De coronacrisis: het topje van de ijsberg

Onlangs slingerde het RIVM een onheilspellend bericht de wereld in: 3 procent van de bloeddonoren zou antilichamen tegen het coronavirus hebben aangemaakt. Dat is veel meer dan de 1-2 promille van de bevolking waarbij het virus ook daadwerkelijk is vastgesteld. Betekent dit dat de crisis nog veel erger is dan gedacht en dat er wellicht veel meer mensen aan het coronavirus zijn bezweken dan gedacht?

Wie de afgelopen tijd de coronabarometer in de gaten heeft gehouden, is het vast opgevallen dat onze zuiderburen ons voorbij zijn gesneld wat betreft coronaslachtoffers. Doen wij het zo goed? Of rekenen we onszelf minder arm? Daar lijkt het wel op. Waar de Belgen sterfgevallen bij twijfel toeschrijven aan het coronavirus, doen wij dat niet, wat dit verschil kan verklaren. Mogelijk onderschatten wij zowel het aantal besmettingen als het aantal dodelijke slachtoffers.

Een manier om te achterhalen of het aantal vastgestelde coronaslachtoffers een onderschatting van het werkelijke aantal is, is door de zogenaamde oversterfte uit te rekenen. Hoeveel mensen zijn er de afgelopen weken meer overleden dan in voorgaande jaren?

Gewapend met de sterftecijfers van het CBS vanaf 1995 en mijn goede vriend Stata ben ik op onderzoek uitgegaan. Interessant genoeg kent sterfte een sterke seizoensinvloed: in de winter overlijden echt veel meer mensen dan in de zomer. Dit geldt voor alle leeftijdsgroepen, maar vooral voor ouderen:

Sterftekansen per week t.o.v. week 16 voor mensen tot 65 jaar.
Sterftekansen per week t.o.v. week 16 voor mensen van 65 tot 80.
Sterftekansen per week t.o.v. week 16 voor mensen van 80 jaar en ouder.

Als referentie heb ik nu (week 16) genomen, wat qua sterfte zo’n beetje de gemiddeldste week van het jaar. Te zien is dat de seizoensinvloed op het sterftecijfer met de leeftijd toeneemt. 65-minners hebben ongeveer een 10 procent hogere kans om in de winter dan in de zomer te overlijden. Voor 80-plussers is het verschil nog drie keer zo groot. In de sterftecijfers zijn de griepepidemieën door de jaren heen ook goed terug te zien. De huidige coronacrisis laat zich in deze data tot en met week 14 (5 april) ook al duidelijk zien.

Omdat sterfte met name in de wintermaanden een sterke jaar-op-jaar-variatie kent, heb ik besloten de sterftecijfers over de periode 1995-2019 te modelleren. Hierdoor kan de invloed van extreem hevige griepepidemieën worden weggefilterd, zodat ik de sterftecijfers van 2020 met die van een gemiddeld jaar kan vergelijken, waarbij ik wel gecorrigeerd heb voor de trends in de sterftecijfers, die veroorzaakt worden door de toegenomen levensverwachting en demografische ontwikkelingen.

Het blijkt dat er tot en met week 14 ongeveer 2400 doden extra zijn gevallen ten opzichte van de voorspelling. De zwaarst getroffen categorieën zijn mannen boven de 65, die ruim 60 procent van de extra slachtoffers voor hun rekening nemen. Opmerkelijk genoeg suggereren de data dat ook de jongste groep mannen klappen heeft gehad: in de categorie tot 65 jaar zouden er ruim 130 meer dan normaal zijn overleden.

De analyse houdt geen rekening met het milde griepseizoen dat we deze winter hebben gehad. Tot de corona-uitbraak lag het sterftecijfer onder ouderen namelijk erg laag. Inderdaad is de oversterfte sinds week 11 met ruim 3800 ook een stuk hoger dan de eerdere inschatting. In dit scenario hebben de 80-plussers echt de klappen opgevangen: in totaal was de oversterfte in de oudste leeftijdsgroep ongeveer 2400.

De geschatte oversterfte is tot een factor 2 keer hoger dan het aantal gerapporteerde coronaslachtoffers tot 5 april (ongeveer 1800). Het lijkt er dus op dat er tot die tijd 600 tot 2000 mensen zonder het te weten aan het coronavirus zijn overleden. Dat zijn een heleboel mensen, maar de onderrapportage is wel een stuk kleiner dan bij het aantal besmettingen (ongeveer een factor 20, afgaande op bloeddonoren).

Ervan uitgaande dat de besmettingsgraad onder bloeddonoren representatief is voor de hele bevolking, dan zag de corona-ijsberg er in het begin van de maand als volgt uit:

0,01-0,02% van de bevolking was overleden
0,1% was gediagnosticeerd (vermoedelijk zijn dit veel zieken)
3% was besmet, maar niet ziek

Het enige geruststellende van deze cijfers is dat het coronavirus misschien toch niet zo dodelijk is als gedacht. Wellicht waarde het al veel langer op de aardbol rond en infecteerde het in het geniep mensen, waardoor er veel meer mensen dan gedacht besmet waren voordat het virus aan het eind van de winter de wereld veroverde. De mensen die er echt ziek van werden, waren namelijk maar het topje van de ijsberg.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *