De coronacrisis: grote verschillen wereldwijd

Na de hele zomer zelfgenoegzaam achterover te hebben geleund, is het voor Nederland weer all hands on deck nu het coronavirus aan alle kanten oplaait. Hoewel het aantal nieuwe besmettingen in ons vlakke landje razendsnel toeneemt, overlijden er betrekkelijk weinig mensen aan. Hoe uniek is die situatie?

Waar Nederland weer voorzichtig aan naar een lockdown toeleeft, lijkt het virus zich in andere coronabrandhaarden langzaam gewonnen te geven. Zowel in de Verenigde Staten als in Zuid-Amerika neemt het aantal nieuwe besmettingen al een tijdje af. Natuurlijk kan het coronavirus ook hier weer oplaaien en is het slechts de stilte voor de storm, maar de trend is op dit moment hoopvoller dan bij ons.

Bij ons werden eergisteren bijna 3000 nieuwe besmettingen gerapporteerd, een nieuw record, dat ruim twee keer zo hoog ligt als het record van dit voorjaar. Natuurlijk wordt er nu meer getest, maar zorgwekkend is het wel, ook omdat het eind van de stijging nog lang niet in zicht is. Desondanks valt het aantal coronaslachtoffers nog altijd erg mee. Waar in het voorjaar ongeveer 1 op de 8 besmette personen aan het virus bezweek, is dat nu nog niet 1 op de 100, zoals het volgende plaatje laat zien:

Gerapporteerde nieuwe doden gedeeld door het aantal nieuwe besmettingen (groen, linker y-as) en het aantal nieuwe besmettingen per dag (blauw, rechter y-as) in Nederland. Data: Worldometer.

Waar het coronavirus van maart tot en met mei ongeveer 10 tot 15 procent van de besmette personen fataal werd, is dat sinds begin juli minder dan een procent. De werkelijke sterftekans ligt naar alle waarschijnlijkheid een stuk lager, omdat het aantal nieuwe besmettingen sterker wordt onderschat dan het aantal overledenen, maar de trend is hoopvol. Inderdaad lijkt het erop dat de patiënten nu beter behandeld kunnen worden dan in het begin van de crisis. Dat is mooi, maar als het aantal nieuwe besmettingen zo hard door blijft stijgen als de afgelopen weken, komen de crematoria de komende tijd alsnog om van het werk.

De Verenigde Staten hebben twee coronagolven gehad: de eerste bereikte in april zijn maximum, de tweede in juli. Op dit moment ligt het aantal nieuwe besmettingen redelijk stabiel op ongeveer 40.000 per dag. Echt uitgedoofd is het coronavirus dus nog zeker niet. Ook in de Verenigde Staten lijkt het virus minder dodelijk te zijn geworden, hoewel de afname minder sterk is dan bij ons:

Dezelfde grafiek als net, maar dan voor de Verenigde Staten.

In de Verenigde Staten overleed in het voorjaar ongeveer 7 procent van de besmette personen aan het virus. Net als in Nederland daalde dit percentage in mei en juli sterk, om sindsdien weer een beetje te stijgen tot de ongeveer 2 procent die het nu is. Waar de Verenigde Staten aanvankelijk vergeleken Nederland betrekkelijk weinig sterfgevallen hadden ten opzichte van het aantal besmettingen, is dat nu andersom.

Waar het verschil in zit? De hoeveelheid uitgevoerde tests? Moeilijk te zeggen, omdat de Verenigde Staten ook meer zijn gaan testen. Wel lijkt het virus in beide landen in de periode mei/juni minder dodelijk te zijn geworden. Komt dat door betere behandelmethoden, omdat er nu relatief weinig ouderen besmet zijn, of omdat de ziekenhuizen in het begin van de crisis overbelast waren? En wat is de rol van de temperatuur? Wordt het virus weer gevaarlijker nu we naar de winter afglijden? Wie het weet mag het zeggen.

Gelukkig lijkt in de grootste coronahaarden ter wereld een kentering in gang te zijn gezet. Heel veel voor onze situatie hoeft dat niet te zeggen, omdat een deel van de landen op het zuidelijk halfrond ligt, dat net de winter achter de rug heeft. Hier een overzicht:

Verenigde Staten (40° NB) – maximum eind juli
India (24° NB) – maximum halverwege september
Brazilië (11° ZB) – maximum eind juli, begin augustus
Rusland (60° NB) – stijging, minimum eind augustus
Colombia (5° NB) – maximum halverwege augustus
Peru (10° ZB) – maximum halverwege augustus
Spanje (40° NB) – maximum halverwege september
Mexico (23° NB) – maximum eind juli, begin augustus
Argentinië (38° ZB) – stijging
Zuid-Afrika (31° ZB) – maximum halverwege juli

In de meeste landen neemt het aantal nieuwe besmettingen de laatste tijd dus af. Rusland en Argentinië, de landen die zo’n beetje het verst van elkaar vandaan liggen, onttrekken zich hieraan. In Rusland loopt het aantal nieuwe besmettingen al een maand op, terwijl Argentinië nog in de eerste golf zit. In Spanje en India is de kentering pas zeer recent ingezet.

In ieder geval heeft het coronavirus Europa weer stevig in z’n greep, want ook in onze buurlanden is het aantal nieuwe besmettingen de laatste tijd flink toegenomen. Toch hebben noch België, noch Duitsland, noch het Verenigd Koninkrijk de boel zo compleet laten ontsporen als Nederland. De regering had afgelopen zomer veel eerder in moeten grijpen. Kennelijk is er maar weinig geleerd van het begin van de crisis…

Eén gedachte over “De coronacrisis: grote verschillen wereldwijd”

  1. Mocht je binnenkort weer een statistiekenbericht schrijven ben ik wel benieuwd welk percentage van de positief geteste mensen nu in het ziekenhuis terechtkomt, of dit vergelijkbaar is met de eerste golf, en of het beeld van de oversterfte nu vergelijkbaar is. Verder lijkt het me wel boeiend welk percentage van de totaal afgenomen testen nu positief is. Mijn impressie is namelijk dat veel mensen nu in de stress schieten door het grotere absolute aantal testen dat positief is; terwijl het in mijn ogen lijkt alsof de doorstroming in de ziekenhuizen ook sneller moet gaan dan toen, aangezien de aantallen positieve testen veel hoger zijn, maar de stijging van de IC bedden minder hoog dan ik met de besmettingen van 2 weken terug had verwacht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *