Pierre Gasly heeft voor een sensatie gezorgd door de Grand Prix van Italië op zijn naam te schrijven. In een knotsknettergekke race wist hij Carlos Sainz en Lance Stroll net voor te blijven, terwijl de titelpretendenten allen achter het net visten.
Het onderwerp van gesprek voorafgaande het raceweekend op het snelle circuit van Monza was het verbod op de zogenaamde partymodus in de kwalificatie, een verbod dat vorige week eigenlijk al had moeten ingaan. Het doel van de tussentijdse aanpassing was om de macht van Mercedes in de kwalificaties te breken, maar echt veel veranderde er niet. De zwarte bolides bleven in de trainingen en in de kwalificatie heer en meester.
Dit in schril contrast met het team van Ferrari, dat met samengeknepen billen naar het thuiscircuit was afgereisd. De Italianen verkeren het hele seizoen al in zwaar weer nu ze hun trucje om de brandstoftoevoer op te voeren niet meer kunnen gebruiken. Het gevolg is dat de Ferrari-motor dit jaar zo futloos als een natte krant is. Op de lange rechte stukken van Monza deed dat defect zich goed voelen, waardoor de rode bolides zich diep in het rechterrijtje van de startopstelling terugvonden. Teambaas Binotto vraagt zich al hardop af of hij wel de geschikte persoon is om het team te leiden. De vraag stellen is ‘m beantwoorden in dit geval…
Minder last van zelftwijfel heeft Claire Williams, maar na zeven jaar valt het doek voor haar dan toch, nu het team van haar vader door de Amerikaanse investeringsmaatschappij Dorilton Capital wordt overgenomen. Het betekende dat de Grand Prix van Italië haar afscheidstournee werd en prompt kwalificeerden de cyaan-witte bolides zich op de laatste startrij. Treffender kon het verval van het team dat voor het laatst in 1997 de hoofdprijzen mee naar huis mocht nemen niet geïllustreerd worden.
Vooraan bleef alles weer bij het oude, met de Mercedes aan kop. Luis was iets sneller dan Bottas. Interessant genoeg kwam Red Bull niet in het stuk voor. Max komt niet verder dan een vijfde plaats achter Science en Chicko, terwijl teammaat Albon genoegen moet nemen met een negende plaats.
Als de lichten op zondagmiddag doven, wordt het er voor Red Bull niet bepaald beter op. Max wordt links en rechts voorbijgereden, terwijl Albon in de eerste chicane rechtdoor gaat en een handjevol plekken in moet leveren. Beter vergaat het Science, die profiteert van een zoveelste poepstart van Bottas en naar de tweede plaats oprukt. De Fin ziet in de eerste ronde ook nog de McLaren van Norris, de Racing Point van Chicko en de Renault van Ricciardo voorbij floepen, waardoor hij terugvalt naar de zesde plaats.
Teammaat Luis trekt vooraan meteen een gat naar Science. Behoudens Stroll en Max die de zevende plaats kortstondig aan elkaar overdoen, gebeurt er in de openingsfase weinig. Max jaagt Bottas op, maar echt bedreigen kan hij hem niet.
Het vuurwerk vindt plaats in de achterhoede, waar Russle de stuitend trage Fattle aangrijpt. De Ferrari schiet in de eerste chicane met een noodgang rechtdoor en rijdt de piepschuimen borden finaal aan flarden. Met een roodgloeiend linker achterwiel rijdt Fattle terug naar de pits, om daar vanwege een kapotte remleiding op te geven.
De andere Ferrari vergaat het nauwelijks beter en nadat Albon hem de dertiende plek ontfutselt, duikt Leclerc de pits in voor een nieuw setje banden. Zijn voorbeeld wordt gevolgd door Rijkunnen en Gasly. Vervolgens valt Magnussen net voor de ingang van de pitstraat stil. De Deen zet zijn auto vlak bij een gat in de vangrail neer. De marshalls hebben geen flauw idee wat ze met de situatie aanmoeten en in plaats van dat ze de auto gauw achter de vangrail parkeren, laten ze ‘m in het gras staan, waarna de wedstrijdleiding de race maar neutraliseert.
Op dat moment rijdt Luis door de laatste bocht en wordt hij meteen door zijn team de pits in gedirigeerd. Merkwaardig genoeg rijdt op Giovinazzi na iedereen door, waardoor Science de leiding overneemt. Al gauw blijkt waarom: om het wrak van Magnussen te kunnen bergen, was de pitstraat namelijk gesloten. Als de pitstraat even later geopend wordt, duikt alsnog iedereen als hongerige hyena’s de pits in.
Spekkopers zijn Gasly, Giovinazzi, Rijkunnen en Leclerc, die voor de neutralisatie naar de pits waren gegaan en ineens in de top 6 liggen. Stroll is de enige coureur die nog geen banden heeft gewisseld, waardoor hij tweede ligt. Hij heeft echter het geluk van de wereld dat Leclerc zijn wagen na de herstart krachtig in de muur smijt in de Parabolica. De ravage is enorm, dus wordt de race afgebroken.
In de pauze tussen de twee racedelen krijgen Luis en Giovinazzi een stop-and-go-penalty aan de broek. Verder mogen alle coureurs hun bandjes wisselen, wat betekent dat Stroll een pitstop cadeau krijgt. De race lijkt als een gebraden duif zijn mond in te vliegen, maar als om tien voor half vijf de lichten voor de tweede maal doven, vliegen Gasly’s Alpha Tauri en de Alfa Romeo’s hem voorbij, waarna hij ook nog de tweede chicane mist en Science voorbij ziet floepen.
