Een kop vol snot

De afgelopen dagen heb ik weinig van me laten horen. Deels omdat ik weinig nieuwe dingen beleefd heb, maar vooral omdat ik snipverkouden was. Het ergste denk ik inmiddels wel gehad te hebben, dus durf ik het aan om weer een nieuw berichtje de wereld in te slingeren vanuit China.

Afgelopen zaterdag stond er een reünie met de hele familie van de moeder van Xiaomei op het programma. Het doel van de dag was om de overleden ouders van Xiaomei d’r moeder te herdenken door nepgeld te verbranden. Het nepgeld werd bij een kraampje bij een druk kruispunt aangeschaft, terwijl we onderweg waren naar onze bestemming. Denk bij het nepgeld overigens niet aan monopolygeld, maar meer aan flinke pakketten crêpepapier.

Over onmogelijke wegen kwamen we even later aan bij een oord dat nooit heel ver van de stad vandaan heeft kunnen liggen. Nadat mijn hoofd de hele rit lekker door het dak van Xiaomei d’r Toyota was gemasseerd (bestuurd door haar vader, Futao), ging ik bij het uitstappen bijna op m’n bek over het gladde erf. Daar aangekomen zat de familie op ons te wachten en kregen we thee en zonnebloempitten voorgeschoteld. Even later mochten Xiaomei en ik met Han, de puberdochter van Ing, een nicht van Xiaomei, het nepgeld in de fik steken. Ondanks de miezerregen brandde het spul goed door, hoewel ik de rook constant in m’n gezicht leek te krijgen. Nadat de stapel papier tot een berg as verworden was, gingen we nog kort voor de overledenen bidden.

Na het dodenritueel gingen we in de buurt lunchen. Denk daarbij niet dat iedereen aan een tafeltje een kroket op gaat zitten eten of zo. Dat gaat in China aan een grote, ronde tafel, met daarop meerdere gerechten. De tafel kan tevens gedraaid worden, zodat iedereen alle gerechten kan opscheppen. Zelf zat ik naast de oudere broer van Xiaomei d’r moeder, die overigens Maoqiu heet (dat spreek je uit als Mautsjo, net zoals je feng shui ongeveer als fong sjwee uitspreekt; aan pinyin is af en toe geen touw vast te knopen). Deze oom van Xiaomei was tevens de vader van Fang, een vriendelijk ogende man met een mooie bruine huid. Hoewel we elkaar die dag voor het eerst ontmoet hadden, mocht hij me volgens Xiaomei wel. De communicatie met hem moest ook via haar, omdat ik nog altijd amper Chinese woorden uit mijn zere keel kon laten komen.

Na de lunch werden Xiaomei en ik opeens in de auto gezet bij Ing en Han op weg naar een groot winkelcentrum in de stad. Manlief William werd eerder afgezet zodat hij kon mahjongen voor echt geld, terwijl de dames het gingen uitgeven (het was 11 november, ofwel Single’s Day). Dat gebeurde ook nadat Ing (ook wel Alice genoemd) het slagschip in een parkeergarage met enige moeite had ingeparkeerd (in de garage werd met lichten aangegeven waar er nog lege plekken waren, handig!). Een aantal zwendelautomaten had een onweerstaanbare aantrekkingskracht op de jongste onder ons. Nadat Ing 50 yuan had ingewisseld voor een bak met munten, ging Han proberen een knuffelbeest te winnen. Steeds mislukte dat. Zelfs als je die klauw goed positioneert, is de kans klein dat je iets wint. Nadat Xiaomei ook een paar muntjes had vergokt, had Han ineens wel beet. Bij de dolfijnen lukte het wel, dus had ze ineens vier van die beesten. Later won ze er ook nog een tamelijk lelijke eend bij (en toen waren de muntjes op).

Aan het eind van het liedje hadden we een karretje vol dolfijnen.

