BSG oppermachtig tegen Utrecht 2
Hoe blij was iedereen toen BSG vorig jaar promoveerde naar de meesterklasse en hoe blij waren we in mei dat we waren gedegradeerd. De meesterklasse bleek veel te zwaar en dat terwijl BSG 1 in de eerste klasse fantastisch was. Dat is weleens anders geweest. Zo maakte Johan Hut begin 2005 een verslag op schakers.info over BSG 1, dat zelfs na de overwinning op Spijkenisse heel hard z’n best moest doen om niet te degraderen, wat overigens ook niet lukte. In dit artikel wordt ingegaan op de toekomst van het team. Zo stelt Hut:
“Ree is een lapmiddel, die moet je verder vergeten. De Bussumse veteranen scoren steeds minder. Wel geloof ik dat ze nog sterker zijn dan de tieners die op de reservebank zitten, maar BSG moet zich afvragen wanneer het de overstap maakt. Drie tieners worden persoonlijk getraind door eerstebordspeler Leon Pliester, die zich daar zaterdag enthousiast over uitliet.”
BSG vecht voor zijn laatste kans, Kontakt maart 2005.
Ondertussen zijn we vier en een half jaar verder en is het BSG van de toekomst geformeerd: Aan bord 1 is Hans Ree ingeruild voor Aleksander Berelowitsch. Verder zijn de meeste oudjes vervangen door (ex-)jeugdspelers. Daarvan zijn Ewood en PJF ondertussen wel sterker dan de oudjes die ze vervangen. Met Large is daar nog een hele sterke speler bijgekomen. Verder hebben Lennard en mijzelf zich ontwikkeld tot redelijk sterke schakers, die prima uit de voeten kunnen op de lagere borden.
En ineens lijkt het niveau in de eerste klasse maar armoedig. Ik weet nog wel hoe dat was in bijvoorbeeld 2004 en 2005. Op een zaterdagmiddag speelde het sterke eerste team en dan kwamen we tegen het eind van de middag een kijkje nemen. Een onheilspellend scorebord gaf de stand aan. In de zaal heerste doodse stilte. De spanning was te snijden. Op de borden stonden lastige stellingen, die moeilijk gewonnen konden worden en daardoor het uiterste vergde van de spelers. Als 1900-spelertje keek ik telkens m’n ogen uit. Inmiddels is dat wel anders. Mijn score in de eerste klasse was tot vandaag (zaterdag) 5 uit 10 (½ uit 3 in 2003-2004 als invaller en 4½ uit 7 in 2007-2008.) Tijden veranderen.
Utrecht 2
Tijd om eens naar de wedstrijd te gaan. In Utrecht 2 trof BSG een leuke tegenstander. BSG sloot het meesterklassejaar immers af met een 7-3-nederlaag tegen het eerste van Utrecht. Dan zou het tegen het tweede wel beter moeten gaan. We hadden in ieder geval iets recht te zetten.
Utrecht 2 kwam met twee invallers ten opzichte van de opstellingen die ze bij de KNSB hadden ingeleverd. Zowel Marlies Bensdorp als Grisja Kodentsov was niet van de partij. Hun plaats werd ingenomen door Meindert van der Linde en Jon van Midde. Hierdoor schoven alle Utrechtspelers door naar een hoger bord. Met onze kanonnen op de hoogste borden was het voor mij makkelijk schaken. Aan bord tien kwam ik bovendien “slechts” invaller Jon van Midde tegen. Tegen hem speelde ik in 2005 in de promotieklasse. Destijds won BSG 2 die wedstrijd met 3-5 van Utrecht 4… Zelf verloor ik een stuk en maakte ik nog remise waar niemand meer op gerekend had.
Ik zat in deze wedstrijd aan het staartbord, wat betekende dat ik de witte legers tot m’n beschikking had. Ik begon de vijandigheden met 1.e4, waarna tot mijn vreugde een Spaanse ruilvariant op het bord kwam. Het Siciliaans vind ik namelijk toch veel lastiger. Zoals gezegd ruilde ik dus een raadsheer voor een paard, waardoor ik mijn strijdkrachten efficiënter bij de strijd kon betrekken. Mijn tegenstander kende de opening niet zo goed (hij klaagde na afloop dat die hele opening slecht is voor zwart) en tot mijn genoegen kon ik dat alleen bevestigen. Desondanks was het nog niet zo gemakkelijk en kwamen Ewood en Large in de analyse met allerlei spectaculaire varianten waarmee ik een actieve zet had kunnen rechtvaardigen. Toch een slecht teken als anderen meer weten van jouw partij… In de partij deed ik het anders, maar m’n tegenstander en ik kwamen in de analyse ook nu niet tot bevredigend spel voor zwart. In de partij speelde hij het niet goed en raakte hij met het initiatief een tweede pion kwijt, waarna ik makkelijk won.
Daarmee was ik als laatste van BSG 1 klaar. De overige spelers hadden Utrecht 2 in no-time opgerold; BSG 2 was toen nog steeds bezig (het stond 3½-1½ voor het tweede.) En ik maar denken dat een hoger niveau zorgt voor langere partijen…
De uiteindelijke score was ongelooflijk. Zo stond Leon Pliester heel slecht, leek Berelowitsch niet meer te hebben dan een remisestelling en vertrouwde ik het bij Large (die tegen Vesley Valsspeler zat te spelen) het ook niet helemaal; zijn koning stond in het midden en hij had weinig tijd. Ook bij Ewood zag ik het somber in, toen al zijn stukken stonden aangevallen, maar de krullenbol meende in de analyse (terecht?) alles onder controle te hebben. En dat was eigenlijk het verhaal van heel BSG 1. De problemen werden opgelost en de punten stroomden binnen, kenmerkend voor BSG in de eerste klasse. Hoe anders is dat met vorig jaar, toen de beslissingen uiteindelijk steeds negatief voor ons uitvielen.
Helemaal van de kook was Andre Bouwmeester na zijn nederlaag tegen het loensreptiel. Zichtbaar aangedaan kwam hij vanuit de analysezaal de speelzaal binnenlopen. Utrecht 2 was op dat moment al volledig geslacht. Ton had een Stone Wall in twintig zetten gesloopt, PJF weerlegde netjes het Italiaans van Sten Goes en zelfs Coen won. Tegen Laura Bensdorp, de enige dame van het Utrechtse meidenteam, kreeg hij een aanvallende stelling, wat resulteerde in damewinst. Volgens Coen had het ook anders kunnen aflopen, tenminste, dat zei hij tegen mij in het bijzijn van Leon Pliester. De twee Amsterdammers hadden de partij geanalyseerd en waren blijkbaar tot de conclusie gekomen dat zwart het hier en daar “wat” beter kon doen, maar zo gaat dat nou eenmaal bij Coen. Toch een punt dat extra hard aankomt.
De enige smetjes waren de remise van FM Henk en de nederlaag van Lennard. Volgens Lennard stond het 5-1 nadat hij klaar was. Ik zag FM Henk lopen met een biertje in z’n hand en ik vroeg hem maar wat hij gedaan had. Beteuterd zei de FM dat hij remise had gespeeld. Dat verklaarde dat biertje dan ook. Lennard had het niet gehoord en feliciteerde Henk, waarna hij droogjes opmerkte dat die remise niet zo’n felicitatie waard was.
Zoals gezegd was Lennard de enige die in het stof moest bijten. Zijn tegenstander offerde een pion en kreeg daardoor sterke dreigingen tegen f7, wat het verlies van een kwaliteit en de partij betekende. Daarmee was de Utrechtse eer nog een beetje gered, maar de 8½-1½-zege was een klapper die zijn weerga niet kent. Alleen tegen HMC in de meesterklasse moest BSG zo’n nederlaag slikken. In het topjaar 2007-2008 won BSG nooit met meer dan 7-3. Het resultaat heeft wat weg van de 1½-6½-zege op Almelo in 2005, toen BSG zijn eerste wedstrijd speelde in de tweede klasse. Blijkbaar roept degradatie extra krachten op.
Stand
Door het resultaat staat BSG nu fier bovenaan in klasse 1A. Wat de dag extra geslaagd maakte was het verlies van onze op papier grootste concurrent, Caïssa, tegen Purmerend, onze volgende tegenstander. Die waarschuwing moeten we serieus nemen. Vooralsnog kunnen we op zijn minst vijf weken van de koppositie genieten. Wat een wedstrijd…
Uitslagen:
BSG [2231] – Utrecht 2 [2124] 8½-1½
1. A Berelowitsch g [2539] – P Nieuwenhuis f [2240] 1-0
2. L Pliester m [2353] – A Bouwmeester [2246] 1-0
3. La Ootes [2295] – W Vermeulen [2140] 1-0
4. E de Groote [2235] – M Blok [2165] 1-0
5. H van der Poel f [2253] – M van der Linde [2100] ½-½
6. T van der Heijden [2268] – A van Oosten [2141] 1-0
7. P Drost [2088] – S Goes [2125] 1-0
8. C van der Heijden [2079] – L Bensdorp wf [2099] 1-0
9. Le Ootes [2056] – G Vrancken [2131] 0-1
10. J de Groote [2145] – J van Midde [1849] 1-0
BSG 2
Uiteindelijk ging BSG 2 nog ten onder tegen Leiderdorp. De slechte stellingen gingen langzaamaan verloren en tot slot verloor Fliffer aan bord 1 ook nog, waardoor het drama compleet was. Zonde, want Leiderdorp is helemaal geen supersterke tegenstander. Het toont eens te meer aan dat het team zonder Emiglio (vorig jaar hadden ze PJF nog) weinig voorstelt.
Zelf kwam ik de jongens van Leiderdorp nog tegen toen ze zich afvroegen of er nog pizzeria’s in Bussum waren. Ik herkende ze, maar zij mij niet, wat tot een grappige confrontatie leidde. “Hé, die ziet eruit alsof -ie hier vandaan komt,” riep er een, waarna een gast naar me toe kwam. Ik wist dat we zelf naar een Italiaans restaurant gingen, dus leidde ik ze die kant op. Jammer genoeg gingen ze er niet heen, want een restaurant vol schakers leek me wel een leuk idee. Ach je kunt niet alles hebben. In een middag waren alle smadelijke nederlagen in de meesterklasse vergeten.