Luis komt meteen aan het eind van de eerste ronde na de hervatting naar de pits om zijn stop-and-go-penalty uit te zitten, wat de leiding in handen van Gasly brengt. Hij loopt langzaam weg bij Rijkunnen, die het zonder rugdekking moet doen als teammaat Giovinazzi even later zijn straf uitzit. De Fin valt gauw ten prooi aan Science, waarna het hek van de dam is en de ene na de andere coureur hem om de oren rijdt.
Eenmaal verlost van de Alfa weet Science het gat naar Gasly’s Alpha Tauri langzaam dicht te rijden. Het gat slinkt van ruim drie seconden naar anderhalf, maar dan blijft Science hangen. In de slotfase spreekt hij al zijn vermogen aan om Gasly te kloppen. De Fransman slingert op de rechte stukken in de hoop Science’ slipstream te breken. In de laatste ronde heeft Science dan eindelijk DRS. Hij komt bij het aanremmen voor de eerste bocht akelig dichtbij, maar het is niet genoeg, dus wint Gasly na ruim een uur en drie kwartier sturen en wachten met vier tienden voorsprong op de Spanjaard.
Stroll legt nog beslag op de derde plaats, terwijl Norris de geslaagde dag voor McLaren nog wat extra glans gaf met een vierde plaats voor Bottas. De Fin kwam geen moment in het stuk voor en klaagde voortdurend over zijn bolide. Desondanks deed hij van de titelpretendenten nog de beste zaken in het kampioenschap, omdat Luis na een inhaalrace slechts genoegen moest nemen met de zevende plaats achter Ricciardo, nadat hij diens Renault-teammaat Ocon pas in de laatste ronde had verschalkt. Wel liet hij de snelste raceronde noteren, waardoor hij nog een extra puntje opstreek.
Voor Max eindigde een weekend om heel gauw te vergeten kort na de herstart door een kapotte motor. Teamgenoot Albon finishte praktisch als laatste (hij wist alleen de bestrafte Giovinazzi achter zich te houden), wat nog eens extra duidelijk illustreerde hoezeer Red Bull de slag in Italië gemist had.
Waar Red Bull puntloos bleef, scoorde het B-team Alpha Tauri met beide wagens punten. Kwjat wist pechvogel Chicko, die zich door een trage stop ineens ergens achteraan terugvond, voor te blijven en kwam als negende over de finish hobbelen.
Latifi kwam met een elfde plek nog verrassend dicht in de buurt van de punten, terwijl Grosjean in de laatste ronde Rijkunnen de twaalfde plek nog afpakte. De Fin wist Russle en Albon nog net voor te blijven op zijn volledig versleten zachte banden, terwijl Giovinazzi na zijn stop-and-go-penalty een eenzame race kende.
Op het podium was het Franse volkslied voor het eerst sinds 2008 weer te horen, toen Alonso Renault zijn laatste overwinning schonk. Dat was ook het jaar waarin Fattle Toro Rosso, zoals het team van Alpha Tauri destijds heette, op ditzelfde circuit aan zijn enige zege hielp. Door zijn zege loste Gasly Olivier Panis af als laatste Franse Grand Prix-winnaar. Op 19 mei 1996 boekte Panis zijn enige zege in Monaco in een ware veldslag, waarin uiteindelijk maar drie auto’s over de finish kwamen. Gasly was destijds drie maanden oud…
In het kampioenschap rukte Gasly op naar de achtste plaats, voor Science. Luis zag zijn voorsprong op zijn naaste achtervolger gelijk blijven op 47 punten. Door zijn tweede nulresultaat verloor Max zijn tweede plek in het kampioenschap aan Bottas, terwijl teammaat Albon van de vierde plek naar de zesde plek terugviel. Volgende week komt er op het testcircuit van Ferrari (Mugello) alweer een herkansing voor l’équipe de Christian Horner.
Geweldige race zo. Dit zou ik graag vaker zien. Helaas is het eerder de uitzondering die de regel bevestigt
Voor de race verwachtte ik dat ik over een saaie race zou gaan schrijven, een race waarin niets gebeurde, behalve dat de Mercedes een steeds grotere voorsprong op de rest van het veld namen. Dat is gelukkig niet gebeurd en in Gasly heeft de race een waanzinnig populaire winnaar gekregen. Wat gunde iedereen het hem nadat hij vorig jaar naar het B-team van Red Bull werd verbannen. Niet te geloven dat hij sindsdien gewoon tweemaal op het podium heeft gestaan…
Wat ik wel een beetje jammer vind, is dat de safetycar zo’n stempel op de race drukt. Ik vind het een aanfluiting voor de sport dat de baanposten tegenwoordig niet meer weten hoe je een auto achter de vangrail zet. Gasly was een van de profiteurs van de unieke omstandigheid dat de pitstraat meteen gesloten werd, waardoor hij flink kon oprukken. Dat was allemaal niet door het team voorzien, gewoon puur mazzel. Dat hij daarna Stroll bij de herstart passeerde en Sainz voor wist te blijven, maakte dat hij de zege wel verdiende. Dat Stroll de race dankzij de rode vlag nog bijna had gewonnen, voelde onrechtvaardig.