Na nog een tijd door het winkelcentrum heen te hebben geslenterd, werd het tijd om broodjes uit te zoeken en van die vage melkthee te drinken. Terwijl Han nog een aantal cosplay-artiesten om een handtekening ging vragen, begon ik me steeds slechter te voelen. Keelpijn is vaak een voorbode van meer ellende en dat bleek ook nu weer. Op de terugweg deed Ing daarom ook maar gauw een apotheek aan. Ze parkeerde het slagschip achter een andere auto, voor een uitrit neer. Natuurlijk moest er precies iemand door toen ze in de winkel stond. Heel hoog liepen de emoties niet op en nadat Ing met een zakje kruiden in haar hand uit de winkel kwam rennen, was het brandje gauw geblust. William werd opgepikt van zijn Mahjong-wedstrijd. Hij bleek 40 yuan te hebben verdiend, niet genoeg om de kosten van het winkelen te dekken, maar beter dan niets.

Bij het afsluitende diner zat m’n kop vol snot en zat ik er goed doorheen. Ik probeerde zonder veel succes wat te slapen. Gelukkig gingen we gauw weer terug naar huis, met een dolfijn als aandenken aan deze dag.

De dagen erna was ik nog goed brak. Zo brak dat Xiaomei me gisteren maar naar de dokter sturen. Die kneep een paar keer in m’n armen, keek naar m’n tong en neus, en schreef toen een uitgebalanceerd pakketje pillen voor.

De pillen die ik de komende dagen moet slikken, plus nog wat andere kruiden.

Waar Xiaomei, die eerder al naar de dokter was gegaan vanwege soortgelijke klachten, die pillen in een keer met een beetje water achteroversloeg, zat dat er voor mij niet in met mijn slikangst. Zelfs het kleinste pilletje krijg ik niet zonder te kauwen weg, dus moesten ze worden opgelost. Bitter dat die troep is! Wel ben ik me beter gaan voelen, hoewel mijn neus en mijn holtes nog steeds enigszins verstopt zijn.

Han heeft nog een stripje van mij met twee panda’s gemaakt.

Tussen alle bedrijven door is Xiaomei druk bezig geweest met toetsen oefenen voor haar theorie-examen, zodat ze haar rijbewijs kan verlengen. Vandaag durfde ze het aan om de echte toets te maken. Nadat haar vader ons de stad door had gereden en op de parkeerplaats twee keer op een onmogelijke plaats de auto had gekeerd omdat hij geen plaatsje meer kon vinden, kwamen we bij een soort ziekenhuis uit. Een vreemde plaats voor zo’n test. Dat bleek, want toen Xiaomei even later terugkwam, bleek ze alleen een oogtest te hebben ondergaan. Aiya… Na nog een hoop administratieve rompslomp bleek dat ze de toets alleen op een locatie ver weg kon afleggen. Daar had ze kennelijk geen zin meer in, dus gaat ze morgen voor haar theorie-examen. Hopelijk slaagt ze dan en mag ze weer in haar eigen auto rijden. Ik wil weleens zien hoe zij rijdt. Maar goed, weer een cliffhanger dus.

Tot slot is er ook goed nieuws: ik heb sinds vandaag een betaalde VPN, wat betekent dat ik weer lekker video’s op YouTube kan kijken en ik weer dingen kan googelen. Ik ben dus weer helemaal met de rest van de wereld verbonden! Maar nu eerst van die kop vol snot afkomen…

Eén gedachte over “Een kop vol snot”

  1. Je bent je nooit zo bewust van de vrijheid die we hier hebben qua internet als je niet in een land met een beschermd klimaat bent geweest inderdaad! Klinkt als een fijne familie, leuk dat ze je ook met die plechtigheid hebben laten deelnemen, blijft iets moois dat ze in dit soort landen nog een grote rol geven aan de voorouders en ze op deze manier in herinnering houden en deel van het leven. Hopelijk werken die pillen goed! Gelukkig zul je daarna iets meer weerstand hebben schat ik zo in! Veel plezier alweer de tweede week

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *