van de coronabesmetting einde oefening was. Verder is de schaal van de linker y-as (aantal nieuwe besmettingen) een factor 8 hoger dan de rechter y-as (aantal nieuwe sterfgevallen).

Idem, maar nu met de lijn van het aantal sterfgevallen die met 5 dagen is verschoven.

Het blijkt dat het verband tussen het aantal nieuwe besmettingen en het aantal nieuwe sterfgevallen ergens halverwege mei wordt verbroken. Dat is ook ongeveer het moment waarop meer mensen getest werden. Het aantal tests lag aanvankelijk nog op ongeveer 25.000 per week, maar is vanaf begin juni geleidelijk aan gestegen naar de bijna 200.000 nu.

Meer testen betekent dat het aantal gerapporteerde besmettingen dichter in de buurt komt van het aantal werkelijke besmettingen. Er worden nu dus mensen positief getest die eerder dit jaar onder de radar waren gebleven. Dit verklaart wellicht voor een deel waarom het aantal sterfgevallen achterblijft bij het aantal nieuwe besmettingen, maar het verschil is zo groot, dat het niet de enige verklaring kan zijn.

Verhouding nieuwe sterftegevallen / nieuwe besmettingen per dag vanaf 15 februari.

Vanaf halverwege maart tot halverwege mei overleed ongeveer 1 op de 8 besmette personen, maar inmiddels is het nog maar 1 op de 300, een verschil van een factor 40. Dit is veel meer dan de toename in het aantal tests, waarbij intensiever testen hoogstwaarschijnlijk ook nog tot een lager percentage positieve tests leidt.

De weinige sterfgevallen komen daarom vooral doordat er nu relatief meer jongeren besmet zijn dan in het begin van de crisis. Het coronavirus is immers vooral gevaarlijk voor ouderen en die lijken nu redelijk buiten schot te blijven.

De opleving van het coronavirus lijkt samen te hangen met de zomervakantie en toerisme. Vooral de kustgebieden waren flink in trek, waardoor nu in het westen van het land nieuwe coronabrandhaarden zijn ontstaan. Tel daarbij op dat mensen coronamoe worden en steeds lakser worden bij het naleven van de coronamaatregelen en je snapt dat het weer de verkeerde kant opgaat. Het reproductiegetal ligt sinds begin juli weer vrij structureel boven de 1, wat betekent dat er steeds meer mensen besmet raken. Met de herfst in het vooruitzicht staat ons nog een coronatsunami te wachten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *